VW-P017 Voorwerpen Kruisheren
VW-P017-Ud0088 Achterglasschildering H. Drievuldigheid
Toelichting:
De H. Drievuldigheid, gezeten tegen een lichtblauwe achtergrond in een medaillon met een goudkleurige, blauwe en witte rand. Links God de Vader in een wit gewaad en bruingele mantel met rijksappel met bol en kruis, het hoofd geneigd naar Christus, die zijn arm om hem heenslaat. Deze heeft een kruis in de linkerhand en draagt een rode mantel, die het lichaam grotendeels onbedekt laat. Boven hun hoofden de Geestesduif met gespreide vleugels. Aan de bovenzijde van het medaillon vijf witte bloemen met rode harten aan blauwgroene takken. Aan de onderzijde "S. 3:Faltigkeit". Zwart gelakte, geprofileerde lijst
Datering:
1800-1900
Deelcollectie:
Kruisheren
Plaats vervaardiging:
Duitsland/Oostenrijk
Materiaal/techniek:
Glas, olieverf
Lengte in cm:
31,8 incl. lijst
Breedte in cm:
23,5 incl. lijst
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Kruisherenklooster te Uden", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 88
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
laatste wijziging 13-10-2022
1 gedigitaliseerd
VW Voorwerpencollectie Nederlands kloosterleven
VW-ALGM-001 Afbeelding van de Kruisberg te Thorn met twee wandelende religieuzen
Deelcollectie:
Kloosterleven algemeen
Vervaardiger:
Herman Bogman (1890-1975)
Materiaal/techniek:
Ingelijste reproductie van een aquarel
Lengte in cm:
73,5 (incl. lijst); 55 (excl. lijst)
Breedte in cm:
54,5 (incl. lijst); 39,5 (excl. lijst)
Trefwoorden:
laatste wijziging 01-08-2024
1 gedigitaliseerd
VW Voorwerpencollectie Nederlands kloosterleven
VW-P039-038 Aquarel 'Nebo. Met vliegende zeilen'
Toelichting:
Op het schilderij is een schip afgebeeld met afbeeldingen van verschillende kleuren vlaggen op de verschillende zeilen tegen een achtergrond van verscheidene tinten blauw. De romp van het schip dat op hoge golven is afgebeeld, wordt gevormd door het woord "NEBO". Op de voorsteven is het christusmonogram afgebeeld. Onder de romp de woorden: "Met vliegende zeilen". De vlaggen op de zeilen tonen verschillende vogels en cijfers met daaromheen een open cirkel met de woorden: "Nebo Nijmegen". Met één uitzondering, nl.: "Seminarie Nebo Nijmegen" met daarin een kruis en een opengeslagen boek. De vlaggen staan voor de verschillende klassen van de Nebo. In de jaren vijftig van de twintigste eeuw werd een groepensysteem bedacht om de zelfwerkzaamheid van de leerlingen te bevorderen. Elke klas ging een eigen groep vormen met eigen vlag en eigen bestuur en met een van de leraren als moderator. De achterzijde bestaat uit oude krantenpagina's(?); aan de linkerzijde twee identieke pagina's uit "Wintersport" van maandag 4 januari 1954, aan de rechterzijde twee identieke pagina's met K.L.M. luchtfoto's van o.m. Nijmegen, Cuijk, Zevenaar, Ede en Amersfoort.
Datering:
ca. 1955
Deelcollectie:
Redemptoristen
Materiaal/techniek:
Waterverf op karton. Op het karton is middels twee spijkertjes aan de achterzijde een houten lat bevestigd met daarin twee metalen hangoogjes met een touw ertussen
Lengte in cm:
105
Breedte in cm:
73,5
Opmerkingen:
Door Gerard Mathot cssr vóór zijn overlijden bestemd voor het Katholiek Documentatie Centrum te Nijmegen als aanvulling op zijn persoonlijk archief dat daar berust. In 2010 door het KDC afgestaan aan het Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven.
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
laatste wijziging 02-10-2023
1 gedigitaliseerd
totaal 2 bestanden
VW-P017 Voorwerpen Kruisheren
VW-P017-Ag2033 Aquarel gemaakt ter gelegenheid van het 800-jarig bestaan van de orde
Toelichting:
Lange rij kruisheren, met op de achtergrond een kloostergebouw
Datering:
2009
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
J. Delfor (?)
Lengte in cm:
33,9
Breedte in cm:
72
Opmerkingen:
Twee identieke exemplaren aanwezig, waarvan één ingelijst
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
laatste wijziging 21-02-2023
1 gedigitaliseerd
VW Voorwerpencollectie Nederlands kloosterleven
VW-Z045-050 Aquarel van het klooster Mariadal te Venlo
Toelichting:
Kleurenaquarel van het zicht op de kapel en het klooster.
Datering:
z.j.
Deelcollectie:
Dominicanessen van Mariadal
Vervaardiger:
A. Hendrixe(?)
Materiaal/techniek:
Waterverf op papier met passe-partout van karton
Lengte in cm:
41,5
Breedte in cm:
34,5
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
laatste wijziging 24-11-2023
1 gedigitaliseerd
VW-P017 Voorwerpen Kruisheren
VW-P017-Ag2031 Aquarel, gezicht op klooster Sint Agatha in winter
Toelichting:
Op de voorgrond een boerderij
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Cor Donkers (1939-)
Lengte in cm:
39,9
Breedte in cm:
54,7
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
laatste wijziging 21-02-2023
1 gedigitaliseerd
VW Voorwerpencollectie Nederlands kloosterleven
VW-B021-156 Aquarellen door frater Lucius
Toelichting:
Staand bloemstilleven met paars en rode bloemen (1), liggend bloemstilleven met oranje, rode en witte bloemen (2) en een schildering van de boerderij te Sonsbeek, Arnhem (3).
Achtergronden:
Frater Lucius werd met 24 jaar lid van de congregatie. Hij bekwaamde zich in tekenen en handenarbeid en werd leraar aan de St. Jozefkweekschool te Zeist. Ook na zijn pensionering bleef zich expressief verder ontwikkelen. Hij was onder meer docent van frater Hilarius, die zelf een van de meest productieve kunstzinnige leden van de congregatie werd.
Datering:
1970, 1982
Deelcollectie:
Fraters van Utrecht
Vervaardiger:
Lucius (W.J.P. Jansen, 1903-1988)
Materiaal/techniek:
Aquarel op papier, ingelijst met (zelf vervaardigde) passe-partout in wit geschilderde houten lijst achter glas
Lengte in cm:
85 (incl. lijst) (1-2); 65 (incl. lijst) (3)
Breedte in cm:
68 (incl. lijst) (1-2); 50 (incl. lijst) (3)
Opmerkingen:
Gesigneerd en gedateerd rechtsonder (1-2); gesigneerd en gedateerd achterop de lijst (3). Gesigneerd als "Luc Jansen".
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
laatste wijziging 27-06-2023
1 gedigitaliseerd
totaal 3 bestanden
VW-P017 Voorwerpen Kruisheren
VW-P017-Le0107 Drieluik met Christus, Theodorus van Celles en Odilia
Toelichting:
De Christusfiguur op het verhoogde middenpaneel is de gekruisigde, echter zonder het kruis. Op het linkerpaneel staat Theodorus van Celles met zijn medebroeders. Theodorus houdt een blad vast met de tekst: CRUCE SIGNATI. Op het rechterdeel Odilia met Johannes van Eppa, die een schop vasthoudt. Op de voorgrond de kruik, attribuut van Odilia, op de achtergrond de boom die verwijst naar de tuin waarin de gebeenten van Odilia zijn gevonden
Datering:
1957 (?)
