Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Vestigingsplaats: Utrecht

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Utrecht
Datering:
1232 - 1579
Orde of congregatie:
Dominicanen
Naam van het klooster:
Predikheren; Jacobijnen
Patroonheilige:
Sint Andreas
Plaatsnaam:
Utrecht
Provincie:
Utrecht
Parochie:
Utrecht-Jacob
Destijds gewest:
Nedersticht
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1232
Opheffing/laatste vermelding:
1579
Type:
Klooster, m
Geschiedenis:
In 1232 werd het klooster van de dominicanen in Utrecht door de orde canoniek erkend. Het is dan ook aannemelijk dat de dominicanen zich enkele jaren daarvoor al in deze stad gevestigd hadden. Waar hun klooster toen gestaan heeft, is niet bekend. Een schenking in 1249 van Rooms Koning Willem II van geld en grond maakte de bouw van een nieuw klooster mogelijk. Hij is dan ook aan te merken als stichter van dit klooster, waarvan de gebouwen in het noorden van de stad, oostelijk van de Oude Gracht gelegen waren. Het klooster, dat, evenals de kerk, aan de apostel Andreas toegewijd was, behoorde aanvankelijk tot de provincie Teutonia, maar werd in 1303 bij de toen gevormde provincie Saxonia ingedeeld. In 1486 ging het over naar de “Congregatio Hollandiae”, een hervormingsbeweging van de orde der Dominicanen, die een striktere observantie voorstond. In 1515 werd het bij de nieuwe provincie Germania Inferior gevoegd. Bij de stadsbrand in 1253 werd de kloosterkerk volledig verwoest. Het duurde tot omstreeks 1270 totdat tot consecratie van de nieuwe kerk kon worden overgegaan. Tijdens het prioraat van Godfried van Mierlo, dat van 1552 tot 1566 duurde, vond er een grondige restauratie van de kerk plaats. Bij de beeldenstorm in 1566, en opnieuw in 1579, liepen kerk en klooster veel schade op. In 1576 tekenden de Staten van Utrecht de Pacificatie van Gent en aanvaarden in 1577 onder voorwaarde van handhaving van de katholieke godsdienst de door de Prins van Oranje aangeboden Satisfactie. Toen in 1580 de toenemende invloed van de calvinisten tot onlusten in de stad leidde, verboden de Staten de uitoefening van de katholieke godsdienst. De kerk en het klooster, die tot dan toe nog in handen van de dominicanen waren, werden op bevel van de stedelijke regering verkocht. In 1583 werd er met de afbraak ervan begonnen
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, deel II, p. 189/190; S.P. Wolfs, “Middeleeuwse Dominicanenkloosters in Nederland” (Assen 1984), p. 243 t/m 278; A.H. Evertse, ‘De stad Utrecht en de franciscanen en dominicanen in de vijftiende eeuw’ in “Jaarboek Oud-Utrecht 1986”, p. 10/12-15/24/32; C. van Deventer, “Pelgrimpas Utrecht” uitgegeven door de Utrechtse binnenstadskerken in het kader van het project “Kerken Kijken Utrecht”, p. 29/30
Gebruikte websites:
Website Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven, http://www.erfgoedkloosterleven.nl/zoeken/collecties-zoeken.php?mivast=1212&mizig=212&miadt=1212&miaet=14&micode=DOC-MON&minr=734707&milang=nl&misort=orde%7Casc&mif1=Dominicanen%20(P012)&miview=ldt (17-08-2016)
ENK Monasticon nummer:
ME-P012-047
VU Kloosterlijst nummer:
U09