Zoeken in collecties

Uw zoekacties: zzOUD Databestand kloosters in Nederland

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
9  zoekresultaten
gesorteerd op:
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Begarden
Orde of congregatie:
Begarden
Alternatieve namen:
Begarden, Beggarden, Begaarden, Bogaarden
Stichtingsjaar:
Eerste helft dertiende eeuw - 1312
Plaats van oorsprong:
Waarschijnlijk Vlaanderen
Vestiging Nederland:
Eerste helft dertiende eeuw
Vertrek uit Nederland:
In de loop van de veertiende en vijftiende eeuw
Doelstelling:
Handenarbeid, vooral weven
Geschiedenis:
De begarden, de mannelijke tegenhangers van de begijnen, maakten deel uit van de semi-religieuze leefgemeenschappen binnen de Rooms-Katholieke kerk. De begardenbeweging ontstond waarschijnlijk in Vlaanderen in de eerste helft van de dertiende eeuw. Een eventuele stichter wordt niet vermeld. Aanvankelijk leefden de begarden verspreid onder de stedelijke bevolking. Later verenigden zij zich in vrije genootschappen en tegen het einde van de 13de eeuw gingen sommige begarden samenwonen in conventen of godshuizen. De begarden waren hoofdzakelijk handarbeiders, vooral wevers. Dit bracht hen soms in conflict met de middeleeuwse ambachten van wevers. De begarden legden geen eeuwige geloften af, maar uitsluitend tijdelijke, meestal jaarlijkse, die zich beperkten tot de geloften van kuisheid en gehoorzaamheid. Ook volgden hun gemeenschappen geen door de Kerk erkende kloosterregel en waren dan ook vanuit kerkelijk perspectief gezien aan te merken als lekengemeenschappen en hun eventuele organisaties als lekenorden. De kerkelijke overheid kon slechts weinig invloed uitoefenen op het doen en laten van de begarden, die soms opvattingen over geloofsartikelen en de sacramenten erop nahielden die haaks stonden op die van de Kerk. Vanaf 1290 werden de begarden, evenals de begijnen, verdacht gemaakt, beschuldigd van ketterij en soms zelfs hiervoor vervolgd en ter dood veroordeeld. In 1312 vaardigde het Concilie van Vienne het verbod op de begardenbroederschappen uit. Op straffe van excommunicatie werd de levensstaat van de begarden verboden en afgeschaft. Dit belette niet dat de begarden, vooral in de Nederlanden, bleven bestaan, omdat ze zich expliciet onder het gezag van de Kerk plaatsten. In de loop van de veertiende en vijftiende eeuw verdwenen ze echter. Wat van hun communauteiten overbleef, evolueerde tot afdelingen van de derde orde bij sommige bedelorden, voornamelijk bij de franciscanen. In Nederland vond men begardenkloosters in Maastricht, Roermond en ’s-Hertogenbosch
Gebruikte bronnen:
H. van Engen, “De derde orde van Sint Franciscus in het middeleeuws bisdom Utrecht. Een bijdrage tot de institutionele geschiedenis van de Moderne Devotie” (Hilversum 2006), p. 62; J. van Molenbroek, ‘Religieuze orden in Middeleeuws Nederland: vier eeuwen van expansie’ in “De middeleeuwse kloostergeschiedenis van de Nederlanden“ onder redactie van P. de Nijs en H. Kroeze (Zwolle 2008), p. 46; J. Huijberts. “De Begijnen en hun veroordeling op het concilie van Vienne in 1312” (Eindscriptie Theologie Levensbeschouwing Amsterdam 2009), p. 10; F.J. van Lanschot, “De historische schoonheid van ’s-Hertogenbosch” (Amsterdam 1950), p. 108/109; Th. Bakker, “Middeleeuwse kloosters in Maastricht” op website Theo Bakker’s Domein, http://www.theobakker.net/pdf/kloosterstricht.pdf (05-01-2023), p. 15/16; I.M.H. Evers, ‘Het Begaarden of bogaardenklooster’ op website Meestreech On Line, http://forum.mestreechonline.nl/forum/mestreech-maastricht/gebouwen-en-infrastructuur-maastricht/kerken-kapellen-kloosters-en-bedevaarten/2668-het-begaarden-of-bogaardenklooster (05-01-2023)
ENK Monasticon nummer:
B023
Toon op kaart Toon op kaart