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Henri Fonville, zwager van de eerste Belgische provinciaal André Ramaekers
Materiaal/techniek:
Olieverf , linnen
Lengte in cm:
206
Breedte in cm:
113
Documentatie:
Literatuur: M.M. van Zanten, "Inventarislijst Kruisherenklooster Leuven, Convent van de H. Augustinus" (St. Agatha 2005)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
laatste wijziging 20-04-2023
1 gedigitaliseerd
VW-P017 Voorwerpen Kruisheren
VW-P017-Ag1462 Drieluik met kruisherenkruis
Toelichting:
In het centrale deel een kruisherenkruis met 3 nagelen in de tussenruimten. Een geknielde figuur (Jezus?) kijkt omhoog naar de kelk met de H. Eucharistie en de vier waterstromen; daarnaast 2 herten. Links: Engel met Maria. Rechts: Jezus met een zittende figuur. Aan de keerzijden van de vleugels engelen met wierook
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Inlegwerk koper in hout, geschilderd in art nouveau stijl
Breedte in cm:
73
Hoogte in cm:
45,5
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
laatste wijziging 21-02-2023
1 gedigitaliseerd
VW-P017 Voorwerpen Kruisheren
VW-P017-Ag0089c Drieluik: Aanbidding der Herders
Toelichting:
Rechterluik: Aanbidding der herders. Rechtsonder Maria, zittend, het Kind ligt in de kribbe. Rondom een groot aantal personen, mannen en vrouwen, geknield of staand, kijkend naar het Kind of sprekend met elkaar. Schematische aanduiding van de ruimte. Rechts een doorkijk naar de stal met os en ezel. In de bovenzône een wolkenpartij met engelen; één van hen staande met een tekstbanderol.
Vervolg tekst Opmerkingen: Het is niet ondenkbaar dat de opdracht tot dit werk door de Kruisheren van St. Agatha zelf is gegeven en wel rond 1609, toen zij hun klooster, dat in 1580 grotendeels was verwoest, gingen herstellen.Op de tekening van J. van Boldrik hangt het middendeel tegen de zuidwand van de paterskerk, terwijl tegen de noordwand het rechterluik met de Aanbidding nog zichtbaar is. De triptiek te Bingen, die wordt beschouwd als het belangrijkste werk van Van Blocklandt, heeft een bewogen geschiedenis. Zij is nagenoeg zeker vervaardigd voor de Utrechtse Buurkerk, die aan Maria was toegewijd, en is in 1579 voltooid. Zo dit werk al in deze kerk geplaatst is geweest, heeft het er toch maar heel kort gehangen. In de eerste helft van juni van genoemd jaar 1579 vond in deze stad namelijk een tweede beeldenstorm plaats en op de 15de van die maand kwam de kerk in Calvinistische handen. Het drieluik is toen in privaat bezit gekomen. Volgens Carel van Mander bevond het zich rond 1600 bij "Jofvrouw" van Honthorst, die te Utrecht achter de Dom woonde. Later is het mogelijk enige tijd eigendom geweest van Paulus Potter en na diens dood via zijn weduwe terecht gekomen bij de familie Van Reenen, met een lid waarvan zij in 1661 trouwde. In 1807 schijnt het te zijn aangeboden aan Lodewijk Napoleon, de koning van Holland, ten behoeve van zijn hofkapel. De transactie zou niet zijn doorgegaan omdat het te groot bleek te zijn. Nadat het sinds 1820 enige malen in de verkoop was geweest werd het in 1846 bezit van de hertog van Nassau en verhuisde het naar Duitsland.
Vervolg onder NB
Vervolg tekst Opmerkingen: Het is niet ondenkbaar dat de opdracht tot dit werk door de Kruisheren van St. Agatha zelf is gegeven en wel rond 1609, toen zij hun klooster, dat in 1580 grotendeels was verwoest, gingen herstellen.Op de tekening van J. van Boldrik hangt het middendeel tegen de zuidwand van de paterskerk, terwijl tegen de noordwand het rechterluik met de Aanbidding nog zichtbaar is. De triptiek te Bingen, die wordt beschouwd als het belangrijkste werk van Van Blocklandt, heeft een bewogen geschiedenis. Zij is nagenoeg zeker vervaardigd voor de Utrechtse Buurkerk, die aan Maria was toegewijd, en is in 1579 voltooid. Zo dit werk al in deze kerk geplaatst is geweest, heeft het er toch maar heel kort gehangen. In de eerste helft van juni van genoemd jaar 1579 vond in deze stad namelijk een tweede beeldenstorm plaats en op de 15de van die maand kwam de kerk in Calvinistische handen. Het drieluik is toen in privaat bezit gekomen. Volgens Carel van Mander bevond het zich rond 1600 bij "Jofvrouw" van Honthorst, die te Utrecht achter de Dom woonde. Later is het mogelijk enige tijd eigendom geweest van Paulus Potter en na diens dood via zijn weduwe terecht gekomen bij de familie Van Reenen, met een lid waarvan zij in 1661 trouwde. In 1807 schijnt het te zijn aangeboden aan Lodewijk Napoleon, de koning van Holland, ten behoeve van zijn hofkapel. De transactie zou niet zijn doorgegaan omdat het te groot bleek te zijn. Nadat het sinds 1820 enige malen in de verkoop was geweest werd het in 1846 bezit van de hertog van Nassau en verhuisde het naar Duitsland.
Vervolg onder NB
Datering:
1600-1625
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Ongesigneerd; kopie naar Anthony van Montfoort, genaamd Blocklandt
Lengte in cm:
308
Breedte in cm:
290
Opmerkingen:
Volgens sommigen is het sedertdien lange tijd spoorloos geweest. Later onderzoek bracht evenwel aan het licht, dat een onbekende eigenaar het een vijftiental jaren het in bruikleen heeft gegeven aan een Keuls museum. Kort voor 1872 werd het verworven door de burgemeester van Bingen, F. Allmann, die het op 30 maart van dat jaar schonk aan de plaatselijke parochiekerk.
