Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Archiefinventaris Zusters van het H. Hart zzOUD Databestand kloosters in Nederland

zzOUD Databestand kloosters in Nederland

beacon
9  beschrijvingen
gesorteerd op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Rosmalen, Berlicumseweg
Datering:
1435 - 1713
Orde of congregatie:
Birgittinessen
Naam van het klooster:
Mariënwater; Coudewater
Patroonheilige:
Onze Lieve Vrouw
Straat:
Berlicumseweg
Plaatsnaam:
Rosmalen
Provincie:
Noord-Brabant
Parochie:
Rosmalen
Destijds gewest:
Brabant
Bisdom:
Luik
Stichting/eerste vermelding:
1435
Opheffing/laatste vermelding:
1713
Type:
Klooster, m/v
Geschiedenis:
In 1430 ondernam Milla van Amerongen een poging om in Kampen een gemeenschap van zusters, die tot de Derde Orde van Franciscus behoorden, tot de birgittenorde te laten toe treden. Om zowel politieke als lokale redenen zat er echter maar weinig schot in deze poging totdat omstreeks 1430 Peter en Aleyt Gorter, rijke burgers van Den Bosch, in Rosmalen voor het stichten van een klooster grond schonken. Daar ontstond Mariënwater, waarvan onder de eerste kloosterlingen zich waarschijnlijk enige zusters van de franciscaanse Derde Orden uit Kampen bevonden. In 1441 namen twee en in 1444 zeven personen uit het klooster Mariakroon in Stralsund hun intrek in Mariënwater, waardoor dit toen dubbelklooster een dochterklooster van Mariakroon werd. De zusters Beata Hartwigis Bezon en Hadewigis Bezon namen de leiding van Mariënwater op zich. Waarschijnlijk droeg hun achternaam ertoe bij dat nog al eens ten onrechte vermeld wordt dat de eerste zusters, die Mariënwater bevolkten, uit de Franse stad Besançon afkomstig waren. De beeldenstorm in 1566 trof ook Mariënwater. Als gevolg daarvan zocht het convent in 1572 zijn toevlucht in Den Bosch om pas in 1584 naar het klooster in Rosmalen terug te keren. Toen in 1629 Den Bosch in handen van Frederik Hendrik viel, werd bepaald dat de mannelijke religieuzen hun kloosters in die stad moesten verlaten. Daar deze bepaling weldra ook van kracht werd voor de kloosters in de buurt van Den Bosch en dus ook voor Mariënwater, vertrokken de paters in 1652 naar Hoboken bij Antwerpen. De zusters mochten in Mariënwater blijven wonen, maar het werd hun niet toegestaan nog novicen aan te nemen. Toen in 1711 de laatste non, die haar gelofte in Mariënwater afgelegd had, overleed, ging het klooster in staatsbezit over. De toen nog aanwezige zusters, die voornamelijk uit het klooster Mariënbloem in Kalkar afkomstig waren, besloten in 1713 hun toevlucht te zoeken in het in 1711 in Uden door hen verworven klooster, dat de toepasselijke naam Maria Refugie kreeg
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, deel II. p. 163; T. Nyberg, “Birgittinische Klostergründungen des Mittelalters” (Leiden 1965), p. 175/176/180-183; D. Logeman-van der Willigen, ‘Iets over Birgittinessenkloosters’ in “Dietsche Warande en Belfort”, jaargang 1913, p.127-130; U. Sander-Olsen, T. Nyberg, P. Sloth Carlsen, “Birgitta Atlas: Saint Birgitta's Monasteries/Die Klöster der Heiligen Birgitta (Leiderdorp 2013), p. 212-218
Gebruikte websites:
Website Bossche Encyclopedie, http://www.bossche-encyclopedie.nl/panden/rosmalen,%20berlicumseweg%208%20(klooster).htm (10-09-2016); Website Bossche Encyclopedie, http://www.bossche-encyclopedie.nl/overig/landgoed%20coudewater/algemeen.htm?title=Landgoed%20Coudewater (10-09-2016); Website Wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Coudewater (18-09-2016)
Opmerkingen:
Dit klooster werd ook Coudewater genoemd
ENK Monasticon nummer:
ME-Z015-004
VU Kloosterlijst nummer:
R28
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Kampen
Datering:
1430 - 1582
Orde of congregatie:
Birgittinessen
Naam van het klooster:
Mariënkamp
Patroonheilige:
Sint Catharina, later Onze Lieve Vrouw
Plaatsnaam:
Kampen
Provincie:
Overijssel
Parochie:
Kampen
Destijds gewest:
Oversticht
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1430
Opheffing/laatste vermelding:
1582
Type:
Klooster, m/v
Geschiedenis:
