Zoeken in collecties

Geplaatst in reliekhouder in de vorm van een stralenmonstrans. Afkomstig uit de erfenis van Anton (A.B.M.) Hogema osc (1917-2013). Pater Hogema was van 1960 tot 1970 prior van het kruisherenklooster te Wuppertal (Duitsland)

Een haar in een ovale theca (metalen reliekhouder), met authenticiteitsbewijs.

Het reliek is geplaatst in een bloemvormige reliekenstandaard.

Het reliek is onderdeel van een houten lijst met authenticiteitsbewijs, gedateerd 11 nov. 1894, ondertekend door H. van den Boogaard.

Geplaatst in reliekhouder in de vorm van een stralenmonstrans met bovenop een kruis. Afkomstig uit de erfenis van Anton (A.B.M.) Hogema osc (1917-2013). Pater Hogema was van 1960 tot 1970 prior van het kruisherenklooster te Wuppertal (Duitsland). Reliekhouder is ogenschijnlijk voor een andere reliek vervaardigd. De reliek van de H. Odilia is aan de achterzijde van de houder verzegeld met een lakzegel met daarop het wapen van magister-generaal Wilhelmus van Hees osc (1906-1981)

Dit rond metalen reliekhoudertje (theca) met aan de voorzijde glas, heeft het opschrift "S. Teresae a Jesu Inf".

In een ovale theca (reliekhoudertje) met certificaat.

De relieken zijn in 1949 door pater Cees Moonen cssr aan het studentaat (juvenaat) van de redemptoristen in Wittem gegeven. Pater Moonen schrijft op 12 februari 1964 aan pater Ignaz Dekkers cssr dat hij deze relieken eind september of begin oktober 1949 in Pagani, de sterfplaats van de H. Alfonsus, van de toenmalige provinciaal had gekregen: "hij heeft het in mijn bijzijn genomen uit de verzameling van overblijfselen van die doodskist (dat het van die doodskist is, weet ik niet meer zeker, maar is waarschijnlijk; ik heb zelf ook nog een roestige spijker van de doodskist, bij dezelfde gelegenheid gekregen). Er waren geen documenten bij, maar als die Napolitanen niet opzettelijk bedriegen (ik heb er niets voor betaald), dan moet het echt zijn.".

Het betreft een stukje stof aangestreken aan een eerstegraadsreliek van kardinaal Lavigerie, de stichter van de Witte Paters en de Witte Zusters. Op het kaartje waarop het stukje stof is bevestigd, staat de tekst: "In memoriam 1825-1925". Uitgegeven ter gelegenheid van de 100e geboortedag van Kardinaal Lavigerie. Op het kaartje tevens de tekst "Vir obediens loquetur victoriam"(Hij die gehoorzaamt zal overwinnen) (Spreuken 21,28) en een citaat van Kardinaal Lavigerie.

Stukje stof bewaard in een zakje dat doordrenkt is van de olie van de H. Maria Margaretha der Engelen (Maria van Valckenissen). Daarbij brief met gedeelte van enveloppe van H. Noijen uit Oirschot gedateerd 21 maart 1911. Brief gaat over toezending van een reliek van de H. Maria Margaretha der Engelen bestaande uit een prop watten, die gedrenkt is geweest in een flesje met olie uit het hart van de heilige.

Drie ronde reliekhoudertjes (theca's): één met een reliek van de "paeschnagel" (1); één met relieken van "S. Eligi", "Agnus Dei", "het H. Bloed" en "H. Coleta" (2); één met een reliek van "B.M.M. Alacoque" achter glas (3). Alle drie deze ronde houders zijn versierd met filigrain van papier. In twee van de drie (1,2) is een klein beeldje van de H. Maria met Kind geplaatst. Aan de binnenzijde van de deksel is een papiertje geplakt met de afkorting IHS binnen een kleine tekening (2), bij een andere houder (3) is de afkorting IHS rondom voorzien van de tekst "Le monial[...] monastere de la visitation de Paray". Twee ovaalvormige reliekhouders met hangoogje. Eén met een in was gedrukte afbeelding van een vrouwfiguur (4). De ander is van versieringen voorzien en bevat een reliek, blijkens de handgeschreven aantekening in de houder, van de H. Antonius (5). Twee gesloten reliekhouders met los dekseltje en hangoogje. Eén bevat een reliek van "S. Henrici" (6) en de ander een reliek van "S. Alexii" (7).