In 1759 graveerde P.C. La Fargue een kopie van de triptiek te Bingen. Anthonie van Montfoort genaamd Blocklandt (Montfoort 1532 - Utrecht 1583), geboren als zoon van schout Cornelis van Montfoort. Hij ontving aanvankelijk in Delft van zijn oom Hendrik enig onderricht in de schilderkunst. Daarna was hij een aantal jaren in de leer bij Frans Floris te Antwerpen. In 1552 keerde hij terug naar zijn vaderland en huwde er met Geertruydt Cornelisdochter, kind van een burgemeester. Kort daarna trok hij naar Delft waar hij, bevriend zijnde met Cornelius Musius, zich vooral bezighield met naaktstudies. In 1572 verbleef hij enige maanden te Rome waar hij het werk van Parmeggiano bestudeerde. In september van dat jaar woonde hij weer te Montfoort, vijf jaar later werd hij lid van het gilde te Utrecht. Hij trouwde er voor de tweede maal en betrok er het voormalige Catharinaklooster. De werken, die met zekerheid aan hem kunnen worden toegeschreven getuigen van een onpersoonlijk maniërisme. Meerdere van zijn werken zijn verloren gegaan. Behalve religieuze voorstellingen schilderde hij ook mythologische scènes en enige portretten. H. Wiercx, H. Goltzius en met name Ph. Galle vervaardigden gravures naar zijn tekeningen. M.J. Mierevelt behoorde tot zijn leerlingen; deze schilderde zijn meester op diens doodsbed
In 1759 graveerde P.C. La Fargue een kopie van de triptiek te Bingen. Anthonie van Montfoort genaamd Blocklandt (Montfoort 1532 - Utrecht 1583), geboren als zoon van schout Cornelis van Montfoort. Hij ontving aanvankelijk in Delft van zijn oom Hendrik enig onderricht in de schilderkunst. Daarna was hij een aantal jaren in de leer bij Frans Floris te Antwerpen. In 1552 keerde hij terug naar zijn vaderland en huwde er met Geertruydt Cornelisdochter, kind van een burgemeester. Kort daarna trok hij naar Delft waar hij, bevriend zijnde met Cornelius Musius, zich vooral bezighield met naaktstudies. In 1572 verbleef hij enige maanden te Rome waar hij het werk van Parmeggiano bestudeerde. In september van dat jaar woonde hij weer te Montfoort, vijf jaar later werd hij lid van het gilde te Utrecht. Hij trouwde er voor de tweede maal en betrok er het voormalige Catharinaklooster. De werken, die met zekerheid aan hem kunnen worden toegeschreven getuigen van een onpersoonlijk maniërisme. Meerdere van zijn werken zijn verloren gegaan. Behalve religieuze voorstellingen schilderde hij ook mythologische scènes en enige portretten. H. Wiercx, H. Goltzius en met name Ph. Galle vervaardigden gravures naar zijn tekeningen. M.J. Mierevelt behoorde tot zijn leerlingen; deze schilderde zijn meester op diens doodsbed
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 89c; C.R. Hermans, “Annales canonicorum regularium S. Augustini, Ordinis S. Crucis”, Deel I-III (Silvae-ducis 1858), I (2), p. 204, nr. 25; C. Kramm, "De levens en werken der Hollandsche en Vlaamsche kunstschilders, beeldhouwers, graveurs en bouwmeesters [etc]", Amsterdam 1860, Deel 4, p. 1144-1146; "Oud-Holland" XLV (1928), p. 159-176, afb. 8,9; XLVI (1929), p. 140, p. 141 (afb.); XLVII (1930), p. 67-70; LII (1935), p. 21; 82 (1967), p.116-127; I. Jost, "Studien zu Anthonis Blocklandt, mit einem vorläufigen beschreibenden Oeuvre-Verzeichnis", Köln 1960 (Diss.), p. 79-90, p. 136-144; W. van Leeuwen, “Langs de oude Brabantse kerken; Westelijk Brabant”, Baarn 1974, p. 110; "Kunst voor de Beeldenstorm", Tentoonstellingscatalogus Amsterdam, Rijksmuseum, ('s-Gravenhage 1986), p. 154-155 (en afb. 258), p. 419; "Nieuw Licht op de Gouden Eeuw; Hendrick ter Brugghen en tijdgenoten",Tentoonstellingscatalogus Utrecht/Braunschweig (Braunschweig 1987), p. 276-279, noot 14; L.C.B.M. van Liebergen red, “'waer een paradis". Kloosterleven in Brabant na de Reformatie, Tentoonstellingscatalogus Uden 1987, p. 127, afb. 128a (tekening van Boldrik)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
laatste wijziging 07-07-2022
1 gedigitaliseerd
VW-P017 Voorwerpen Kruisheren
VW-P017-Ag0089a Drieluik: Annunciatie
Toelichting:
Linkerluik: Annunciatie. Linksvoor Maria op één knie, de linkerhand op de borst, opziend naar de engel, die het spreekgebaar maakt, een lelietak in de linkerhand. Vóór Maria een krukje met opengeslagen Oude Testament, staande op een ander boek. De rechterpagina begint met "ISAIAS", de linkerpagina met "CAPITE VII". De Latijnse tekst is grotendeels zichtbaar. Verder op de voorgrond een mandje met een lap stof, een schaar en een boek. Links van de engel de Geestesduif en een aantal engeltjes op een wolkendek. Ook boven de engel Gabriel engeltjes temidden van wolken
Datering:
1600-1625
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Ongesigneerd; kopie naar Anthony van Montfoort, genaamd Blocklandt
Plaats vervaardiging:
Noordelijke Nederlanden
Materiaal/techniek:
Olieverf op linnen
Lengte in cm:
308
Breedte in cm:
290
Opmerkingen:
Het drieluik te St. Agatha is, afgezien van vorm en formaat, voor het grootste gedeelte een nauwkeurige kopie van het drieluik van de hand van Anthony van Blocklandt, dat sedert 1872 in het bezit is van de Pfarrkirche Sankt Martin in Bingen am Rhein (middenpaneel 285 x 245 cm, zijluiken 246 x 89 cm, afmetingen uit cat.tent. 1986). Dit laatste werk is duidelijk bedoeld om in een Mariakerk te worden geplaatst, i.c. hoogstwaarschijnlijk de Buurkerk te Utrecht. Het beeldt namelijk drie hoogtepunten uit van het Mariaverhaal, te weten: de Aankondiging (linkerluik), de Aanbidding door de herders (rechterluik) en de Ten Hemelopneming (middenstuk). De vervaardiger van de triptiek te St. Agatha had kennelijk de opdracht de Christusfiguur centraal te stellen. Daarom componeerde hij: zijn Aankondiging (linkerluik), zijn Komst temidden van de mensen, vertegenwoordigd door de herders (rechterluik) en zijn Hemelvaart (middenstuk).
Het rechterluik heeft deze schilder in zijn totaliteit ongewijzigd overgenomen. Wel heeft hij in de beide bovenhoeken enige engeltjes meer geschilderd om deze te vullen. Hij zal zich hiertoe genoodzaakt hebben gevoeld vanwege de andere vorm - niet getoogd - en het andere formaat van zijn werk. Ook in het linkerpaneel heeft hij om dezelfde reden in de rechterboven¬hoek enige engelenfiguurtjes toegevoegd. In dit paneel is voor het overige alles ook identiek aan het Bingense voorbeeld behalve juist de hoofdfiguur, Maria. Deze is volkomen verschillend en qua houding en blikrichting veel minder in gespannen verrassing opkijkend dan de oorspronkelijke. Mogelijk heeft hij een Mariavoorstelling uit een ander werk gekopieerd. De in het werk te Bingen op het Annunciatieluik afgebeelde Maria heeft hij overgebracht naar het middendoek. In Bingen is op dit gedeelte van het werk in het midden de geopende sarcofaag te zien waaruit Maria is verdwenen terwijl ze omstuwd door engelen ten hemel wordt opgenomen. Vervolg tekst Opmerkingen: zie bij Ag/0089/b
Het rechterluik heeft deze schilder in zijn totaliteit ongewijzigd overgenomen. Wel heeft hij in de beide bovenhoeken enige engeltjes meer geschilderd om deze te vullen. Hij zal zich hiertoe genoodzaakt hebben gevoeld vanwege de andere vorm - niet getoogd - en het andere formaat van zijn werk. Ook in het linkerpaneel heeft hij om dezelfde reden in de rechterboven¬hoek enige engelenfiguurtjes toegevoegd. In dit paneel is voor het overige alles ook identiek aan het Bingense voorbeeld behalve juist de hoofdfiguur, Maria. Deze is volkomen verschillend en qua houding en blikrichting veel minder in gespannen verrassing opkijkend dan de oorspronkelijke. Mogelijk heeft hij een Mariavoorstelling uit een ander werk gekopieerd. De in het werk te Bingen op het Annunciatieluik afgebeelde Maria heeft hij overgebracht naar het middendoek. In Bingen is op dit gedeelte van het werk in het midden de geopende sarcofaag te zien waaruit Maria is verdwenen terwijl ze omstuwd door engelen ten hemel wordt opgenomen. Vervolg tekst Opmerkingen: zie bij Ag/0089/b
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 89a; C.R. Hermans, “Annales canonicorum regularium S. Augustini, Ordinis S. Crucis”, Deel I-III (Silvae-ducis 1858), I (2), p. 204, nr. 25; C. Kramm, "De levens en werken der Hollandsche en Vlaamsche kunstschilders, beeldhouwers, graveurs en bouwmeesters [etc]", Amsterdam 1860, Deel 4, p. 1144-1146; "Oud-Holland" XLV (1928), p. 159-176, afb. 8,9; XLVI (1929), p. 140, p. 141 (afb.); XLVII (1930), p. 67-70; LII (1935), p. 21; 82 (1967), p.116-127; I. Jost, "Studien zu Anthonis Blocklandt, mit einem vorläufigen beschreibenden Oeuvre-Verzeichnis", Köln 1960 (Diss.), p. 79-90, p. 136-144; W. van Leeuwen, “Langs de oude Brabantse kerken; Westelijk Brabant”, Baarn 1974, p. 110; "Kunst voor de Beeldenstorm", Tentoonstellingscatalogus Amsterdam, Rijksmuseum, ('s-Gravenhage 1986), p. 154-155 (en afb. 258), p. 419; "Nieuw Licht op de Gouden Eeuw; Hendrick ter Brugghen en tijdgenoten",Tentoonstellingscatalogus Utrecht/Braunschweig (Braunschweig 1987), p. 276-279, noot 14; L.C.B.M. van Liebergen red, “'waer een paradis". Kloosterleven in Brabant na de Reformatie, Tentoonstellingscatalogus Uden 1987, p. 127, afb. 128a (tekening van Boldrik)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
laatste wijziging 07-07-2022
1 gedigitaliseerd
VW-P017 Voorwerpen Kruisheren
VW-P017-Ag0089b Drieluik: Hemelvaart van Christus
Toelichting:
Hemelvaart van Christus. Middenboven in het beeldvlak Christus opstijgend ten hemel. Aan zijn voeten twee engelen. Aan weerszijden op een wolkendek engelen met snaarinstrumenten en engelen lezend in boeken. Linksboven een mannen- en een vrouwenfiguur. In de benedenhelft van het doek een groot aantal personen veelal in gebedshouding en opkijkend ten hemel. Rechts van het midden Maria en Johannes. Rechts van de geknielde vrouwenfiguur vooraan in het beeldvlak een grijsaard lezend in een boek. Op de linkerpagina ervan "ACTA APOSTOLORV[M] / Viri Galilei quid statis aspicietes in coelum hic jesus qui [...]". Op de rechterpagina "CAPIT[...] in diebus illis exsurgens Petrus in medio Fratrum dixit [...]"
