Zoeken in collecties

Kist met bol deksel en smeedijzeren slot. Voor- en zijkanten gesneden reliefs, achterkant onbewerkt. Aan de binnenzijde rechtsboven een doosvormige ruimte met klep. De afbeeldingen aan de voorzijde v.l.n.r.: Joh. 4: Jezus en de Samaritaanse vrouw bij de put; de aanbidding van Maria en het Kind Jezus op haar schoot door een koning (links) en een herder (rechts); vermoedelijk Joh. 3: Nikodemus komt in de nacht naar Jezus. De drie voorstellingen worden afgewisseld door de vier evangelisten die elk op een zuil staan. De voorstellingen zijn omkaderd door gotisch snijwerk, links en rechts gotische baldakijnen, verder gotisch traceerwerk. Onder de linker en rechtervoorstelling een wapenschild. Boven de twee voorpoten een uitstekende zuil met dakje, onder een baldakijn. De zijkanten zijn versierd met gesneden vensters met gotisch traceerwerk, in het midden hoog, geflankeerd door twee lagere remen. Boven de lagere ramen drie ronde venstertjes met elk een vierpas

Friese staartklok.

Tweezitsbankje met drie armleuningen. Het bankje zou oorspronkelijk afkomstig zijn uit Rouen.

Neogotisch koorgestoelte met elk 24 zetels, twaalf achter en twaalf voor. Vervaardigd voor het klooster van de Trappistinnen/Cistercienzerinnen van het klooster Onze Lieve Vrouwe van Koningsoord, dat van 1933-'37 in sobere neo-gotische stijl werd gebouwd. Bij de verhuizing naar een nieuw gebouwd klooster nabij Arnhem, werd het gestoelte geschonken aan klooster St. Agatha. De rugstukken van de voorste zetels bieden ruimte aan telkens twee kastjes, met een deurtje aan de rugzijde van de voorste zetels, en een kastje daarnaast waarvan het deurtje aan de zijde van de achterste rij zetels kan worden geopend. De drie koorzetels in dezelfde stijl zijn door de zusters meegenomen naar Arnhem. De dwarsgeplaatste zetels voor de moeder-overste zijn verzaagd ten behoeve van een lezenaar en de afwerking

Van de abdij Koningsoord in Berkel-Enschot. In 2009 overgeplaats naar kerk Klooster Sint Agatha.

Krukje op vier poten met matten zitting. In Hulst gebruikt in de recreatie tot de zusters in 1969 gewone stoelen gingen gebruiken en er ook grote tafels kwamen. Van tevoren waren er dus geen gemeenschappelijke tafels. Wie in de recreatie een tafel nodig had, bracht haar celtafeltje mee (dat laag was en aangepast aan de lage stoelen).

Op de lezenaar kunnen twee liturgische boeken liggen (antiphonaria, gradualen, psalteria) om uit te zingen tijdens de diensten. De versiering van een van de banden is aan de voorzijde, van de ander aan de achterzijde. Dit is opdat beide boeken, na de dienst dichtgeslagen, met de snee gericht naar het altaar liggen, zoals bij de trappisten en trappistinnen was voorgeschreven. Vgl. "Reglementen van de Orde der Cisterciënsers van de strenge onderhouding" (Westmalle 1928), in het hoofdstuk over 'Het Gedrag in de Kerk', p. 170: na het sluiten van de boeken legt men ze "met de snede naar het altaar gekeerd".

Pers met lade, bijbehorende tafel met gedraaide poten.

Wellicht in de missie gebruikt

De biechtstoel, bestaande uit drie scharnierende delen, werd mogelijk gebruikt voor ontvangst van externe groepen in het klooster te Aerdenhout, zoals bij een ziekentridiuüm en/of De Zonnebloemdagen. De biechtstoel is niet door de zusters zelf gebruikt.

Deze twee krukken werden tijdens het bidden van de getijden in de kapel gebruikt door de twee zusters die op dat moment officiante (voorgangster) en canteres/cantatrice (koorleidster) waren. De krukjes werden dan in het middenpad geplaatst.

Drie stoelen met gestoffeerde zitting en armleuningen, gedraaide poten en verbindingsregels en een rugleuning versierd met floraal snijwerk. Op de achterkant van één van de stoelen bevindt zich een metalen plaatje met de inscriptie "Occ. Jub. quinq Prof. rel. / D.D. / R.D. I. de Vlam / Incolai Stae Agathae". Blijkens deze inscriptie werden de zetels door de inwoners van St. Agatha geschonken aan pater Johannes de Vlam osc (Gemert 1822 - Sint Agatha 1906) bij gelegenheid van zijn vijftigjarig professiefeest op 30 mei 1893. De sedilia werden gebruikt tijdens hoogfeesten, tegenwoordig in iedere dienst

Stel van drie zitmeubelen voor de celebranten. Zij staan aan het uiteinde van het koor in de nabijheid van het altaar. Het middelste, grotere zitmeubel, zoals bij dit set, is doorgaans een zetel of armstoel, bestemd voor de hoofdcelebrant. De twee stoelen ter weerszijden daarvan waren bestemd voor de diaken en subdiaken, tegenwoordig voor de concelebrerende priesters. De armstoel en twee stoelen zijn in Lodewijk XVI-stijl. Bijzonder is, dat de zitting, rug en armleggers zijn bekleed met de oorspronkelijke stof

Garderobespiegel in bewerkte houten lijst.

