Zoeken in collecties

Uw zoekacties: zzOUD Databestand kloosters in Nederland
beacon
254  beschrijvingen
gesorteerd op:
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Benedictijnen
Gebruikte websites:
Website Lucepedia: Digitale theologische encyclopedie, https://www.lucepedia.nl/dossieritem/benedictus-van-nursia/benedictus-van-nursia-ca-480-550 (18-04-2020; Website OSB.ORG, https://www.osb.org/our-roots/a-brief-history-of-the-benedictine-order/ (17-04-2020); Website Monasteria.Org, http://www.monasteria.org/benedictijnen/ (17-04-2020); Website Monasteria.Org, http://www.monasteria.org/het-leven-van-benedictus/ (17-04-2020); Website Sint Willibrordsabdij, https://willibrordsabdij.nl/?page_id=525i (17-04-2020); Website Konferentie Nederlandse Religieuzen (KNR), https://www.knr.nl/religieusleven/pagina.asp?pagina_id=12 (17-04-2020); Website Wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Benedictijnen (17-04-2020); Website Wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Regula_Benedicti (17-04-2020)
Orde of congregatie:
Benedictijnen
Alternatieve namen:
Benedictijnen
Latijnse naam:
Ordo Sancti Benedicti
Afkorting:
OSB
Stichter, stichteres:
Benedictus van Nursia
Stichtingsjaar:
6e eeuw
Land van oorsprong:
Italië
Vestiging Nederland:
In de middeleeuwen en vanaf begin 20e-eeuw
Doelstelling:
Contemplatie; liturgie; gastenverblijf; onderwijs; missiewerk
Geschiedenis:
Benedictus van Nursia (480-547), die beschouwd wordt als patriarch van het westerse monnikenleven, schreef een regel voor monniken die in eerste instantie bedoeld was voor de monniken van de Abdij van Monte Casino, waarvan hij abt was. Deze “Regula Benedicti “ vormt een handleiding waarin het geestelijke, sociale en materiële leven van de monniken geregeld is en dat gedragen wordt door drie pijlers: het gebed, de lezing en de arbeid. Doel is, dat de monnik als mens geleidelijk groeit tot innerlijke heelheid en tot het geluk om God boven alles en allen lief te hebben. De benedictijnse monnik legt drie geloften af: de gelofte van stabiliteit (het zich levenslang verbinden aan één vaste monnikengemeenschap), de gelofte van trouw aan een monastiek levensgedrag (het leiden van een celibatair leven zonder enig bezit) en de gelofte van gehoorzaamheid aan de kloosterregel (het gehoorzaam zijn aan de Regel van Benedictus). In de middeleeuwen werden binnen de grenzen van het huidige Nederland om en nabij de 25 benedictijnse kloosters gesticht. Op de huidige Sint Adelbertabdij in Egmond na, die feitelijk de heroprichting vormt van het daar in het midden van de 10e-eeuw gestichte benedictijnenklooster, zijn al deze klooster opgeheven, het overgrote deel ten tijde van de Reformatie. Aan het begin van de 20e-eeuw vestigden zich vanuit Frankrijk, vanwege het antiklerikale beleid daar, weer benedictijnen in Nederland en wel het eerst in Oosterhout. Vanuit de daar gestichte Sint Paulusabdij werd de Sint Adelbertabdij in Egmond, de Sint Willibrordsabdij bij Doetinchem en de abdij Sint Benedictusberg te Lemiers (Vaals) gesticht
Missielanden:
Zuid-Afrika (1910); Trinidad en Tobago (1912); Congo (Zaïre). De missielanden behoren bij de congregatie van Subiaco
Gebruikte bronnen:
Bijdrage kloosterarchivaris, n.a.v. inventarisatie medio 2008; J. Willemsen, “Nederlandse missionarissen en hun missiegebieden” (KDC, Nijmegen 2006), zie ook: https://docplayer.nl/4804632-Nederlandse-missionarissen-hun-missiegebieden.html (30-09-2019); J.P.A. van Vugt: Kloosters op schrift (tweede bewerkte uitgave, Nijmegen 2003), zie ook: https://repository.ubn.ru.nl/bitstream/handle/2066/134988/134988.pdf?sequence=1 (02-10-2019); M. van der Plas en R. Lutz, “Abdijen in de Lage Landen en de mensen die er wonen” (Tielt, Baarn 1989). p. 9; W. Nolet: Katholiek Nederland, Deel I ('s-Gravenhage 1930), p. 104; R. Wolfs, ‘De Benedictijnen OSB’ op Website Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC), https://www.bhic.nl/ontdekken/verhalen/de-benedictijnen-osb (17-04-2020);