Datering:
1600-1625
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Ongesigneerd; kopie naar Anthony van Montfoort, genaamd Blocklandt
Lengte in cm:
308
Breedte in cm:
290
Opmerkingen:
Omdat de vervaardiger van het werk te St. Agatha, zoals gezegd, de Hemelvaart wilde of moest afbeelden, kon hij geen sarcofaag schilderen. Hij vulde de opengevallen plaats met de gespannen en verrast omhoogziende Maria van de Annunciatie. Bijna alle overige figuren in dit deel zijn identiek aan die te Bingen. Als hoofdfiguur, de ten hemel opstijgende persoon, is Maria ver¬vangen door Christus. Opmerkelijk hierbij is dat hij is afgebeeld in een pose die meer doet denken aan zijn Verrijzenis dan aan zijn Hemelvaart. Van de personen die te Bingen rechts van de sarcofaag staan en naar omlaag kijken in deze lege tombe - waar volgens de overlevering bloemen bloeiden - heeft de schilder van het werk te St. Agatha er enige weergegeven met het hoofd omhoog gericht; enige anderen evenwel gaf hij weer zoals zijn voorbeeld ze vertoonde, namelijk met neerwaartse blik. Ook in dit middenstuk heeft de kopiïst in de bovenhoeken extra engelen geschilderd om deze vol te krijgen. Aangezien enige van deze laatste figuren hun hoofd geheel of gedeeltelijk missen, is de veronderstelling gewettigd, dat het doek ooit aan de bovenzijde is afgesneden. Dit gegeven kan ook de verklaring zijn voor het feit, dat het middengedeelte van het werk minder hoog is dan de zijstukken. De achterzijden van de luiken te Bingen zijn beschilderd, zodat deze in gesloten toestand nog als als sierraad fungeren. Die te St. Agatha hebben een dergelijke beschildering niet, mogelijk omdat de gewoonte om altaarretabels te sluiten op het einde van de zestiende eeuw of in het begin van de zeventiende in onbruik raakte. De drie panelen van het drieluik te Bingen zijn aan elkaar bevestigd, die van St. Agatha niet. Bovendien zijn ze, in tegenstelling tot dit werk, getoogd. Volgens Hermans stelt het middenluik te St. Agatha de Ten Hemelopneming van Maria voor. Dit is duidelijk een vergissing. Uit een voetnoot blijkt dat ook hij aan de onvolledige figuren constateerde. Vervolg tekst Opmerkingen, zie Ag/0089/c
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 89b; C.R. Hermans, “Annales canonicorum regularium S. Augustini, Ordinis S. Crucis”, Deel I-III (Silvae-ducis 1858), I (2), p. 204, nr. 25; C. Kramm, "De levens en werken der Hollandsche en Vlaamsche kunstschilders, beeldhouwers, graveurs en bouwmeesters [etc]", Amsterdam 1860, Deel 4, p. 1144-1146; "Oud-Holland" XLV (1928), p. 159-176, afb. 8,9; XLVI (1929), p. 140, p. 141 (afb.); XLVII (1930), p. 67-70; LII (1935), p. 21; 82 (1967), p.116-127; I. Jost, "Studien zu Anthonis Blocklandt, mit einem vorläufigen beschreibenden Oeuvre-Verzeichnis", Köln 1960 (Diss.), p. 79-90, p. 136-144; W. van Leeuwen, “Langs de oude Brabantse kerken; Westelijk Brabant”, Baarn 1974, p. 110; "Kunst voor de Beeldenstorm", Tentoonstellingscatalogus Amsterdam, Rijksmuseum, ('s-Gravenhage 1986), p. 154-155 (en afb. 258), p. 419; "Nieuw Licht op de Gouden Eeuw; Hendrick ter Brugghen en tijdgenoten",Tentoonstellingscatalogus Utrecht/Braunschweig (Braunschweig 1987), p. 276-279, noot 14; L.C.B.M. van Liebergen red, “'waer een paradis". Kloosterleven in Brabant na de Reformatie, Tentoonstellingscatalogus Uden 1987, p. 127, afb. 128a (tekening van Boldrik)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
laatste wijziging 07-07-2022
1 gedigitaliseerd
VW Voorwerpencollectie Nederlands kloosterleven
VW-Z055-081 Figuratief schilderij van de H. Franciscus
Toelichting:
De H. Franciscus draagt een wit kleed en witte band om het hoofd. Hij houdt een fluit in beide handen terwijl hij naar boven kijkt. Bij zijn hoofd vliegen twee witte vogels, een wit met zwarte vogel zit aan zijn voeten. Hij is afgebeeld in het groen dat tegen een blauwe achtergrond is geschilderd.
Datering:
z.j.