Klok met datum-, dag-, maandaanduiding, secondenwijzer en maandstand. Rechthoekige voet met afgeschuinde, aan de onderzijde verkropte hoeken, op platronde pootjes. Op de hoeken een geknikt voluutvormig wangstuk. Slingerkast met afgeschuinde hoeken. Getoogde deur met verdiept paneel. Slingerglas aan bovenzijde geaccoleerd, aan weerszijden gebold, aan de onderzijde recht afgesloten. Getoogde klokkenkast, gedragen door hoekzuiltjes (alleen aan de voorzijde) met koperen basement en kapiteel. Dubbel gewelfde kap met een rocaille en verhoog. Kap en verhoog met ajour snijwerk van op grotesken lijkende motieven. Kap bekroond met drie houten, bronskleurig beschilderde sierknoppen met eikelvormige eindknop. Koperen wijzerplaat met geornamenteerde cijferring, Romeinse en Arabische cijfers. Metalen hoekdecoraties van onder andere c-voluten. Randdecoratie rechts onderbroken door de onder elkaar geplaatste letters 'NS' (=?). In de toog een waaiervormige opening, waarachter maan en sterren. Linksonder een geschilderd idyllisch zomertafereel met herder, schapen en een rustende vrouw, rechtsonder en wintertafereel met schaatsers en andere zich op het ijs vermakende figuren. Op onderzijde middenveld wijzerplaat gesigneerd "H.S. SNOEK a OLDEBOORN"

Gangklok met datum-, dag- week- en maandaanduiding, secondenwijzer, maanstand en wekkermechanisme; uur-, halfuur- en kwartierslag; voorts met de dag wisselende voorstellingen.
Klok met rechthoekige voet op platronde bolpoten. Op de afgeschuinde en aan de onderzijde verkropte hoeken een geknikt voluuvormig wangstuk. Slingerkast met afgeschuinde hoeken. Deur met geaccoleerde onderkant en gezwenkte bovenkant, voorzien van een rocaille, en omlijst met halfronde strips.
Metalen rococo slotbeslag.Slingerraampje in metalen omlijsting van (blad-)voluten, middenboven een kopje, middenonder een rocailleschild waarop Europa op stier met lauwerkrans. Getoogde klokkenkast, gedragen door hoekzuiltjes met koperkleurige, metalen basement en kapiteel, basement en kapiteel van de zuiltjes aan de achterzijde zijn goudkleurig geschilderd. Zijkanten klokkenkast ajour snijwerk in omlijsting. Geaccoleerde kap met verhoog, voorzien van vergelijkbaar snijwerk. Centraal een rocaillekuif. In top een goudkleurig beschilderd houten schelpmotief. Kap aan weerszijden bekroond met halve vaasvormnige ornamenten met eikelvormige eindknop, eveneens van goudkleurig beschilderd hout.
Koperen wijzerplaat met geornamenteerde cijferring, Romeinse en Arabische cijfers. Hoekdecoraties in de vorm van met name metalen c- en bladvoluten en culots. Aan de onderzijde van het middenveld de dagaanduiding. Middenboven een smal venster voor de naam van de dag, eronder drie vensters voor geschilderde voorstellingen, kenmerkend voor de dag: (vervolg tekst onder Opmerkingen)

Gangklok met datum-, dag- week- en maandaanduiding, secondenwijzer en maanstand; voorts met scheepjesmechaniek. Klok met rechthoekige voet op voluutpoten. Tegen de afgeschuinde hoeken een geknikt voluutvormig wangtuk. Slingerkast met afgeschuinde hoeken. Deur met geaccoleerde onderkant en gezwenkte bovenkant, voorzien van een rocaille, en omlijst met opgelegde, halfronde strips. Slingerraampje in koperkleurig metalen omlijsting van door een mand met vruchten bekroonde rocailles. Centraal Vader Tijd, omziend naar de zon rechtsboven hem, in de rechterhand een zandloper. Voet en slingerkast zijn voorzien van intarsia sierranden. Getoogde klokkenkast, gedragen door hoekzuiltjes met koperen basement en kapiteel. Dubbelgebogen kap met centraal een rocaille en een verhoog. Kap en verhoog met ajour snijwerk. Ter bekroning drie vuurpoten van goudkleurig beschilderd hout. Koperen wijzerplaat met geornamenteerde cijferring, Romeinse en Arabische cijfers. In de benedenhoek links geschilderd de figuur van Hermes met gevleugelde helm en zwaard, rechts van hem een meerpaal. In de benedenhoek rechts de figuur van Neptunus met drietand en een zeedier. Onder hen twee putti die een over de gehele breedte gehangen draperie ophouden, de beschouwer als het ware zicht biedend op bewegende schepen, naakte vrouwenfiguren met sjerpen en een op een vis gezeten figuur. Op de achtergrond de stad Rotterdam. Wijzerplaat gesigneerd "Pieter Van Den Bergh / Rotterdam"

Middels twee scharnieren in het zitvlak en een schuifje kan de stoel tevens als trapje dienst doen.