Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Archiefinventaris Oblaten van Franciscus van Sales zzOUD Databestand kloosters in Nederland
beacon
50  zoekresultaten
gesorteerd op:
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Kartuizers
Gebruikte websites:
Website Lucepedia digitale theologische encyclopedie, https://www.lucepedia.nl/dossieritem/kartuizers/de-kartuizerorde (09-01-2021); Website Archieven.nl: Brabant Historisch Informatie Centrum (BHIC), https://www.archieven.nl/nl/zoeken?mivast=0&mizig=210&miadt=235&miaet=1&micode=240&minr=13105148&miview=inv2 (08-01-2021), Website KRO-NCRV, https://kro-ncrv.nl/katholiek/encyclopedie/k/kartuizers (08-01-2021); Website Cartusiana, http://www.cartusiana.org/node/4322 (03-08-2021; Website Provincie Oost-Vlaanderen België, https://dms.oost-vlaanderen.be/download/86ea7e91-9eaf-4037-95bd-e255c3f8fdd6/Erfgoedsprokkel%20Lierde%20kartuizersite%20Sint-Martens-Bos.pdf (09-01-2021); Website Wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Kartuizers (08-01-2021)
Orde of congregatie:
Kartuizers
Alternatieve namen:
Kartuizers; Orde der Kartuizers
Latijnse naam:
Ordo Cartusiensis
Afkorting:
OCart
Stichter, stichteres:
Bruno van Keulen
Stichtingsjaar:
1084
Land van oorsprong:
Frankrijk
Plaats van oorsprong:
Dauphiné
Vestiging Nederland:
1314
Doelstelling:
Contemplatie
Geschiedenis:
Bruno van Keulen, stichter van de kartuizerorde, was magister in de theologie in Reims. Uit onvrede met de gang van zaken binnen de katholieke kerk besloot hij het openbare kerkelijke leven de rug toe te keren om een streng ascetisch leven te gaan leiden. In 1084 stichtte hij in het onherbergzame Massif de la Chartreuse de eerste kartuis, die uit zou groeien tot La Grande Chartreuse, het moederhuis van de kartuizerorde. In 1992 stichtte hij in Calabrië in Zuidwest-Italië de tweede kartuis, waar hij in 1101 overleed. De kartuizerorde kenmerkt zich door streng ascetisme, eenzaamheid, ongestoorde contemplatie en afzondering. Daartoe leven de kartuizers ieder afzonderlijk in een kleine woning, een kluis. In de rond een complex van gezamenlijke gebouwen gegroepeerde kluizen brengen de kartuizers bijna heel hun leven in eenzaamheid door met gebed, studie en het verrichten van handarbeid. Ze komen alleen bijeen voor gebed en gezang en om gezamenlijk te eten op zon- en feestdagen. Er wordt in een kartuis vrijwel niet gesproken. De kartuizers praten alleen met elkaar tijdens feestdagen en de wekelijkse wandeling. Idealiter bestaat een kartuis uit 12 monniken en een prior, met ongeveer evenveel lekenbroeders, genoeg om te kunnen leven van de exploitatie van de grond rondom de kartuis. Bruno van Keulen liet geen geschreven regel na. Het was Guigo, de vijfde prior van La Grande Chartreuse, die het ideaal van Bruno vastlegde in de Consuetudines die de uiteindelijk leefregel van de kartuizerorde omvat. Consequent vasthoudend aan deze regel, heeft de kartuizerorde niet zoals veel andere middeleeuwse orden een observantiebeweging gekend. Nederland telde negen kartuizen. Deze werden tijdens de reformatie verwoest op de kartuis van Roermond na, die in 1783 zijn deuren moest sluiten. Een poging in de 20ste eeuw om een kartuis in Tubbergen te stichten, werd in 1971 voornamelijk door het toen vrijzinnige klimaat in de Nederlandse kerkprovincie en de ontkerkelijking definitief afgeblazen
Gebruikte bronnen:
E. Mores, Proefschrif “Fundatio Carthusiae Ultraiectinae: stichtingskroniek van het kartuizerklooster Nieuwlicht bij Utrecht” (Universiteit Utrecht 2009), p. 2-4; J. G.M. Sanders, ‘de kartuizers bij Den Bosch: historisch overzicht en vragen rond de stichting” in “Signum. Tijdschrift van de Contactgroep voor sociaal-economische en institutioneel-juridische geschiedenis van geestelijke en kerkelijke instellingen in de Nederlanden in de middeledeuwen”, 19 (2007), p. 104; Th. Bakker, ‘Sint Andries ter Zaliger Haven. De geschiedenis van het Kartuizerklooster in Amsterdam 1392-1578’ op website Theo