Opmerkingen:
De kloosters zijn elk zelfstandig, maar ze zijn gegroepeerd in monastieke congregaties omdat Rome dit wilde. De huidige Nederlandse abdijen vormden in 1967 de Nederlandse congregatie, maar deze werd in 2005 opgeheven. De Benedictusabdij van Vaals sloot zich hier niet bij aan, maar is bij de Franse congregatie van Solesmes, waar Oosterhout, Egmond en Doetinchem tot 1967 ook bij behoorden, gebleven. Solesmes is het Franse klooster waar midden negentiende eeuw de opleving van het kloosterleven begon. In 2005 hebben de abdijen van Oosterhout (Sint Paulus) en Doetinchem (Sint Willibrord) zich aangesloten bij de congregatie van Subiaco. Subiaco wil terug naar de hervormingsbeweging van de Italiaanse kloosters rond 1850, die terug wilden naar de oorsprong. Ze staan dichter bij elkaar, komen in geest overeen en willen minder 'buitenactiviteiten'. In hetzelfde jaar heeft de abdij van Egmond (Sint Adelbert) zich aangesloten bij de congregatie van de Annunciatie. Deze congregatie is de vroegere Belgische congregatie. In 1918 waren er 3 abdijen in België: Maredsous en Keizersberg in Leuven (behorende tot de Duitse congregatie van Beuron) en Sint Andries in Brugge. Sint Andries, gesticht door een monnik van Maredsous, had aansluiting bij de Braziliaanse congregatie, opgezet om kloosters in Brazilië te helpen. Na de Eerste Wereldoorlog wilden de abdijen niet bij Beuron blijven en sloten zich aaneen tot de congregatie van de Annuntiatie (internationaal, school- en missiegericht)
ENK Monasticon nummer:
P003
Gevestigd in:
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Begijnen
Orde of congregatie:
Begijnen
Alternatieve namen:
Begijnen; Begijnen van het H. Sacrament (Amsterdam)
Stichtingsjaar:
12e eeuw - ca. 1990
Vestiging Nederland:
13e eeuw
Geschiedenis:
De oorsprong van de begijnen is onduidelijk. Over de naamsafleiding is veel gespeculeerd. Vanaf de 12e eeuw treft men ze aan. In Nederland zijn er vanaf de 13e eeuw begijnen. De begijnen waren ongetrouwde vrouwen en weduwen, die de geloften van gehoorzaamheid en kuisheid aflegden. Ze leidden een religieus leven zonder formeel religieuzen te zijn. Persoonlijk bezit was toegestaan. Vaak woonden ze bij melaatsenhuizen en ziekenhuizen. In vele plaatsen waren er begijnhoven. In Nederland waren er nog tot eind jaren tachtig van de 20e eeuw begijnen te Amsterdam (Begijnen van het H. Sacrament) en Breda
Gebruikte bronnen:
KS; zie voor een schets de pdf-file ("fact sheet") van Rosadoc te Brussel; J. van Kuyk, Kerkelijke organisatie in het middeleeuwse bisdom Utrecht (Nijmegen 2004) 269-270 (lit.)
ENK Monasticon nummer:
Z010
Gevestigd in:
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Begarden
Gebruikte websites:
Website Het Rijksachief van België, https://search.arch.be/nl/zoeken-naar-archiefvormers/zoekresultaat?text=eac-BE-A0500_115133&inLanguageCode=DUT&view=eac (05-01-2023);Website Zwartzusters van Bethel o.s.a., https://www.zwartzusters-bethel-brugge.be/onze-instellingen-brugge1/ (05-01-2023); Website Wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Begarden (05-01-2023); Website Wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Bogaardenklooster_(Maastricht) (05-01-2023); Website Academic dictionaries en enclopededia , https://de-academic.com/dic.nsf/dewiki/150771 (05-01-2023)
Orde of congregatie:
Begarden
Alternatieve namen:
Begarden, Beggarden, Begaarden, Bogaarden
Stichtingsjaar:
Eerste helft dertiende eeuw - 1312
Plaats van oorsprong:
Waarschijnlijk Vlaanderen
Vestiging Nederland:
Eerste helft dertiende eeuw
Vertrek uit Nederland:
In de loop van de veertiende en vijftiende eeuw
Doelstelling:
Handenarbeid, vooral weven
Geschiedenis:
De begarden, de mannelijke tegenhangers van de begijnen, maakten deel uit van de semi-religieuze leefgemeenschappen binnen de Rooms-Katholieke kerk. De begardenbeweging ontstond waarschijnlijk in Vlaanderen in de eerste helft van de dertiende eeuw. Een eventuele stichter wordt niet vermeld. Aanvankelijk leefden de begarden verspreid onder de stedelijke bevolking. Later verenigden zij zich in vrije genootschappen en tegen het einde van de 13de eeuw gingen sommige begarden samenwonen in conventen of godshuizen. De begarden waren hoofdzakelijk handarbeiders, vooral wevers. Dit bracht hen soms in conflict met de middeleeuwse ambachten van wevers. De begarden legden geen eeuwige geloften af, maar uitsluitend tijdelijke, meestal jaarlijkse, die zich beperkten tot de geloften van kuisheid en gehoorzaamheid. Ook volgden hun gemeenschappen geen door de Kerk erkende kloosterregel en waren dan ook vanuit kerkelijk perspectief gezien aan te merken als lekengemeenschappen en hun eventuele organisaties als lekenorden. De kerkelijke overheid kon slechts weinig invloed uitoefenen op het doen en laten van de begarden, die soms opvattingen over geloofsartikelen en de sacramenten erop nahielden die haaks stonden op die van de Kerk. Vanaf 1290 werden de begarden, evenals de begijnen, verdacht gemaakt, beschuldigd van ketterij en soms zelfs hiervoor vervolgd en ter dood veroordeeld. In 1312 vaardigde het Concilie van Vienne het verbod op de begardenbroederschappen uit. Op straffe van excommunicatie werd de levensstaat van de begarden verboden en afgeschaft. Dit belette niet dat de begarden, vooral in de Nederlanden, bleven bestaan, omdat ze zich expliciet onder het gezag van de Kerk plaatsten. In de loop van de veertiende en vijftiende eeuw verdwenen ze echter. Wat van hun communauteiten overbleef, evolueerde tot afdelingen van de derde orde bij sommige bedelorden, voornamelijk bij de franciscanen. In Nederland vond men begardenkloosters in Maastricht, Roermond en ’s-Hertogenbosch
Gebruikte bronnen:
H. van Engen, “De derde orde van Sint Franciscus in het middeleeuws bisdom Utrecht. Een bijdrage tot de institutionele geschiedenis van de Moderne Devotie” (Hilversum 2006), p. 62; J. van Molenbroek, ‘Religieuze orden in Middeleeuws Nederland: vier eeuwen van expansie’ in “De middeleeuwse kloostergeschiedenis van de Nederlanden“ onder redactie van P. de Nijs en H. Kroeze (Zwolle 2008), p. 46; J. Huijberts. “De Begijnen en hun veroordeling op het concilie van Vienne in 1312” (Eindscriptie Theologie Levensbeschouwing Amsterdam 2009), p. 10; F.J. van Lanschot, “De historische schoonheid van ’s-Hertogenbosch” (Amsterdam 1950), p. 108/109; Th. Bakker, “Middeleeuwse kloosters in Maastricht” op website Theo Bakker’s Domein, http://www.theobakker.net/pdf/kloosterstricht.pdf (05-01-2023), p. 15/16; I.M.H. Evers, ‘Het Begaarden of bogaardenklooster’ op website Meestreech On Line, http://forum.mestreechonline.nl/forum/mestreech-maastricht/gebouwen-en-infrastructuur-maastricht/kerken-kapellen-kloosters-en-bedevaarten/2668-het-begaarden-of-bogaardenklooster (05-01-2023)
ENK Monasticon nummer:
B023
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Kloosterorganisatie
Kloosterorganisatie: Barmhartige Zusters van de H. Carolus Borromeus (F)
Orde of congregatie:
Barmhartige Zusters van de H. Carolus Borromeus (F)
Alternatieve namen:
Soeurs de la Charité de St. Charles; Soeurs de la Ste. Famille de Jésus, Marie, Joseph; Zusters van Barmhartigheid van de H. Carolus Borromeus; Barmhartige Zusters van de H. Carolus Borromeus
Stichter, stichteres:
Joseph Chauvenel
Stichtingsjaar:
1651
Land van oorsprong:
Frankrijk
Vestiging Nederland:
1899
Vertrek uit Nederland:
1932
Geschiedenis:
De congregatie heeft de zelfde oorsprong als de Barmhartige Zusters van de H. Carolus Borromeus (Z008) maar is rechtreeks vanuit Frankrijk in Budel overgekomen
Gebruikte bronnen:
KS
Opmerkingen:
Dit klooster had ook Oisterwijkse Kring, Betlehem en het Begijnhofje als naam
Heeft een naamgenoot (Z008)
ENK Monasticon nummer:
Z009
Toon op kaart Toon op kaart