Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Voorwerpencollectie

Voorwerpencollectie

Als u op een afbeelding klikt, vind u meer informatie over het voorwerp. U kunt zoeken door: 

 

  • Het intypen van een woord in het zoekveld. U vindt dan resultaten als het woord letterlijk in de catalogus voorkomt.
  • Met behulp van de selectiefilters die onder het zoekveld staan (kloosterorganisatie, trefwoord).

 

 
 

Handig om te weten: als u beschrijvingen wilt zien in plaats van afbeeldingen, klik dan bij 'weergave' op: Tabelweergave. 

 

beacon
105  voorwerpen
gesorteerd op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z052-031 Habijt van de Franciscanessen van Charitas, gedragen na 1958
Toelichting:
Op 8 december 1958 wordt een nieuw habijt aangenomen door de zusters. Dom Hans van der Laan o.s.b. (1904-1991) draagt zorg voor het ontwerp. De bef en de kap worden verruild voor een boordje en een muts met sluier. In 1968 wordt het dragen van het habijt door de congregatie afgeschaft. Zwart habijt (door de congregatie 'tuniek' genoemd) met twee plooien voor en twee achter. Op beide zijnaden van de tuniek zijn op taillehoogte twee lussen bevestigd voor het dragen van het koord. Op heuphoogte is in beide zijnaden een opening aangebracht die toegang geven tot de zakken op de onderrok. Aan de binnenzijde van habijt is bovenaan de beide plooien aan de voorzijde een lint bevestigd dat los naar beneden hangt. De linten kunnen in twee kleine lusjes aan de zoom van het habijt gestoken worden, om zo de rok korter te kunnen maken. Onder het habijt wordt een witte blouse met daarop een wit boordje gedragen. Voorts een zwarte onderrok en zwarte kousen. Het boordje en de onderrok worden met behulp van knopen aan de blouse bevestigd. Op het habijt wordt een zwart koord gedragen, waaraan de grote rozenkrans gehangen wordt. In plaats van de grote rozenkrans kan ook de 'kleine rozenkrans', een kruisje aan een leren koord, gedragen worden. Op het hoofd dragen de zusters een zwarte sluier met daaronder een wit mutsje. Er is een grote sluier en een kleinere werksluier aanwezig.
Datering:
1958-1968
Deelcollectie:
Franciscanessen van Charitas
Materiaal/techniek:
Zwarte stof (1, 4, 5, 6, 11, 12); wit katoen (2, 3, 7, 10); leren koord met notenhouten kralen, houten kruis met metalen corpus (8); leren koord met houten kruis (9)
Lengte in cm:
32 (3); 38 (2); 42 (9, incl. kruis); 63 (12); 75 (11); 84 (8, incl. kruis); 86 (4); 133 (1); 235-290 (6-7)
Hoogte in cm:
24 (10)
Documentatie:
Bakker, C.Th. en G. van Overbeke, "Zusters in de zorg. Een geschiedenis van de Franciscanessen van Charitas" (Zutphen 2014), p. 271-277
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag1469 Habijt van een Kruisheer
Toelichting:
In 1248 erkende de elect-bisschop van Luik, Hendrik van Gelder, in zijn brief aan de kruisbroeders dat zij een eigen ordekleed mochten dragen. De bisschop schreef dat "[...] de kruisbroeders dienaren van het Kruis zijn vanwege de hoogachting voor de Gekruisigde, hetgeen in de naam van de Orde en in het lijdensteken op de kleding op waardige wijze tot uitdrukking is gebracht." In de eerste constituties van de orde, in hetzelfde jaar opgesteld, staat een summiere beschrijving van het habijt: "De broeders moeten een habijt (tunica) van ongeschoren wol, een grijs scapulier en een zwarte mantel (cappa) dragen. Op het scapulier moet op borsthoogte een kruis genaaid worden waarvan de opstaande balk van rode, de dwarsbalk van witte stof is." Op het schrijn waarin de botten van de heilige Odilia in 1292 van Keulen naar Hoei werden overgebracht, is de kleding van de kruisbroeders al weergegeven. Daar is ook meer duidelijk over het gedragen kruis: de armen zijn dan, zoals nu nog steeds, allevier even lang, verbreden zich tot punten en hebben een hol uiteinde. In de eeuwen die volgden veranderde het habijt enigszins, maar het kruis bleef altijd hetzelfde. Het scapulier werd zwart, de cingel van witte stof die de witte toog aanvankelijk opschortte werd in de 19e eeuw vervangen door een zwartetailleband met afhangende sjerp en de oude capuce werd een schoudermanteltje. Sinds het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) dragen de meeste kruisheren burgerkleding, hoewel voor hoogtijdagen en belangrijke gelegenhedenhet habijt nog wordt aangetrokken