Deelcollectie:
Franciscanessen van de H. Elisabeth
Vervaardiger:
Zuster Lioba
Materiaal/techniek:
[Acryl]verf op doek
Breedte in cm:
30
Hoogte in cm:
40
Diepte in cm:
4
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
laatste wijziging 05-07-2024
1 gedigitaliseerd
VW-P017 Voorwerpen Kruisheren
VW-P017-Ag0175b Gouache, Gezicht op klooster en kerk St. Agatha
Toelichting:
Gezicht op kerk en klooster van Sint Agatha vanuit het noordoosten. Op de voorgrond een boerin met melkwagen in en wei met twee koeien, een boer op een door een paard getrokken kar en een langs de tuinmuur wandelende Kruisheer
Datering:
ca. 1880
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
A. van (von) Geusau
Lengte in cm:
47,6
Breedte in cm:
30,8
Opmerkingen:
In de bibliotheek van St. Agatha bevindt zich een Duitstalig schetsboekje met 35 tekeningen van Cuyk en omgeving van een volgens Th. van den Elsen osc onbekende hand (Hs-043). Hierin zijn zeven schetsen van dit klooster opgenomen die blijkens het onderschrift vervaardigd zijn op 24 en 25 mei 1851. Door sommigen wordt verondersteld dat zij gemaakt zijn door Van Geusau en voorstudies zijn geweest voor de hier beschreven gouaches. In de catalogus van St. Agatha uit 1971 wordt het boekje zonder meer aan deze persoon toegeschreven. Niettemin zijn er redenen om te twijfelen of hij wel met de vervaardiger van de schetsen kan worden geïdentificeerd. Allereerst is daar het feit van de Duitstaligheid. Waarom zou Van Geusau als Nederlander, al was hij het Duits nog zo goed meester, steeds in het Duits hebben genoteerd wat hij getekend heeft? Voorts was Van Geusau, zoals hieronder nader wordt beschreven, in 1851 nog niet in Cuyk woonachtig en gezien de beperkte reismogelijkheden van die tijd zal hij er toen ook niet vaak zijn geweest, indien hij er al ís geweest. Wat had hij immers in dit toch tamelijk afgelegen en niet zo heel bekende gebied te zoeken? Het is wél heel goed mogelijk dat het betreffende boekje in de jaren vijftig, zestig of zeventig bij de Kruisheren is terecht gekomen en dat Van Geusau het heeft mogen inzien, toen hij zich in 1879 metterwoon te Cuyk vestigde en zich ging bezighouden met het vervaardigen van tekeningen en gouaches van deze plaats en haar omgeving. Daaruit zouden de hier en daar te bespeuren overeenkomsten in opzet en in onderdelen van de schetsen en de gouaches verklaard kunnen worden.
[Voor meer opmerkingen, zie SKKN-inventarisrapport]
[Voor meer opmerkingen, zie SKKN-inventarisrapport]
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 175b; "De Echo van het Land van Cuyk", 22 Maart 1876, 22 Augustus 1979; “Clairlieu”. Tijdschrift gewijd aan de geschiedenis van de Kruisheren, 23-24 (1965-1966), afb. naast p. 48; J. Scheerder osc, “Henricus Martinus Franciscus Hollmann, tweeën-vijftigste magister generaal der orde van het H. Kruis”, 1853-1927 (Diest 1966), nr.C naast p. 48, nr. B naast p .49; L.P.M.J. Heere, “600 jaar Sint Agatha”, tentoonstellingscatalogus Sint Agatha 1971, Gemeentehuis Cuyk (Sint Agatha 1971), cat. nr. 3 (Schetsboekje van A. van Geusau. In de zomer van 1855 (sic) vele tekeningen in en om het klooster), cat. nrs. 12 (A), 14 (B), 15 (C), nr.17 (D); P.M.H. Breukers, 'Biografie van de Cuykse aquarellist Arnold van Geusau (1817-1886)' in: "Merlet" 18 (1982) p. 74-78; L.C.B.M. van Liebergen red, “'waer een para¬dis". Kloosterleven in Brabant na de Reformatie”, tentoonstellingscatalogus Uden 1987, Museum voor Religieuze Kunst (Uden 1987), p. 128, cat. nr. 9 (met afb.132), cat. nr. 10 (met afb.133) (gedateerd 1855)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
laatste wijziging 21-02-2023
1 gedigitaliseerd
VW-P017 Voorwerpen Kruisheren
VW-P017-Ag0175a Gouache, Gezicht op klooster en kerk St. Agatha
Toelichting:
Gezicht op klooster en kerk van Sint Agatha vanuit het zuidoosten. Het gebouwencomplex is geheel gelegen tussen het geboomte. Links op de voorgrond een ploegende boer met twee paarden, rechts drie wandelende en in gesprek verwikkelde Kruisheren op een landweg
Datering:
ca. 1880
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
A. van (von) Geusau. Tekening Ag/0175/a rechtsonder gesigneerd "A V GEUSAU".
Lengte in cm:
47,6
Breedte in cm:
30,8
Opmerkingen:
In de bibliotheek van St. Agatha bevindt zich een Duitstalig schetsboekje met 35 tekeningen van Cuyk en omgeving van een volgens Th. van den Elsen osc onbekende hand (Hs-043). Hierin zijn zeven schetsen van dit klooster opgenomen die blijkens het onderschrift vervaardigd zijn op 24 en 25 mei 1851. Door sommigen wordt verondersteld dat zij gemaakt zijn door Van Geusau en voorstudies zijn geweest voor de hier beschreven gouaches. In de tentoonstellingscatalogus van St. Agatha uit 1971 wordt het boekje zonder meer aan deze persoon toegeschreven. Niettemin zijn er redenen om te twijfelen of hij wel met de vervaardiger van de schetsen kan worden geïdentificeerd. Allereerst is daar het feit van de Duitstaligheid. Waarom zou Van Geusau als Nederlander, al was hij het Duits nog zo goed meester, steeds in het Duits hebben genoteerd wat hij getekend heeft? Voorts was Van Geusau, zoals hieronder nader wordt beschreven, in 1851 nog niet in Cuyk woonachtig en gezien de beperkte reismogelijkheden van die tijd zal hij er toen ook niet vaak zijn geweest, indien hij er al ís geweest. Wat had hij immers in dit toch tamelijk afgelegen en niet zo heel bekende gebied te zoeken? Het is wél heel goed mogelijk dat het betreffende boekje in de jaren vijftig, zestig of zeventig bij de Kruisheren is terecht gekomen en dat Van Geusau het heeft mogen inzien, toen hij zich in 1879 metterwoon te Cuyk vestigde en zich ging bezighouden met het vervaardigen van tekeningen en gouaches van deze plaats en haar omgeving. Daaruit zouden de hier en daar te bespeuren overeenkomsten in opzet en in onderdelen van de schetsen en de gouaches verklaard kunnen worden.
[Voor meer opmerkingen, zie SKKN-inventarisrapport]
[Voor meer opmerkingen, zie SKKN-inventarisrapport]
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 175a; "De Echo van het Land van Cuyk", 22 Maart 1876, 22 Augustus 1979; “Clairlieu”. Tijdschrift gewijd aan de geschiedenis van de Kruisheren, 23-24 (1965-1966), afb. naast p. 48; J. Scheerder osc, “Henricus Martinus Franciscus Hollmann, tweeën-vijftigste magister generaal der orde van het H. Kruis”, 1853-1927 (Diest 1966), nr.C naast p. 48, nr. B naast p .49; L.P.M.J. Heere, “600 jaar Sint Agatha”, tentoonstellingscatalogus Sint Agatha 1971, Gemeentehuis Cuyk (Sint Agatha 1971), cat. nr. 3 (Schetsboekje van A. van Geusau. In de zomer van 1855 (sic) vele tekeningen in en om het klooster), cat. nrs. 12 (A), 14 (B), 15 (C), nr.17 (D); P.M.H. Breukers, 'Biografie van de Cuykse aquarellist Arnold van Geusau (1817-1886)' in: "Merlet" 18 (1982) p. 74-78; L.C.B.M. van Liebergen red, “'waer een para¬dis". Kloosterleven in Brabant na de Reformatie”, tentoonstellingscatalogus Uden 1987, Museum voor Religieuze Kunst (Uden 1987), p. 128, cat. nr. 9 (met afb.132), cat. nr. 10 (met afb.133) (gedateerd 1855)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
laatste wijziging 21-02-2023
1 gedigitaliseerd
VW-P017 Voorwerpen Kruisheren
VW-P017-Ag0175d Gouache, Kloostercomplex St. Agatha
Toelichting:
Gezicht op de voorzijde van het kloostercomplex van Sint Agatha vanuit het westen vanaf de provinciale weg. De gebouwen zijn door geboomte omringd. Op de voorgrond schoolkinderen, links twee jongens, rechts twee meisjes, daarachter een man met een hondenkar en daarachter een geit of bok. Links binnen de omhaagde tuin een Kruisheer in gesprek met een tuinman
Datering:
ca. 1880
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
A. van (von) Geusau
Lengte in cm:
47,6
Breedte in cm:
30,8
Opmerkingen:
In de bibliotheek van St. Agatha bevindt zich een Duitstalig schetsboekje met 35 tekeningen van Cuijk en omgeving van een volgens Th. van den Elsen osc onbekende hand (Hs-043). Hierin zijn zeven schetsen van dit klooster opgenomen die blijkens het onderschrift vervaardigd zijn op 24 en 25 mei 1851. Door sommigen wordt verondersteld dat zij gemaakt zijn door Van Geusau en voorstudies zijn geweest voor de hier beschreven gouaches. In de catalogus van St. Agatha uit 1971 wordt het boekje zonder meer aan deze persoon toegeschreven. Niettemin zijn er redenen om te twijfelen of hij wel met de vervaardiger van de schetsen kan worden geïdentificeerd. Allereerst is daar het feit van de Duitstaligheid. Waarom zou Van Geusau als Nederlander, al was hij het Duits nog zo goed meester, steeds in het Duits hebben genoteerd wat hij getekend heeft? Voorts was Van Geusau, zoals hieronder nader wordt beschreven, in 1851 nog niet in Cuijk woonachtig en gezien de beperkte reismogelijkheden van die tijd zal hij er toen ook niet vaak zijn geweest, indien hij er al ís geweest. Wat had hij immers in dit toch tamelijk afgelegen en niet zo heel bekende gebied te zoeken? Het is wél heel goed mogelijk dat het betreffende boekje in de jaren vijftig, zestig of zeventig bij de Kruisheren is terecht gekomen en dat Van Geusau het heeft mogen inzien, toen hij zich in 1879 metterwoon te Cuijk vestigde en zich ging bezighouden met het vervaardigen van tekeningen en gouaches van deze plaats en haar omgeving. Daaruit zouden de hier en daar te bespeuren overeenkomsten in opzet en in onderdelen van de schetsen en de gouaches verklaard kunnen worden.
