Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Vestigingsplaats: IJhorst

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: IJhorst
Datering:
1141 - 1603
Orde of congregatie:
Benedictijnen
Naam van het klooster:
Dikninge; Zoetendaal
Patroonheilige:
Onze Lieve Vrouw
Plaatsnaam:
IJhorst
Provincie:
Overijssel
Parochie:
IJhorst
Destijds gewest:
Oversticht
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1141
Opheffing/laatste vermelding:
1603
Type:
Klooster, m/v
Geschiedenis:
In 1141 schonk bisschop Herbert van Bierum aan het Benedictijner klooster te Ruinen de kerk van Steenwijk, die bisschop Dirk II evenwel van de Ruinense abt in 1206/1207 weer in bezit kreeg in ruil voor de kerk van Beilen en de kapel te Westerbork. Het klooster, dat de naam Zoetendael kreeg, was oorspronkelijk een mannenconvent. In 1181 waren er echter al verschillende nonnen in de abdij en werden er meer vrouwen, die zich tot het kloosterleven geroepen voelden, in de abdij opgenomen. Pas in 1215/1216 toen bisschop Otto enkele tienden te Leeuwte en te Steenwijk aan de abdij schonk, was er voor het eerst sprake van een abdij van monniken en nonnen. In 1325 gaf bisschop Jan III (van Diest) verlof tot verplaatsing van de abdij naar Dikninge. De aan Maria toegewijde abdij kreeg toen de naam „Dickenhem". Bij gelegenheid van de consecratie van de nieuwe kloosterkerk werd deze naam in opdracht van voornoemde bisschop echter veranderd in de oude naam „Zoetendael", die in de praktijk echter weinig weerklank vond. Door bisschop Frederik van Blankenheim werden verwoede pogingen gedaan om in het klooster Dikninge, waarvoor hij een speciale belangstelling koesterde, een hervorming door te voeren. Hij riep hiervoor de hulp in van abt Arnold Willemsz, die na zijn abbiaat te Dikningen in 1406, als abt van de Sint Paulusabdij te Utrecht was benoemd. De vermelding van diens optreden en de door hem opgestelde nieuwe statuten zijn vervat in een schrijven van voormelde bisschop uit 1414. Waarschijnlijk als gevolg van de Tachtigjarige Oorlog werden er na 1580 geen monniken meer in Dikninge aangetroffen. In 1603 werd het klooster opgeheven en werden de goederen door het gewest in beslag genomen. De overgebleven nonnen werden op alimentatie gesteld. De laatste non verliet in 1652 het klooster. Om plaats te maken voor de in 1813 gereedgekomen bouw van het huidige Huize Dickninge, werden de kloostergebouwen tenslotte afgebroken. De kerk was in 1645 al aan de slopershamer ten prooi gevallen
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, deel III, p. 134; A.J.M. Arts: Proefschrift “Het dubbelklooster Dikninge” (Universiteit van Nijmegen 1945), p. 39/40/41/72/99/100; H. v. Engen en K. v. Vliet: “De nalatenschap van de Paulusabdij in Utrecht” (Hilversum 2012), p. 178; “Nieuwe Drentse Volkalmanak” (Assen 2009), p. 89/90
Gebruikte websites:
Website Het Archieven Portaal Europa, https://www.archivesportaleurope.net/ead-display/-/ead/pl/aicode/NL-AsnDA/type/fa/id/0440 (08-11-2016); Website Encyclopedie Drenthe Online, http://www.encyclopediedrenthe.nl/Dikninge (22-02-2016); Website "Orgels in Drenthe", http://www.orgelsindrenthe.nl/nederlands/ruinen01-kerk.html (21-02-2016) Website Wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Dickninge (22-02-2016); Website Wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Ruinen (21-02-2016)
ENK Monasticon nummer:
ME-P003-114
VU Kloosterlijst nummer:
I02