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Wol, terlenka, vilt
Documentatie:
Literatuur: M. Beilmann-Schöner, Mieke M. van Zanten e.a., In Cruce Salus. 800 Jahre Klosterleben. Das Kulturerbe der Kreuzherren in Westeuropa, tentoonstellingscatalogus (D/NL), Bentlage 2010, p. 301
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0578 Habijt van een kruisheer
Toelichting:
Toog, sjerp, scapulier en schoudermantel
Datering:
1950-1975
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Terlanka [toog]; wol [scapulier en schoudermantel]
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag1470 Habijt van een kruisheer
Toelichting:
Het habijt bestaat uit een witte mantel, een scapulier en een sjerp. De schoudermantel ontbreekt
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Wol, terlenka, vilt
Opmerkingen:
Tweede set aanwezig (habijt, scapulier, schoudermantel en sjerp)
Documentatie:
Literatuur: M. Beilmann-Schöner, Mieke M. van Zanten e.a., In Cruce Salus. 800 Jahre Klosterleben. Das Kulturerbe der Kreuzherren in Westeuropa, tentoonstellingscatalogus (D/NL), Bentlage 2010, p. 301
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z045-038 Habijtpop met de kleding van de Dominicanessen van Mariadal
Toelichting:
De pop draagt het habijt van een geprofeste zuster.
Achtergronden:
Uit hoofdstuk 8 "Het habijt van de Orde; de kleding" van de constituties van de zusters uit 1930: "Het habijt van de Slotzusters is een witte tunie, omgord met een leren riem waaraan een gewijde rozenkrans bevestigd is; een wit scapulier, met witte hoofdbedekking en een zwarte sluier voor de geprofeste Koorzusters, en een witte sluier voor de novicen, en een mantel van zwarte kleur. Het habijt moet van wol zijn, overeenstemmen met de kloosterlijke armoede - vooral de mantel - en zonder plooien; en al wat maar zweemt naar ijdelheid en apartheid moet vermeden worden." Verderop staat vermeld dat de schoenen zwart moeten zijn.
Datering:
z.j.
Deelcollectie:
Dominicanessen van Mariadal
Materiaal/techniek:
Stoffen pop met geboetseerde handen en gezicht. Bewerkt met verf en haren. De pop heeft: stoffen kleding, een rozenkrans van steen en glazen kralen en een riem van leer. Metalen standaard
Lengte in cm:
29,5
Breedte in cm:
8,5-14
Opmerkingen:
Met standaard.
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z050-016 Habijtpop met kleding van een geprofeste zuster van de Franciscanessen van St. Lucia
Toelichting:
Deze kleding werd tot eind 1959 door de zusters gedragen.
Datering:
z.j.
Deelcollectie:
Franciscanessen van St. Lucia (Bennebroek)
Breedte in cm:
22
Hoogte in cm:
60
Diepte in cm:
10
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z050-017 Habijtpoppen met kleding van de Franciscanessen van St. Lucia
Toelichting:
Serie van zeven poppen, vervaardigd door zuster Joachim Kaptein, en aangekleed als: postulant (1), bruid op de dag van de inkleding van het noviciaat (2), novice (3), eeuwig geprofeste zuster (4), zuster in missiekleding (5), zuster in werkkleding (6) en zuster in slaaptenue (7). De eeuwig geprofeste zusters dragen tot 1959 een bruin habijt, waardoor ze ook wel 'bruine zusters' worden genoemd. De tijdelijk geprofeste zuster wordt in die tijd ook wel 'zwartje' genoemd omdat het habijt van zwarte stof is gemaakt. Centraal op het scapulier, dat over het bruine habijt wordt gedragen, zijn de lijdenswerktuigen afgebeeld. Na 1959 verandert de kap en krijgt iedere zuster een kledingspeld waarop de lijdenswerktuigen afgebeeld staan. Het lange scapulier wordt vervangen door een kort scapulier met tailleband.