Verschillende relieken: ronde en ovale reliekhouders (theca) met één of meerdere relieken van onder meer Petrus Donders cssr, Alphonsus de Liguori, Gerardus Majella cssr en Clemens Hofbauer cssr. Enkele doosjes zijn aan de binnenzijde verzegeld met een rode lakzegel met onder andere bisschoppelijke zegels. De meeste houders hebben een hangoogje. Twee losse relieken zonder theca, één van Alphonsus de Liguori (uit zekere bron volgens J.L. Janssen cssr) en één, in bijbehorende envelopje, van Bisschop Neumann cssr. Daarnaast een in papier verpakt reliek van Wilhelm Janauschek cssr en een van "Klemens Maria Hofbauer".

Een amandelvormig reliekhoudertje met een reliek en foto van de H. Alfonsus. Twee reliekenenveloppen met aan de voorzijde de tekst: "Ex arca sepulcrali S. Alfonsi Ligorii" en aan de achterzijde een stempel van de algemeen postulator van de congregatie der Redemptoristen. Op één van de enveloppen is met de hand geschreven "van H. Alfondus' doodskleed". Daarnaast nog een ronde medaille met aan de voorzijde een afbeelding van Maria met Kind en aan de achterzijde een afbeelding van een biddende H. Alfonsus.

Twee relieken zijn voorzien van een certificaat.

Sommige zijn bevestigd op handwerkjes. Een reliek van Petrus Donders zit in een envelopje waarop staat geschreven van wie het afkomstig is en met welke intentie (verlichting van pijn).

Met bijbehorend zakje. Centraal in het doosje bevindt zich een beeldje van O.L. Vrouw. Het doosje zit in een zwart zakje met een trekkoordje. Deze doosjes werden in het zakje in de cel van de zusters opgehangen. Meestal waren ze kleiner, maar moeder stichteres van Hulst had een extra groot exemplaar.

Van Blasius en Mauritius, Antonius en S. Anna, een stukje van het graf van Lazarus met enkele brieven daarover van p. Rood en enkele (Latijnse) testimonia .

Een van de reliekomhulsels bevat een doosje met devotiemedaille en textiel en een reliek van Ignatius van Loyola. De andere reliek zit dichtgenaaid

Zuster Catharina Labouré kreeg in 1830 in een visioen van Maria de opdracht een Wonderdadige Medaille in te stellen (zie de medaille onder VW-P018-004). Ze werd in 1947 heilig verklaard door paus Pius XII. Reliekhanger (1) met aan de voorzijde het monogram CLB. Aan de binnenzijde een reliek van de H. Catharina Labouré (toen nog Zalig). Reliekmedaillon (2) met aan de voorzijde het portret van Catharina Labouré en de tekst "S. Catherine Laboure P.P.N.".

Twee schilderijtjes met relieken van Johannes Lambertz (1785-1869) en vier gevouwen papiertjes met relieken van Lambertz. Op één schilderijtje (1) staat een gebouw omgeven door een gracht weergegeven en daaronder de tekst: "Souvenir précieux de notre respectable fondateur et superieur général J.C.M. Lambertz 9/5 66". Achterop het schilderijtje is een stickertje geplakt met daarop de plaatsnaam Boxtel. Op het andere schilderijtje (2) staat achterop een handgeschreven Franse tekst van mère Scholastique over Lambertz en de vermelding: "Ursuline Sittard". Lambertz (her)stichtte in 1818 de orde van zusters Ursulinen in Thildonck (België).