Op tekening D zou rechtsonder een onduidelijke signatuur zijn aangebracht (dossier Elsen, 1971). Tijdens de inventarisatie geen signatuur kunnen ontdekken
[Voor meer opmerkingen, zie SKKN-inventarisrapport]
Op tekening D zou rechtsonder een onduidelijke signatuur zijn aangebracht (dossier Elsen, 1971). Tijdens de inventarisatie geen signatuur kunnen ontdekken
[Voor meer opmerkingen, zie SKKN-inventarisrapport]
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 175d; "De Echo van het Land van Cuyk", 22 Maart 1876, 22 Augustus 1979; “Clairlieu”. Tijdschrift gewijd aan de geschiedenis van de Kruisheren, 23-24 (1965-1966), afb. naast p. 48; J. Scheerder osc, “Henricus Martinus Franciscus Hollmann, tweeën-vijftigste magister generaal der orde van het H. Kruis”, 1853-1927 (Diest 1966), nr.C naast p. 48, nr. B naast p .49; L.P.M.J. Heere, “600 jaar Sint Agatha”, tentoonstellingscatalogus Sint Agatha 1971, Gemeentehuis Cuyk (Sint Agatha 1971), cat. nr. 3 (Schetsboekje van A. van Geusau. In de zomer van 1855 (sic) vele tekeningen in en om het klooster), cat. nrs. 12 (A), 14 (B), 15 (C), nr.17 (D); P.M.H. Breukers, 'Biografie van de Cuykse aquarellist Arnold van Geusau (1817-1886)' in: "Merlet" 18 (1982) p. 74-78; L.C.B.M. van Liebergen red, “'waer een para¬dis". Kloosterleven in Brabant na de Reformatie”, tentoonstellingscatalogus Uden 1987, Museum voor Religieuze Kunst (Uden 1987), p. 128, cat. nr. 9 (met afb.132), cat. nr. 10 (met afb.133) (gedateerd 1855)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
laatste wijziging 21-02-2023
1 gedigitaliseerd
VW-P017 Voorwerpen Kruisheren
VW-P017-Ag0175c Gouache, Kloostercomplex St. Agatha
Toelichting:
Gezicht op de voorzijde van het kloostercomplex van Sint Agatha vanuit het noordwesten. Rechts op de voorgrond een boerin werkend op het land en een boer met een kar. In de wei drie jagers met twee honden en een konijn. Langs de kloostermuur een wandelende en toeziende Kruisheer
Datering:
ca. 1880
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
A. van (von) Geusau
Lengte in cm:
47,6
Breedte in cm:
30,8
Opmerkingen:
In de bibliotheek van St. Agatha bevindt zich een Duitstalig schetsboekje met 35 tekeningen van Cuyk en omgeving van een volgens Th. van den Elsen osc onbekende hand (Hs-043). Hierin zijn zeven schetsen van dit klooster opgenomen die blijkens het onderschrift vervaardigd zijn op 24 en 25 mei 1851. Door sommigen wordt verondersteld dat zij gemaakt zijn door Van Geusau en voorstudies zijn geweest voor de hier beschreven gouaches. In de catalogus van St. Agatha uit 1971 wordt het boekje zonder meer aan deze persoon toegeschreven. Niettemin zijn er redenen om te twijfelen of hij wel met de vervaardiger van de schetsen kan worden geïdentificeerd. Allereerst is daar het feit van de Duitstaligheid. Waarom zou Van Geusau als Nederlander, al was hij het Duits nog zo goed meester, steeds in het Duits hebben genoteerd wat hij getekend heeft? Voorts was Van Geusau, zoals hieronder nader wordt beschreven, in 1851 nog niet in Cuyk woonachtig en gezien de beperkte reismogelijkheden van die tijd zal hij er toen ook niet vaak zijn geweest, indien hij er al ís geweest. Wat had hij immers in dit toch tamelijk afgelegen en niet zo heel bekende gebied te zoeken? Het is wél heel goed mogelijk dat het betreffende boekje in de jaren vijftig, zestig of zeventig bij de Kruisheren is terecht gekomen en dat Van Geusau het heeft mogen inzien, toen hij zich in 1879 metterwoon te Cuijk vestigde en zich ging bezighouden met het vervaardigen van tekeningen en gouaches van deze plaats en haar omgeving. Daaruit zouden de hier en daar te bespeuren overeenkomsten in opzet en in onderdelen van de schetsen en de gouaches verklaard kunnen worden.
[Voor meer opmerkingen, zie SKKN-inventarisrapport]
[Voor meer opmerkingen, zie SKKN-inventarisrapport]
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 175c; "De Echo van het Land van Cuyk", 22 Maart 1876, 22 Augustus 1979; “Clairlieu”. Tijdschrift gewijd aan de geschiedenis van de Kruisheren, 23-24 (1965-1966), afb. naast p. 48; J. Scheerder osc, “Henricus Martinus Franciscus Hollmann, tweeën-vijftigste magister generaal der orde van het H. Kruis”, 1853-1927 (Diest 1966), nr.C naast p. 48, nr. B naast p .49; L.P.M.J. Heere, “600 jaar Sint Agatha”, tentoonstellingscatalogus Sint Agatha 1971, Gemeentehuis Cuyk (Sint Agatha 1971), cat. nr. 3 (Schetsboekje van A. van Geusau. In de zomer van 1855 (sic) vele tekeningen in en om het klooster), cat. nrs. 12 (A), 14 (B), 15 (C), nr.17 (D); P.M.H. Breukers, 'Biografie van de Cuykse aquarellist Arnold van Geusau (1817-1886)' in: "Merlet" 18 (1982) p. 74-78; L.C.B.M. van Liebergen red, “'waer een para¬dis". Kloosterleven in Brabant na de Reformatie”, tentoonstellingscatalogus Uden 1987, Museum voor Religieuze Kunst (Uden 1987), p. 128, cat. nr. 9 (met afb.132), cat. nr. 10 (met afb.133) (gedateerd 1855)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
laatste wijziging 21-02-2023
1 gedigitaliseerd
VW Voorwerpencollectie Nederlands kloosterleven
VW-Z079-293 Gravure H. Theresia van Avila
Toelichting:
Het betreft een oleogravure.
