Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Vestigingsplaats: Breda

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Breda
Datering:
1625 - 1637
Orde of congregatie:
Jezuïeten
Plaatsnaam:
Breda
Provincie:
Noord-Brabant
Parochie:
Breda
Destijds gewest:
Brabant
Bisdom:
Antwerpen
Stichting/eerste vermelding:
1625
Opheffing/laatste vermelding:
1637
Type:
Klooster, m
Geschiedenis:
Toen Spinola in 1625 als bevelhebber van het Spaanse leger in de Nederlanden de stad Breda op de Staatsen heroverde, wilden de Jezuïeten zowel een klooster als een college in die stad vestigen. Hun verzoek daartoe werd door het stadsbestuur, hoewel het aanvankelijk moeite had met de komst van de jezuïeten, toch gehonoreerd. Dit hadden de jezuïeten met name te danken aan de steun, die zij voor hun verzoek ondervonden van de infante Isabella, die van 1621 tot haar dood in 1633 landvoogdes van de Zuidelijke Nederlanden was. Op hun eigen verzoek kregen de jezuïeten de leiding van de oude Latijnse school, die met twee klassen in een gehuurd pand in de Nieuwstraat gehuisvest was. Aangezien dit pand voor hun plannen te weinig ruimte bood, gingen de Jezuïeten in 1626 over tot aankoop van twee adellijke huizen, het huis van Hertsbeek en het huis van Ocrum, beide gelegen in de Veterstraat, de tegenwoordige Sint Janstraat. Een gedeelte van het terrein bestemden ze voor de kerk. Voornoemde huizen werden verbouwd tot een college met een klooster en een internaat, die met de kerk eind 1626 in gebruik genomen werden. De jezuïeten verrichtten ook de nodige pastorale activiteiten, vooral gericht op de bovenlaag van de samenleving. Voorts cultiveerden ze de verering van de in 1622 heilig verklaarde Franciscus Xaverius, die in de stichting van hun orde, de Sociëteit van Jezus, een belangrijke hand heeft gehad en waarvan de Bredase Jezuïeten een relikwie hadden weten te verwerven. Ook werden verder nog het huis “De Roskom” en een belendend pand aangekocht. Het college kwam maar moeizaam op gang. De eerste rector werd pas in 1632 benoemd. Eind 1626 telde het college drie klassen, waarvan het aantal leerlingen 70 bedroeg. Dit aantal is nimmer aanmerkelijk hoger geweest. De Jezuïeten moesten Breda verlaten toen de Staatse troepen in 1637 de stad innamen. Na het sluiten van de vrede van Munster in 1648 zijn de Jezuïeten naar Breda teruggekeerd en hebben tot 1739 hun statie daar bediend
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, Deel III, p. 24/25; F. van Hoeck, “Schets van de geschiedenis derJezuïeten in Nederland” (Nijmegen 1940), p. 109/155/228-229; J. Jacobs’, ‘”Om den Godtsdienst te vorderen”. De bijdrage van de minderbroeders-kapucijnen aan de katholieke herleving in Stad en Lande van Breda (1625 -1797)’, zie ook: https://deoranjeboom.nl/wp-content/uploads/2018/04/Jb-65-2012-08.pdf (12-01-2019), pz. 270-272/276/278/279/280; J.L.M. de Lepper, ‘De schuilkerk in bedrijf’ in “Jaarboek ‘de Oranjeboom 24” (1971), p. 104/105; J.F. Corstens, ‘Mans kloosteren binnen Breda’, in “Taxandria”, 32(1925), p. 187/188/189/190
Gebruikte websites:
Website Meertens Instituut, http://www.meertens.knaw.nl/bedevaart/bol/plaats/980 (14-01-2018)
ENK Monasticon nummer:
ME-P013-900
VU Kloosterlijst nummer:
BN05