Zoeken in collecties

Uw zoekacties: zzOUD Databestand kloosters in Nederland

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
5.418  beschrijvingen
gesorteerd op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Bergen op Zoom
Datering:
1403 - 1580
Orde of congregatie:
Alexianen (Cellebroeders)
Plaatsnaam:
Bergen op Zoom
Provincie:
Noord-Brabant
Parochie:
Bergen op Zoom
Destijds gewest:
Brabant
Bisdom:
Luik
Stichting/eerste vermelding:
1403
Opheffing/laatste vermelding:
1580
Type:
Klooster, m
Geschiedenis:
Op gezamenlijke initiatief van de stadsmagistraat en de heer van Bergen op Zoom vestigden de cellebroeders zich in deze stad. In 1474 stelde het stadsbestuur aan hen een gebouw aan de Nieuwstraat -thans Korenbeursstraat- ter beschikking, die zij in 1477 als definitieve behuizing in gebruik namen. De cellebroeders leefden in armoede. De stad verleenden hen dan ook herhaaldelijk materiële steun. De broeders legden zich toe op het verplegen van besmettelijke zieken, met name zij die aan pest leden. Ook het begraven van de overleden zieken behoorde tot hun taak. In 1580 woedde in Bergen op Zoom de Soldatenfurie, waarbij de Staatsgezinden veel kerkelijke bezittingen vernielden. Bovendien mocht daarna in Bergen op Zoom de katholieke godsdienst niet meer uitgeoefend worden en moesten de mannelijke religieuzen de stad verlaten. Toch bevonden de cellebroeders zich, voor zover bekend, in 1582 nog in de stad. Ze waren in hun klooster aan de huidige Korenbeurs blijven wonen. Dat het stadsbestuur hen gedoogde heeft alles te maken met het nut dat de broeders met hun weinig benijdenswaardige werk aan de stad bewezen. In de loop van de volgende jaren hebben de cellebroeders de stad vermoedelijk toch verlaten. Toen het cellebroedersklooster met de bijbehorende bezittingen in 1597 door prins Maurits, als markies van Bergen op Zoom, aan de stad schonk, werden de gebouwen tot weeshuis bestemd
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, deel II, p. 30; W. A. van Ham, “Macht en gezag in het markiezaat: een politiek-institutionele studie over stad en land van Bergen op Zoom (1477-1583)” (Hilversum 2000), p. 382/383 + Blz. 382, voetnoot 52; S.M.C . Leupen, ‘De kloosters van de cellebroeders en -zusters in het graafschap Holland en Zeeland tot aan de Reformatie’ in “Historisch Tijdschrift Holland”, 30 (1998), p. 84/90; C.C.M. de Mooij, “Geloof kan Bergen verzetten: reformatie en katholieke herleving te Bergen op Zoom” (Hilversum 1998), p. 177/178
ENK Monasticon nummer:
ME-B001-002
VU Kloosterlijst nummer:
B08
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Amsterdam
Datering:
1440 - 1578
Orde of congregatie:
Alexianen (Cellebroeders)
Naam van het klooster:
Boedertgins die om brood gaan
Patroonheilige:
Paulus en Alexius
Plaatsnaam:
Amsterdam
Provincie:
Noord-Holland
Parochie:
Amsterdam-Nicolaas
Destijds gewest:
Holland
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1440
Opheffing/laatste vermelding:
1578
Type:
Klooster, m
Geschiedenis:
Het Amsterdamse cellebroedersklooster, een convent van lekenbroeders, die volgens de regel van Augustinus leefden, werd voor het eerst in 1440 vermeld. Het was gevestigd in de buurt van het gasthuis aan de Nes, tussen de huidige Wijde Lombard- en Cellebroederssteeg. Het klooster was zoveel mogelijk afgesloten van de buitenwereld. Het kloosterterrein had slechts enkele ingangen en poortjes, terwijl de gevel van het klooster aan de westzijde van de Nes geheel vensterloos was. In 1505 kregen de cellebroeders, die zich toelegden op het verzorgen van zieken -met name pestlijders- en het begraven van de doden, vergunning het Spoey te overkluizen, zodat hun klooster iets vergroot kon worden. In 1547 werd er in de Smidskapel in de Oude Kerk te Amsterdam een hangkamer (=galerij) gerealiseerd, die een goed uitzicht bood op het Sint Eloy-altaar van de Smeden. Deze hangkamer was uitsluitend bestemd voor de cellebroeders. Hierdoor behoefden zij zich voor hun kerkbezoek, in een tijd dat men toen nog maar weinig wist van ontsmettingsmiddelen, niet onder het gewone kerkvolk te begeven. Op hun eigen terrein hadden de broeders een kerkhof, waar ze ook pestlijders, die aan die ziekte bezweken waren, begroeven. Na de Alteratie werd het kloostercomplex, op de kapel na, gesloopt en werd de grond, die de stad zich had toegeëigend, verkocht
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, deel II, p. 18; S.M.C . Leupen, ‘De kloosters van de cellebroeders en -zusters in het graafschap Holland en Zeeland tot aan de Reformatie’ in “Historisch Tijdschrift Holland”, 30 (1998), p. 63/72/76/86 ; B. Bijtelaar, ‘Het complex Smidskapel, Zuiderportaal, Librije en IJzeren Kapel van de oude kerk’ in “Zestigste Jaarboek van het Genootschap Amstelodamum” (Amsterdam 1968), p. 29; G. van Arkel, De huizen hoek Nes en Wijde Lombardsteeg op het terrein van de kerk van het cellebroedersklooster’, in “Twaalfde Jaarboek van het Genootschap Amstelodamum” (Amsterdam 1913), p. 201, Th. Bakker, “Middeleeuwse kloosters, begijnhof en gasthuizen in Amsterdam” op website Theo Bakker’s Domein, http://www.theobakker.net/pdf/kloostersadam.pdf (16-11-2016), p. 32/33
ENK Monasticon nummer:
ME-B001-001
VU Kloosterlijst nummer:
A43
Toon op kaart Toon op kaart