Reliekdoosje met doorzichtig deksel. In het midden van doosje het wapen van de congregatie gemaakt met o.a. relieken van pater Passerat. Links daarvan een kruisje, rechts een foto van pater Passerat. Boven dit alles een lint met de tekst: "Cheveux et vêtements du Vénérable P. Passerat".

Stukjes stof van het habijt en het scapulier van Maria Celeste Crostarosa (1696-1755), die samen met Alfonsus van Liguori de orde van de Redemptoristinnen stichtte (in Scala, Italië). Eén stukje stof (1) is in een omslag gevouwen, waarop de tekst staat: "Indumento della V. le S.M. Celeste Crostarosa". Verder zijn er twee sets (2-3) van een stukje blauwe en een stukje rode stof, die aan elkaar bevestigd met een plakbandje. Deze sets zijn door de Redemptoristinnen ontvangen op 10 juli 1983 bij een bezoek aan Foggia (Italië), waar Maria Celeste Crostarosa vanaf 1738 woonde.

Twee identieke enveloppen met relieken van Petrus Donders. Op de voorzijde de tekst: "Ex arca sepulcrali venerabilis servi dei Petrus Donders" en op de achterzijde is de envelop dichtgeplakt met een stuk papier met daarop het wapen van mgr. Stephanus Kuijpers cssr (1946–1970). Een ruitvormige reliekhouder met daarin reliek en foto van Petrus Donders.

Doosje met vier relieken (1) rondom een afbeelding van Maria Celeste Crostarosa (1696-1755), stichteres van de redemptoristinnen. Iedere reliek is voorzien van een naamkaartje: St. Clemens, S.P.N. Alfonsi, S. Gerardi, Maria Celesta (1696-1755). Het andere doosje (2) is voorzien van een afbeelding van Petrus Donders op de deksel en bevat een reliekhouder met reliek van de Z. Petrus Donders. De houder is aan de achterzijde voorzien van een rode lakzegel en een lusje van stofdraad. De reliek is op verschillende stukjes stof bevestigd en wordt omgeven door de goudkleurige tekst: "ex ossibus servi Dei P. Donders" (uit de botten van de dienaar Gods P. Donders).

Drie relieken (1) van pater Eustachius van Lieshout sscc (1890-1943). Twee hiervan zitten bevestigd aan een getypte brief, ondertekend door Norbertus Poelman sscc d.d. 10 oktober 1949. De derde is gewikkeld in papier en geplaatst in een doosje met daarop de vermelding dat de reliek ontvangen is door Jos Verhoeven en gegeven is aan Dagobert G[...].Vijf relieken (2) van pater Damiaan van Molokai sscc (Jozef de Veuster, 1840-1889). Eén ervan is een verzameling verschillende relieken op een uitvouwbaar kartonnetje. Reliek van H. Margaretha-Maria Alacoque (1647-1690), voorvechtster van de verering van het H. Hart, in de vorm van een kruis met voorop een fotootje van de heilige (3). Achterop een stukje papier met een uitspraak van de heilige, een papiertje met de tekst "Monastère de la visitation de Paray-Le-Monial" en een papiertje met de herkomst van het reliek. Relieken van Marie-Joseph Coudrin (1768-1837), stichter van de congregatie, bestaande uit stukjes stof van zijn rode koord, witte koormantel en zwarte toog (4), verkregen door P. Martialis sscc d.d. 26 juli 1928. Reliek van de H. Jozef in een ovale reliekhouder, met daarin achter glas onder het reliek een naamkaartje en rondom filigrainwerk (5). Aan de achterzijde is de houder voorzien van glas waarop zegelwas is aangebracht. Aan de bovenzijde is een hangoogje bevestigd. Bijgevoegd is een door bisschop Joseph Barthélemy Menocchio osa (1741-1823) ondertekend document van 14 augustus 1818, dat de echtheid van het reliek garandeert.