Zoeken in collecties

De Johannieters hadden in Ingen, een dorp in de gemeente Buren in de provincie Gelderland, een commanderij. De eerste vermelding van deze commanderij stamt uit 1317, toen de landcommandeur te Utrecht de door Reinoud I, graaf van Gelre, ten behoeve van deze commanderij gedane schenkingen bevestigde. Aan de commanderij behoorde de parochiekerk van Ingen, waarvan al in 1248 het patronaatsrecht geschonken was aan de Catharijneconvent van de Johannieters te Utrecht. Onder dit convent ressorteerde de commanderij te Ingen, die echter op de een of andere manier ook met de commanderij van Arnhem verbonden is geweest, getuige het feit dat er in 1391 van een commandeur ‘van Aarnem ende Inghen’ sprake was. Ten tijde van de Reformatie werd de balije van Utrecht gereformeerd, waardoor het niet langer meer tot de hoofdzetel van de Johannieter Orde op Malta behoorde en ook niet meer aan de grootprior van Duitsland te Heitersheim onderhorig was. In 1633 kreeg de stad Utrecht bij een resolutie van de Staten van Utrecht de beschikking over de commanderij in Ingen, inclusief het recht om voortaan de commandeur te benoemen. In 1644 en ook nog in 1718 ondernam de stad Utrecht pogingen om de landerijen te verkopen. Hiertegen verzetten zich echter de Staten van Gelderland. In 1784 besloot het stadsbestuur van Utrecht de benoeming van de commandeurs over te dragen aan de Prins van Oranje. De bezittingen van de commanderij werden toen als Domein-goederen beschouwd, waarvan het vruchtgebruik publiek werd verkocht. Het gebouwencomplex viel in de loop der tijd aan de slopershamer ten prooi. Er is thans dan ook niets meer dat nog aan het bestaan van de commanderij te Ingen herinnert