Bakker’s Domein, https://www.theobakker.net/pdf/sintandries.pdf (09-01-2021), p. 2-3; J. Schut, ‘Het kasteel Vronestein en haar bewoners rond het jaar 1726’ in “Cronyck de Gein”, 6 (1984), nr. 1, zie ook: https://www.museumwarsenhoeck.nl/wp-content/uploads/2015/08/1984.pdf (09-01-2021), p. 3/4; L. Zuidema, ‘Weerspiegeling van twee leefwerelden. Het Delftse kartuizerklooster en het drieluik met de familie Van Beesd’ in “Madoc”, jaargang 2004, zie ook: https://www.dbnl.org/tekst/_mad001200401_01/_mad001200401_01_0036.php#316T (09-01-2021), p. 260-262; P.F.M. Coenen, ‘De Kartuizers in het land van de Dommel’ op website Heemkunde Boxtel, https://heemkundeboxtel.nl/wp-content/uploads/2017/02/kart-2004.pdf (09-01-2021); T.H.M van Schaik, “Het kroost van broeder Joost. Waarom de kartuizers niet terugkwamen naar Nederland” (Kampen 2007), p. 170; A.Hoksbergen, “De kartuize van Tubbergen” (Afstudeerscriptie Academie van Bouwkunst in Amsterdam, februari 2011), p. 10; J. Reijnders, “Een reis in stilte. Leven als kartuizers” (Kampen 2006)
Opmerkingen:
deze vestiging werd ook Constantijn
ENK Monasticon nummer:
P016
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Kleine Zusters van de H. Joseph
Orde of congregatie:
Kleine Zusters van de H. Joseph
Alternatieve namen:
Sint Joseph Congregatie; Zusters van Paus Pius IX; Kleine Pius-Zusters; Kleine Zusters van de H. Jozef; Kleine Zusters van de H. Joseph, patroon der kerk; Kleine Zusters van het Allerheiligst Hart van Jezus; Kleine Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid; Kleine Zusters van de H.H. Harten van Jezus en Maria; Zusters van Heerlen; Kleine Zusters van de H. Joseph, patroon der kerk
Latijnse naam:
Sorores Minores Sancti Josephi
Afkorting:
SMSJ
Stichter, stichteres:
P.J. Savelberg
Stichtingsjaar:
1872
Land van oorsprong:
Nederland
Plaats van oorsprong:
Heerlen
Vestiging Nederland:
1872
Patroonheiligen:
H. Joseph
Doelstelling:
Sociaal liefdeswerk
Geschiedenis:
In oktober 1867 begon kapelaan Petrus Josephus Savelberg (later Monseigneur) een gasthuisje voor oude hulpbehoevende mensen en wezen in een klein huis aan de Gasthuisstraat te Heerlen, het Pendershuis genaamd. In 1870 verhuisde het gasthuisje naar het klooster van de Zusters Franciscanessen van Heythuisen aan de Gasthuisstraat toen deze het klooster verlieten. Op 21 juni 1872 stichtte Savelberg de congregatie van de Kleine Zusters van de H. Jozef. Op 12 oktober 1907 werd de congregatie geaffilieerd aan de Orde van de Minderbroeders Franciscanen
Juridische structuur:
Van bisschoppelijk recht
Rechtspersonen:
Burgerlijke rechtspersoon (situatie 1959): Vereniging Sint-Jozesgesticht
Missielanden:
China (1922); Indonesië (1938); Kenya (1963); Tanzania (1995); Taiwan (1972); Belgie (1887)
Gebruikte bronnen:
KS, 59; PA 2004; NMM; Kloosterarchivaris juli 2008
ENK Monasticon nummer:
Z081
Gevestigd in:
meer
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Kruisvaarders van Sint Jan
Orde of congregatie:
Kruisvaarders van Sint Jan
Alternatieve namen:
Gezelschap der Kruisvaarders van Sint Jan; Kruisvaarders van Sint Jan
Stichter, stichteres:
Jacques van Ginneken SJ
Stichtingsjaar:
1922
Land van oorsprong:
Nederland
Doelstelling:
Het ontwikkelen van activiteiten die een bijdrage kunnen leveren aan een mentaliteit waarbinnen iedere mens tot optimale ontplooiing kan komen, met als uitgangspunt het Evangelie van Jezus Christus
Gebruikte bronnen:
Erasmusplein 7, 1996, nr. 1: Ad van Huijgevoort, 'De Kruisvaarders van Sint Jan. De geschiedenis van een 20e-eeuw lekenapostolaat'; Archief te Heemstede, in 1995 door KAN geïnventariseerd. [OV: zie ook lit. in KS 2003 voor de Vrouwen van Bethanië; art. "Ginneken, Jacobus Joannes Antonius van'; Winkler Prins Encyclopaedie 9 (5e dr., 1950) k. 542-543 (lit)]; Nolet II, 33-40; Encyclopedie van het Katholicisme II (1955) k. 532-533]
Opmerkingen:
Van Ginneken richtte in 1922 een lekencongregatie op. Qua vorm lijkt deze sterk op een broedercongregatie, maar men legt geen publieke geloften af. Sinds 1948 vormen de Kruisvaarders een seculier instituut. Na de beginjaren met straatprediking legde men zich toe op volwassenapostolaat en de opvang van daklozen. Na de oorlog werd men ook in de missie actief. Men verzorgde (technisch) onderwijs en had eigen internaten en opvanghuizen
ENK Monasticon nummer:
V001
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Magdalenen
Gebruikte websites:
Website Ökumenisches Heiligen Lexikon, https://www.heiligenlexikon.de/Orden/Magdalenerinnen.htm (24-03-2023); Website Historisches Lexicon Bayerns, https://www.historisches-lexikon-bayerns.de/Lexikon/Reuerinnen (24-03-2023); Website Mittelalter-Lexikon, https://www.mittelalter-lexikon.de/wiki/Reuerinnen (24-03-2023); Website Wiki Data, https://www.wiki-data.de-de.nina.az/Magdalenerinnen.html (24-03-2023); Website Wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Magdalenazusters (24-03-2023); Website Wikipedia, https://de.wikipedia.org/wiki/Magdalenerinnen (24-03-2023)
Orde of congregatie:
Magdalenen
Alternatieve namen:
Penitenten van Maria Magdalena; boetzusters; magdalenen
Latijnse naam:
Ordo Sanctae Mariae Magdalenae; Sorores poenitentes beatae Mariae Magdalenae; Ordo Magdalenitarum; Albae Dominae de Ordine Penitentium
Afkorting:
OSMM
Stichter, stichteres:
Rudolf van Worms
Stichtingsjaar:
1224
Land van oorsprong:
Duitsland
Plaats van oorsprong:
Worms
Vestiging Nederland:
1230
Vertrek uit Nederland:
1607
Patroonheiligen:
Mara Magdalena
Doelstelling:
Aan boetvaardige straatprostituees en bedreigde vrouwen bieden van een gemeenschappelijk kloosterleven en vanaf circa 1250 ook zorg bieden aan ongehuwde leden van burgerlijke families
Geschiedenis:
Toegewijd aan Maria Magdalena, patrones van de verleide en berouwvolle zondaars, was het aanvankelijke doel van de Orde van de Penitenten van Maria Magdalena om aan boetvaardige straatprostituees en bedreigde vrouwen een gemeenschappelijk kloosterleven te bieden. Vanaf circa 1250 waren de kloosters van deze orde evenwel ook plaatsen waar ongehuwde leden van burgerlijke families werden verzorgd. De magdalenen, de leden van onderhavige orde, die naar hun witte habijt doorgaans witte vrouwen genoemd werden, waren quasi-monialen die wel bepaalde ordegebruiken volgden, maar niet rechtstreeks onder kerkelijke voogdij stonden en ook niet de strikte clausuur- en stiltevoorschriften in acht namen. De orde werd in 1224 opgericht door Rudolf van Worms, kanunnik van de Sint Mauritiuskerk in Hildesheim. In 1227 bevestigde paus Gregorius IX de orde door in zijn bul Religiosam vitam eligentibus. Aanvankelijk volgden de magdalenen de Regel van Benedictus en de cisterciënzer statuten, maar in 1232 verplichtten zij zich in de plaats daarvan tot de Regel van Augustinus en de statuten van de dominicanessen van het San Sistoklooster in Rome. Van 1250 tot ongeveer 1280 werd aan elk klooster van de orde een klein mannenklooster toegewezen, dat de geestelijke verzorging van magdalenen en het beheer van het klooster op zich nam. Na 1280 beperkte dit zich echter tot de aanwezigheid per klooster van uitsluitend een prior. Tegen het einde van de 13e eeuw behoorden ongeveer 70 kloosters tot de orde, die alleen in Duitsland wijdverspreid was. In de loop der tijd sloten sommige kloosters zich aan bij andere orden. Van de 40 kloosters, die er aan het einde van 15e eeuw resteerden, werden er tijdens de reformatie veel geseculariseerd of verdwenen als gevolg van de politieke schermutselingen in die tijd. De religieuze hervormingen, die keizer Jozef II in de tachtiger jaren van de 18e eeuw doorvoerde, gaven de genadeslag aan de orde, die toen tot één vestiging in Luban in Silezië werd teruggebracht
Juridische structuur:
Pauselijk recht
Gebruikte bronnen:
W. Schouten, ‘Het Witte Vrouwenklooster’ in “De Maaspost” (7 oktober 2009), zie ook: rhcl.nl/files/3614/1829/9661/Het_Witte_Vrouwenklooster.pdf (24-03-2023), p.46;
ENK Monasticon nummer:
Z205
Toon op kaart Toon op kaart