Datering:
z.j.
Deelcollectie:
Ongeschoeide Karmelietessen
Materiaal/techniek:
Kleurenproductie van een olieverfschilderij, vervaardigd in de steendruktechniek. Ingelijst achter glas in houten lijst
Lengte in cm:
64
Breedte in cm:
49
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
laatste wijziging 09-06-2022
1 gedigitaliseerd
VW-P017 Voorwerpen Kruisheren
VW-P017-Ud0080 Huisaltaar
Toelichting:
Het middenpaneel van dit huisaltaar heeft de Geseling van Christus tot onderwerp. Vanaf een verhoogde tribune kijkt het publiek toe; onder hen bevindt zich Pilatus. Op de binnenzijde van de zijluiken lieten de stichters Gielis Kievits (ca.1530-1582), lakenkoopman te 's-Hertogenbosch en heer van Terborcht, en zijn vrouw Anna van Boort zich portretteren met hun drie zonen en drie dochters, links de mannen, rechts de vrouwen. Over de bidstoel van de vader hangt een lang kleed met het familiewapen van Kievits. Drie mannen zijn gekleed in zwarte tabberds en molensteenkragen. Zoon Jan is gekleed als kanunnik. Hij was een beroemd kanselredenaar. Vanaf 1602 was hij kanunnik in de Sint-Janskathedraal van 's-Hertogenbosch, later werd hij daar tot plebaan benoemd. De vrouwen zijn gekleed in zwarte kledij met brede plooikragen, op het hoofd de zogeheten 'zwarte vlieger'. De vrouw in eenvoudiger kledij met wit mutsje is waarschijnlijk een dienstbode of min. Aan de bidstoel hangt het familiewapen van Van Boort, aan de onderzijde ervan is het jaartal '1605' ('1603'?) aangebracht. Op de achterzijde van de zijluiken staan de patroonheiligen van beide echtelieden: links Egidius, in wit habijt en met een kromstaf in de linkerhand. Vóór zich het familiewapen Kievits. Rechts de heilige Anna, gekleed in een grijsbruin gewaad, een rode mantel en witte sluier. Vóór zich het wapen van Van Boort. Aan de onderzijde van de luiken staan de namen S. Aegidius en S. Anna. De omlijsting van gecanneleerde pilasters is in renaissancestijl. Op de fries boven het middenpaneel staan de vier kwartierwapens van Kievits-Van Boort. Daar boven staat het kruisherenkruis centraal op het fronton. Het middenpaneel past qua schilderstijl en datering niet bij de zijluiken. Zij kunnen evenwel zijn samengebracht toen dit drieluik werd gemaakt, mogelijk in 1603, het overlijdensjaar van Anna van Boort. Wellicht na het overlijden van plebaan Kievits in 1620 kwam het in het bezit van de Kruisheren van 's-Hertogenbosch
Datering:
1525-1550 [middendeel]; 1603-1605 [zijluiken]
Deelcollectie:
Kruisheren
Plaats vervaardiging:
's-Hertogenbosch
Materiaal/techniek:
Olieverf op paneel
Hoogte in cm:
149
Diepte in cm:
180 [geopend]
Opmerkingen:
De panelen zijn gevat in een renaissance omlijsting van gecanneleerde pilasters met Ioniserende kapitelen. Boven het middenpaneel een fries met trigliefen onder kraagsteentjes, die om en om verschillende geornamenteerd zijn. Hiertussen de vier kwartierwapens van Kievits-Van Boort. Afsluitende kroonlijst waarop een driehoekig fronton met centraal het Kruisherenkruis. De vier wapens: 1. rode roos, geknopt van goud en gepunt van zwart op goud kleurig veld (= Kievits). 2. zwarte, klimmende leeuw op zilverkleurig veld (= Proest). 3. doorsneden, boven: twee rode molenijzers op goudkleurig veld, onder: drie drielingsbalken in zwart veld (= Van Boort). 4. doorsneden, boven: twee rode rozen op zilverkleurig veld, onder: drie palen van zwart op zilverkleurig veld (= Emmen). Middenpaneel en zijpanelen horen om de hierna te vermelden redenen nagenoeg zeker niet bij elkaar. Hermans vermeldt in 1858 dat in die tijd op het middenpaneel een "Jesus crucifixus" was afgebeeld. Volgens Heere (1949) was het huidige middenpaneel tot aan het einde van de vorige eeuw overschilderd met "twee Calvariebergen". Was de door Heere vermelde overschildering datgene wat Hermans heeft gezien? Zo nee, dan mag worden gevraagd wanneer het huidige middenpaneel ingevoegd werd en waar het paneel met de gekruisigde Christus is gebleven. Gezien de bredere omlijsting van het middenpaneel, het gegeven dat het duidelijk van een andere hand is, én het feit dat een gekruisigde Christus traditioneel meer een object van devotie is dan een geseling, zou men kunnen stellen dat het huidige middenpaneel niet het originele is. De door Heere vermelde overschildering is mogelijk bij de restauratie van 1913 verwijderd, zodat de geselingsscène zichtbaar werd. In dat geval rijst de vraag waarom de schilder van de zijluiken destijds de lijstmaten niet in overeenstemming heeft gebracht met die van het middenpaneel. Meer informatie in SKKN-inventarislijst
Documentatie:
Literatuur: M. Beilmann-Schöner, M. M. van Zanten e.a., "In Cruce Salus. 800 Jahre Klosterleben. Das Kulturerbe der Kreuzherren in Westeuropa", tentoonstellingscatalogus Bentlage 2010 (NL/D), (Rheine 2010), p.138, 139, 315; "Inventarisatie-rapport Kruisherenklooster te Uden", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 80; “Oude Kunst in Brabants bezit”, tentoonstellingscatalogus Tilburg, Paleisraadhuis (Jubileum-Tentoonstelling 1898-1948) (Tilburg 1948) , p. 25, cat. nr. 92 (schenking familie Pieck); B.W. van Schijndel, 'Een drieluik betreffende een voornaam Brabants geslacht', in: "Edele Brabant", 28 januari 1949, p. 13 e.v.; L. Heere in de Kroniek van: "Clairlieu", 7 (1949) p. 62-64; "750 jaar Orde van het Heilig Kruis 1211-1961: pretiosa uit haar oude kloosters”, tentoonstellingscatalogus Amersfoort 1961, Museum Flehite, (Amersfoort 1961) , cat. nr. 25, afb. middenpaneel; J. Scheerder osc, “Prior A.G. van Mil” (Diest 1967), p. 176-177, voetnoot 5 (beschrijving triptiek door X. Smits); L.C.B.M. van Liebergen red., “Honderd jaar Udens college. De geschiedenis van het College van het H. Kruis en wat daaraan voorafging”, tentoonstellingscatalogus Uden 1986, Museum voor Religieuze Kunst, (Informatiebulletin no. 11) (Uden 1986), p. 103, cat. nr. 8, afb.14 en 15; L.C.B.M. van Liebergen red., “'waer een paradies": Kloosterleven in Brabant na de Reformatie”, tentoonstellingscatalogus Uden 1987, Museum voor Religieuze Kunst (Uden 1987), p. 157, cat. nr. 108, afb. 240 en 241; A.M. Koldeweij e.a.,"In Buscoducis 1450-1629: Kunst uit de Bourgondische tijd te 's-Hertogenbosch; De cultuur van late middeleeuwen en renaisance", tentoonstellingscatalogus 's-Hertogenbosch 1990, p. 66, cat. nr. 21, p. 67. Meer literatuur in: Inventarisatie-rapport
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
laatste wijziging 14-04-2023
1 gedigitaliseerd
totaal 2 bestanden
VW-P017 Voorwerpen Kruisheren
VW-P017-We0034 Icoon Hemelvaart van de profeet Elia
Toelichting:
2 Koningen 2:11
Datering:
1600-1700
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Hout, verf, zilver, verguld zilver
Breedte in cm:
26,7
Hoogte in cm:
31,3
Documentatie:
Echtheidscertificaten en documentatie van de door Jan Leers geschonken iconen (4) in documentatiemap
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
laatste wijziging 13-10-2022
1 gedigitaliseerd
VW-P017 Voorwerpen Kruisheren
VW-P017-We0040 Icoon, Joris doodt de draak
Datering:
1950-1975 (?)