Het BirgittenkIooster op de VIoeddijk in Kampen was de tweede stichting, die uitging van Mariënwater in Rosmalen. Tot het in 1440 binnen de stadsvrijheid van Kampen verplaatst werd, was dit aanvankelijk tot de Derde Orde van Franciscus behorend klooster gevestigd in het St. Katharinahuis, dat op de Sonnenburg in het buurtschap Oosterholt ten zuidoosten van IJsselmuiden lag. In 1455 verleende de Utrechtse bisschop het convent toestemming om naar de birgittenorde over te gaan. Om bij deze overstap te helpen, kwamen in 1456 tijdelijk twee zusters uit Mariënwater, waarbij zich later nog een derde zuster aansloot, naar het klooster in Kampen, dat nu een dubbelklooster was en de naam Mariënkamp kreeg. Ook door priesters en lekenbroeders uit ook andere kloosters dan Mariënwater werd het nieuwe klooster ondersteuning geboden. Aan het eind van de 15e-eeuw kende het klooster zijn grootste bloei. Daarna ging het bergafwaarts, vooral financieel gezien. Zo zullen de in 1504 vermelde bouwwerkzaamheden veeleer betrekking hebben gehad op noodzakelijke te verrichtten onderhoud en aan te brengen verbeteringen, dan op uitbreiding van de kloostergebouwen, waarvoor de financiële middelen ontbraken. In 1572 vielen klooster en kerk ten prooi aan de beeldenstorm. In 1580, bij de invoering van de Reformatie, werd het klooster opgeheven. In 1582 werd Mariënkamp toegeëigend door de plaatselijke overheid. Priesters en broeders moesten het klooster verlaten. De zusters mochten tot hun dood in het klooster blijven wonen. De kerk en alle voorwerpen, die ter inrichting van de behuizing van de monniken hadden gediend, werden publiek verkocht, terwijl hun kloostergebouwen terstond gesloopt werden. De kerk werd daarvan enige uitstel gegund, al bestond deze op z’n laatst in 1584 ook niet meer. Met de dood in 1625 van de laatste non was Mariënkamp uitgestorven. De gebouwen van de nonnen werden nog voor verschillende doeleinden gebruikt, maar vielen tenslottte ook ten prooi aan de slopershamer
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, deel II, p. 104/105; W.A. Fasel, ‘De bestuurlijke verhouding tussen stadsbestuur en geestelijke intsellingen te Kampen’ in “Kamper Almanak” (1967/1968), p. 284/285; T. Nyberg, “Birgittinische Klostergründungen des Mittelalters” (Leiden 1965), p. 166 ; U. Sander-Olsen, T. Nyberg, P. Sloth Carlsen, “Birgitta Atlas: Saint Birgitta's Monasteries/Die Klöster der Heiligen Birgitta” (Leiderdorp 2013), p. 224 t/m 228
Gebruikte websites:
Website Postmoderne Devoten, https://postmodernedevotie.nl/kloosterleveninkampen/ (17-09-2016)
Opmerkingen:
Dit klooster werd ook Klooster Zonnenberg genoemd
ENK Monasticon nummer:
ME-Z015-003
VU Kloosterlijst nummer:
K08
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Gouda
Datering:
1470 - 1551
Orde of congregatie:
Birgittinessen
Naam van het klooster:
Mariënsterre
Patroonheilige:
Onze Lieve Vrouw
Plaatsnaam:
Gouda
Provincie:
Zuid-Holland
Parochie:
Gouda
Destijds gewest:
Holland
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1470
Opheffing/laatste vermelding:
1551
Type:
Klooster, m/v
Geschiedenis:
Het birgittendubbelklooster Mariënsterre was het laatste klooster in Gouda dat voor de Reformatie gesticht werd. Al in 1470 had Bertha van Heyen een buiten de stad Gouda gelegen hoeve aan de Birgitten geschonken. Voor het stichten van dit klooster, waarvan de naam Mariënsterre verwijst naar de sterren in het wapen van Gouda, verleende Karel de Stoute in 1475 zijn toestemming. Mede dankzij de bemiddeling van Margaretha van York, de derde echtgenote van Karel de Stoute, werd ook de toestemming van de paus verkregen. Vervolgens gingen de acht in 1470 als procurator aangestelde burgers over tot het verwerven van gebouwen. Zo werd in 1476 een huis aan de toenmalige Conincstraat, gekocht. Hier zouden het klooster en de kerk verrijzen. Pas in 1494 werden kerk en klooster geconsacreerd en werd de clausuur ingevoerd. Allengs verslapte de naleving van de kloosterregel. De bisschop van Utrecht in 1507 zond toen twee commissarissen naar Mariënsterre om de kloostertucht te herstellen. In 1515 werd op de toren van het klooster een beeld van St. Birgitta geplaatst. Hoewel het klooster een drukkerij van prenten had en daaruit, evenals uit het verlenen van aflaten inkomsten verwierf, leidde het klooster een noodlijdend bestaan. In 1536 droeg de Utrechtse bisschop, George van Egmond, het beheer van de bezittingen van Mariënsterre over aan de stad Gouda. De priorin, de pater en enkele broeders en zusters hadden het klooster verlaten. Slechts zeven nonnen bleven achter. Toen de birgitten naar Mariënburg in Soest wilden verhuizen, hield het stadsbestuur dit tegen, waarschijnlijk met het oog op de vele pelgrims, die door de aflaten van de birgitten naar Gouda kwamen. Hierin kwam verandering, toen de birgitten hun klooster konden verkopen aan de Regulieren van Stein, wier klooster in de polder even ten oosten van Gouda in 1549 afbrandde. Toen deze verkoop in 1551 met het zetten van de nodige handtekeningen werd bezegeld, werden de overgebleven nonnen naar Mariënburg in Soest overgebracht
