Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Vestigingsplaats: 's-Hertogenbosch

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: 's-Hertogenbosch
Datering:
1609 - 1629
Orde of congregatie:
Jezuïeten
Plaatsnaam:
's-Hertogenbosch
Provincie:
Noord-Brabant
Parochie:
's-Hertogenbosch
Destijds gewest:
Brabant
Bisdom:
's-Hertogenbosch
Stichting/eerste vermelding:
1609
Opheffing/laatste vermelding:
1629
Type:
Klooster, m
Geschiedenis:
In 1609 vestigden de eerste jezuïeten zich in ‘s-Hertogenbosch. Gedurende de eerste vijf maanden vonden de paters onderdak in een gedeelte van het paleis in de Hinthammerstraat van bisschop Masius. Hij was de grootste bevorderaar van hun komst naar ‘s-Hertogenbosch. Zijn belangrijkste motief was, dat de jezuëiten met het stichten van een college de taak van de in verval geraakte Latijnse School zouden overnemen en zo het kwijnende onderwijs in de stad weer nieuw leven zouden inblazen. Na het korte verblijf in het bisschoppelijk paleis betrokken de paters het huis "De Cluijt" in de Verwerstraat. Vervolgens kocht het stadsbestuur voor hen de daarnaast gelegen huizen "De Pauw" en "De Groote Ketel". Een derde huis werd gehuurd. Aangezien deze huizen al spoedig te klein bleken, kregen ze in 1613 de beschikking over het belendend kloostercomplex van de regularissen van Sint-Annenborg. De voor de stichting van het college benodigde fundatie werd zowel door de geestelijke als de wereldlijke overheid bijeengebracht. Zo werd er voor dit doel in alle steden en dorpen van de Meierij een taxe geheven. Ook vormde een kanunniksprebende van de collegiale kerk van Sint Oedenrode, waarvan het begevingsrecht bij de Bossche bisschop berustte, een belangrijke bijdrage. In 1610 opende het college zijn deuren en telde toen 130 leerlingen. Dit aantal liep in de loop der jaren op tot 800. Het schooljaar 1616 begon echter met een beduidend minder aantal van 650 leerlingen. Dit was een gevolg van het strenger toepassen van de in 1612 door de Staten Generaal uitgevaardigd plakkaat, die de ouders in het gebied van de Republiek, die hun kinderen naar de jezuïetenschool zouden zenden, daarvoor met zware straffen bedreigde. Toen ‘s-Hertogenbosch in 1629 door de Staatse troepen onder leiding van Frederik Hendrik werd ingenomen, moesten ook de jezuïeten de stad verlaten. Hun gebouwen werden door de stad in beslag genomen en voor het grootste gedeelte aan de gouverneur van de stad in gebruik gegeven
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, deel III. p. 65/66; F. van Hoeck, “Schets van de geschiedenis derJezuïeten in Nederland” (Nijmegen 1940), p. 210-221; J.A.M. Hoekx, 'De Bossche kloosters tot aan de inname van de stad in 1629' in “Bossche Bouwstenen “VI (1983), zie ook: http://bossche-encyclopedie.nl/overig/kloosters/jezuieten.htm (27-01-2019); P.C. Molhuysen en P.J. Blok, “Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek”, Deel 4. (Leiden 1918), zie ook: https://www.dbnl.org/tekst/molh003nieu04_01/molh003nieu04_01_0140.php (28-01-2019), p. 90
Gebruikte websites:
Website Archieven.nl: Brabants Historisch Informatie Centrum, https://www.archieven.nl/nl/zoeken?mivast=0&mizig=210&miadt=235&miaet=1&micode=244&minr=929308&miview=inv2&milang=nl#inv3t1 (27-01-2019); Website Archieven.nl (Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC), https://www.archieven.nl/nl/zoeken?mivast=0&mizig=210&miadt=235&miaet=1&micode=7393&minr=1571134&miview=inv2&milang=nl (28-01-2019)
ENK Monasticon nummer:
ME-P013-901
VU Kloosterlijst nummer:
HN01