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Hout, verf, zilver
Lengte in cm:
23
Breedte in cm:
18
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
laatste wijziging 13-10-2022
1 gedigitaliseerd
VW-P017 Voorwerpen Kruisheren
VW-P017-We0041 Icoon, Maria met Kind
Toelichting:
Icoon met Maria met Kind. De schildering is bedekt met een verguld zilveren afdekplaat, waardoor alleen de gezichten te zien zijn. De icoon is ingelijst in een kastje met glazendeurtje, afsluitbaar aan de linkerzijde met een sleuteltje
Datering:
1875-1925
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Hout, verf, verguld zilver, glas
Lengte in cm:
39,5
Breedte in cm:
35,5
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
laatste wijziging 13-10-2022
1 gedigitaliseerd
VW Voorwerpencollectie Nederlands kloosterleven
VW-B021-124 Ingelijste reclame voor uitgaves van de Fraters van Utrecht
Toelichting:
Originele tekening van kunstenaar Frans van Noorden voor de kalender van de "Electrische drukkerij & uitgeverij van het St. Gregoriushuis, Utrecht". Er wordt reclame gemaakt voor de "Gregoriaantjes", de reeks jongensboeken voor de oudere jeugd die door de congregatie werd uitgegeven. De uitgave "Na vieren" was bedoeld voor de jongere jeugd. Van Noorden werkte voor de Sint-Gregoriusdrukkerij van de Fraters van Utrecht en is vooral bekend als illustrator van kinderboeken. De eerste paar jaar werden de "Gregoriaantjes" door Frans van Noorden geïllustreerd.
Achtergronden:
Als illustrator bij de Sint-Gregoriusdrukkerij maakte van Noorden in samenwerking met frater Bellarminus Mol (1909-2001) onder meer een bekende reeks Bijbelplaten (zie de Voorwerpencollectie van de Fraters van Utrecht, nummers 001 t/m 060).
Datering:
[1925-1930]
Deelcollectie:
Fraters van Utrecht
Vervaardiger:
Frans van Noorden (1887-1961)
Materiaal/techniek:
Waterverf op papier, ingelijst
Lengte in cm:
31 (excl. lijst); 42 (incl. lijst)
Breedte in cm:
19 (excl. lijst); 32 (incl. lijst)
Opmerkingen:
Voor meer werk van Van Noorden en anderen voor de drukkerij van het St. Gregoriushuis én de uitgaven van het St. Gregoriushuis zie het archief van de Fraters van Utrecht (Ar-B021).
Documentatie:
"100 jarig bestaan van de Fraters van Utrecht, 1873-1973" (Utrecht, 1973), p. 833-863
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
laatste wijziging 06-01-2023
1 gedigitaliseerd
VW-P017 Voorwerpen Kruisheren
VW-P017-Ag0092 Kruiswegstatie (nr. 12) Christus sterft aan het kruis
Toelichting:
Centraal Christus aan het kruis tussen de twee moordenaars. Maria Magdalena op één knie geknield aan de voet van het kruis, de armen gekruist voor de borst. Ter rechterzijde Johannes die de in zwijm vallende Maria ondersteunt. Links Longinus te paard met lans. Middenachter een wegtrekkende troep soldaten. Op de achtergrond de stad Jeruzalem. Zware, zwart geschilderde, sterk geprofileerde lijst met goudkleurige binnenrand
Datering:
1600-1650
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Olieverf op doek, op paneel
Lengte in cm:
33,5
Breedte in cm:
26,5
Hoogte in cm:
Lijst 56,5 x 49,5 cm
Opmerkingen:
Evenals het schilderij, vermeld onder inv. nr. Ag/0093, heeft dit doek deel uitgemaakt van een serie kruiswegstaties
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 92; C.R. Hermans, “Annales canonicorum regularium S. Augustini, Ordinis S. Crucis”, Deel I-III (Silvae-ducis 1858) I (2) 1858, p. 203, nr. 23; "750 jaar Orde van het Heilig Kruis 1211-1961: pretiosa uit haar oude kloosters”, tentoonstellingscatalogus Amersfoort 1961, Museum Flehite, (Amersfoort 1961), cat. nr. 27; F.G.L. van der Meer, “Kunstschatten uit Kempische abdijen”, tentoonstellingscatalogus Hilvarenbeek 1961, Raadhuis (Hilvarenbeek 1961), cat. nr. 23; L.P.M.J. Heere, “600 jaar Sint Agatha”, tentoonstellingscatalogus Sint Agatha 1971, Gemeentehuis Cuyk (Sint Agatha 1971), nr. 27; J.C.T.M. van Laarhoven, “Kloosters in Brabant”, tentoonstellingscatalogus ’s-Hertogenbosch 1977, Noordbrabants Museum ( 's-Hertogenbosch 1977), p. 29, cat. nr. 28 (begin XVII)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
laatste wijziging 07-07-2022
1 gedigitaliseerd
VW-P017 Voorwerpen Kruisheren
VW-P017-Ag0093 Kruiswegstatie (nr. 13) Kruisafneming
Toelichting:
Het lichaam van Christus wordt van het kruis afgenomen door een man met tulband (Jozef van Arimathea ?) en een man die op een ladder staat. Het wordt in handen genomen door de geknielde Maria Magdalena, Maria en een man met een tulband (Nicodemus?), die naast Maria staat. Deze wordt ondersteund door Johannes. Achter Johannes een vrouw met een balsempot. Een tweede balsempot staat op de grond vóór Maria. Op de achtergrond een rots, rechts
Datering:
1600-1650
Deelcollectie:
Kruisheren
Lengte in cm:
33,5
Breedte in cm:
26,5
Opmerkingen:
Opmerkingen: Evenals het doek, vermeld onder inv. nr. Ag/0092, heeft dit schilderij deel uitgemaakt van een serie kruiswegstaties
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 93; C.R. Hermans, “Annales canonicorum regularium S. Augustini, Ordinis S. Crucis”, Deel I-III (Silvae-ducis 1858) I (2) 1858, p. 203, nr. 23; "750 jaar Orde van het Heilig Kruis 1211-1961: pretiosa uit haar oude kloosters”, tentoonstellingscatalogus Amersfoort 1961, Museum Flehite, (Amersfoort 1961), cat. nr. 27; F.G.L. van der Meer, “Kunstschatten uit Kempische abdijen”, tentoonstellingscatalogus Hilvarenbeek 1961, Raadhuis (Hilvarenbeek 1961), cat. nr. 23; L.P.M.J. Heere, “600 jaar Sint Agatha”, tentoonstellingscatalogus Sint Agatha 1971, Gemeentehuis Cuyk (Sint Agatha 1971), nr. 27; J.C.T.M. van Laarhoven, “Kloosters in Brabant”, tentoonstellingscatalogus ’s-Hertogenbosch 1977, Noordbrabants Museum ( 's-Hertogenbosch 1977), p. 29, cat. nr. 28 (begin XVII)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
laatste wijziging 07-07-2022
1 gedigitaliseerd