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, deel II, p. 71; J. Taal, proefschrift “De Goudse kloosters in de Middeleeuwen” (Nijmegen 1960). p. 47-50/53/67/89/112/140; U. Sander-Olsen, T. Nyberg, P. Sloth Carlsen, “Birgitta Atlas: Saint Birgitta's Monasteries/Die Klöster der Heiligen Birgitta” (Leiderdorp 2013), p. 235-237; W. Denslagen, ‘Gouda’ (Zwolle 2011), p. 207/208; H. van Dolder - de Wit, ‘Goudse kloosters in de middeleeuwen (10): De Birgitten en het dubbelklooster Mariënsterre’ in “Tijdinge van die Goude”, 17 (1999), nr. 3, p. 65-71
Gebruikte websites:
Website Gouda Op Schrift (GOS), http://goudaopschrift.nl/index.php/bronnen/handschriften/kloosters/brigittenklooster/kroniek (17-09-2016); Website Wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Regulierenklooster_(Gouda) (17-09-2016)
ENK Monasticon nummer:
ME-Z015-002
VU Kloosterlijst nummer:
G22
Toon op kaart Toon op kaart
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Vestigingsplaats
Vestigingsplaats: Brielle
Datering:
1484 - 1531
Orde of congregatie:
Birgittinessen
Naam van het klooster:
Mariënouwe
Patroonheilige:
Onze Lieve Vrouw
Plaatsnaam:
Brielle
Provincie:
Zuid-Holland
Parochie:
Brielle-Catharina
Destijds gewest:
Holland
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1484
Opheffing/laatste vermelding:
1531
Type:
Klooster, m/v
Geschiedenis:
Het initiatief voor het stichten van een birgittenkloosten in Brielle ging in eerste instantie niet uit van Brielse burgers, maar was veeleer de verdienste van hertogin Margaretha van York, de weduwe van Karel de Stoute. Vanwege de door haar hiervoor gedane ruimhartige schenkingen van goederen buiten de stad Brielle is zij als de eigenlijke stichter van dit klooster aan te merken. De bouw van de kapel en de woonruimten voor de nonnen en monniken van de Birgittenorde, waarvoor zowel paus Innocentius VIII als de Utrechtse bisschop David van Bourgondië reeds toestemming verleend hadden, kwam mede met hulp van burgers van Brielle tot stand. In 1484 namen de zusters hun intrek in deze ruimten. Van een mannenconvent is in Brielle nauwelijks sprake geweest. Brand in 1494 dwong de kloosterlingen het klooster hier te verlaten. Ze betrokken toen binnen de stadsmuren van Brielle een nieuw klooster. Dit complex bestond behalve uit "het Brigittehof”, een ommuurde ruimte met huizen, uit een kerk, twee boomgaarden, een brouwerij en een groot herenhuis. Het armlastige, nooit tot bloei gekomen klooster, werd meegetrokken in de neergang van de stad Brielle. In 1530 zette een catastrofale stormvloed, de zogenaamde Felixvloed, Brielle en omgeving onder water. Zo ook het kloostercomplex van de Birgitten, dat langzamerhand tot bouwval verworden was. Er bleef geen andere keuze over dan te vertrekken. In 1531 verleende Karel V de kloosterlingen toestemming om naar het Brigittenklooster Mariënwater te Rosmalen te verhuizen. De zeer rijke en invloedrijke Andries van Bronkhorst kocht toen, op het herenhuis na, alle eigendommen van het klooster, waarvan zijn erfgenamen de gebouwen in 1558 aan de stad verkochten, die tot sloop daarvan overging. Alleen de poort en de muren bleven staan. De kloostermuren werden in 1950 gesloopt. De laatgotische poort werd het jaar nadien gerestaureerd en bleef zo behouden als tastbare herinnering aan de orde van de heilige Birgitta in Brielle.
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, deel II, p. 38; U. Sander-Olsen, T. Nyberg, P. Sloth Carlsen, “Birgitta Atlas: Saint Birgitta's Monasteries/Die Klöster der Heiligen Birgitta” (Leiderdorp 2013), p. 238 t/m 242; C.N.W.M. Glaudemans, 'Vuur en Water .... Opkomst en ondergang van het Brigittenklooster Marien Voorn in Den Briel (ca. 1485-1530) in "Brielse Mare", 1 (1991), nr 1, p. 48 t/m 59
Gebruikte websites:
Website Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg, http://www.streekarchiefvpr.nl/pages/posts/brielle-1300---157221.php (16-09-2016)
Opmerkingen:
Dit klooster werd ook Mariënvoorde genoemd
ENK Monasticon nummer:
ME-Z015-001
VU Kloosterlijst nummer:
B37
Toon op kaart Toon op kaart