Deelcollectie:
Franciscanessen van St. Lucia (Bennebroek)
Vervaardiger:
Zuster Joachim Kaptein
Materiaal/techniek:
Stofpoppen met gezicht van beschilderd papier-maché, aangekleed met verschillende soorten stof en voorzien van attributen van kunststof, metaal, hout en kunstleer. De poppen zijn geplaatst op ijzeren standaards
Lengte in cm:
30-37
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z006-004 Hoed en sluier van de Augustinessen van Sint Monica
Toelichting:
Tot ca. 1957 droegen de zusters Augustinessen van Sint Monica een zwarte hoed met brede rand (1) als zij zich buiten het klooster begaven. Na ca. 1948 droegen de postulanten en oblaten op de hoed een paars randje, de novicen en (tijdelijk) geprofeste zusters een groen randje. Als het buiten regende werd de hoed vervangen door een regenhoedje (2), dat tot ca. 1950 is gebruik. In de kapel droegen de zusters op het hoofd een korte paarse sluier. Op feestdagen werd de heldere paarse sluier (3) vervangen door een donkere magentapaarse (4). Na ca. 1948 (tot ca. 1957) droegen alleen de postulanten en oblaten de paarse sluiers in de kerk.
Datering:
1934- ca. 1957
Deelcollectie:
Augustinessen van Sint Monica
Materiaal/techniek:
Zwart vilt (1); zwart katoen (2); paarse dun geweven (katoenen) stof (3-4)
Lengte in cm:
86 (3); 88,5 (4)
Breedte in cm:
76,5 (3); 72 (4)
Diameter in cm:
29,5 (1); 26,5 (2)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-B001-011 Hoeden
Toelichting:
Zwarte ovale bolhoed (1) met rand. Aan de rand een bevestigingstouwtje en drie als lussen gevormde touwtjes. Paarse binnenvoering met het goudkleurige wapen en het adres van de verkoper: "S.V. Providebit Gratiekapelstraat 9 Antwerpen". In de binnenrand staat in goudkleurige letters geschreven: "Roma". Zwarte ovale gleufhoed (2) met rand en bruin lint om opstaande gedeelte en voorzien van binnenrand. Door de paus goedgekeurd model. Het touwtje van de bolhoed zat met een lusje vast aan een knoop van de jas of schoudermantel zodat hij niet weg kon waaien. Tevens werd het touwtje gebruikt om mensen te begroeten; door aan het touwtje te trekken ging de hoed op en neer bij wijze van groet. De gleufhoed is door de Alexianen in het klooster te Son (Eindhoven) gedragen.
Datering:
z.j.
Deelcollectie:
Broeders Alexianen
Materiaal/techniek:
Verschillende stoffen en karton (1); vilten hoed met stoffen versiering en leren binnenrand (2)
Hoogte in cm:
10 (1); 10,5 (2)
Diameter in cm:
31,5-34,5 (1); 28,5-31,5 (2)
Opmerkingen:
Afkomstig uit Leuven (1).
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z037-032 Insigne van de Dominicanessen van het Allerheiligst Sacrament
Toelichting:
Bij de tijdelijke professie ontving de geprofeste zuster het insigne met het wapen van de congregatie, terwijl de priester zegt: "Ontvang Zuster dit insigne, als het bijzondere teken van uw verbondenheid met de Stichting". Het wapen van de congregatie bestaat uit het Dominicaans wapen en daarin een kelk als symbool van het Allerheiligst Sacrament, waaraan de congregatie was toegewijd. Van de insignes dragen er drie de initialen van zusters: "Hieronijma M.R., 7 November 1919 [= Hieronyma M. Roovers]; Hyancintha M. v.d. S.d.l.C. [= van der Schans de la Croix], 3 November 1927; Imelda W.G., 21 Nov. 1938 [= Imelda W. Guinée]".
Datering:
1919-1938
Deelcollectie:
Dominicanessen van het Allerheiligst Sacrament
Materiaal/techniek:
Zilver ingelegd met zwart en wit emaille, aan de achterzijde gegraveerd
Lengte in cm:
3
Breedte in cm:
2,5
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag1532 Kinderhabijten
Toelichting:
Twee kruisherenhabijten in kinderformaat, met toebehoren: elk een witte toog, een scapulier, een schoudermantel, een sjerp en een bonnet. Voorts nog aanwezig een zwartvilten riem, een schouderkraagje met wit boordje en een stuk zwart franje. Vermoedelijk zijn de habijtjes gemaakt voor kinderen in de kindsheidsoptochten die werden georganiseerd door het Genootschap der Heilige Kindsheid, een pauselijk missiegenootschap dat ooit door particulieren was opgezet, maar later de steun kreeg van de paus en uiteindelijk onder leiding werd gesteld van de Heilige Congregatie der Propaganda. Doel ervan: kinderen tot 13 jaar op te wekken tot gebed en het geven van aalmoezen ten bate van de katholieke missie in verre landen. In het zuiden van Nederland werden jaarlijks Kindsheidsoptochten gehouden. Daarin liepen kinderen verkleed als paters en bisschoppen die als kleine heidenen verklede kinderen aalmoezen gaven. De twee kruisherenhabijtjes zijn gedragen door leden van de familie van Duijnhoven uit Cuijk. Pater Jan van Duijnhoven (1912-2001) was kruisheer. Op een foto staat hij met twee van zijn achterneefjes (kleinzonen van zijn broer Cor van Duijnhoven). De foto is gemaakt op 29 oktober 1991 in het parochiehuis van St. Agatha bij het 50-jarig kloosterfeest van zuster Garcia, zus van kruisheer Jan van Duijnhoven (geb. 1919), die Dominicanes was van de Congregatie van de H. Catharina van Siena te Voorschoten
Datering:
ca. 1925
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Katoen, vilt
Hoogte in cm:
98 (habijt)
Documentatie:
Literatuur: foto in Kruistriomf V, p. 73. Documentatie: foto van de jubilaris temidden van zijn neefjes, die in deze habijtjes zijn gekleed
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag1475 Kinderscapulieren met kruisherenkruis
Toelichting:
Deze kinderscapulieren werden in Beyenburg door de kinderen gedragen tijdens processies. Kleuren: paars, wit, groen en rood, van elke kleur twee stuks
Datering:
1960-1980
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Katoen
Hoogte in cm:
ca. 90
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z052-024 Kledingkruisjes van de Franciscanessen van Charitas
Toelichting:
Vier verschillende kruisjes die op het habijt en op de burgerkleding werd gedragen. Het kruis aan een koord met houten kralen (1) werd op het habijt gedragen vanaf 1960, het zilveren kruisje aan ketting (3) werd vanaf 1968 op de burgerkleding gedragen, het kruis in de vorm van een Tau (2 en 4) is verspreid bij gelegenheid van het 150-jarig bestaan van de congregatie in 1984.
Datering:
1950-1984
Deelcollectie:
Franciscanessen van Charitas
Materiaal/techniek:
Hout (1 en 2); zilver (3 en 4)
Lengte in cm:
37 (1); 44 (2); 28 (3); 6 (4)
Breedte in cm:
5 (1); 4 (2); 1 (3); 2,5 (4)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z006-009 Knoopjes voor op de manchetten van de korte en lange zwarte habijten van de zusters Augustinessen van Sint Monica
Datering:
ca. 1948-1960
Deelcollectie:
Augustinessen van Sint Monica
Materiaal/techniek:
Groene stof bevestigd op metaal
Diameter in cm:
1-1,5
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z047-011 Koord dat op het habijt werd gedragen door de Franciscanessen van Aerdenhout
Datering:
1900-1925
Deelcollectie:
Franciscanessen van Aerdenhout
Materiaal/techniek:
Katoen
Lengte in cm:
320
Breedte in cm:
1
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P009-002 Koord voor op het habijt
Toelichting:
Zwart koord met kwasten aan de uiteinden. In het koord werden drie knopen gelegd, verwijzend naar de drie geloften. Het werd bij de inkleding van nieuwe congregatieleden uitgereikt, samen met een rozenkrans, een medaille en een exemplaar van het Mariabrevier of Klein Officie van de Heilige Maagd Maria. Het koord werd om het middel gedragen met het afhangende gedeelte aan de linkerzijde.
Datering:
z.j.
Deelcollectie:
Congregatie van de H. Geest
Materiaal/techniek:
Gedraaid touw
Lengte in cm:
92
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z006-003 Koormantel van de Augustinessen van Sint Monica
Toelichting:
Wordt sinds 1934 door de zusters over het habijt gedragen tijdens het koorgebed in de kapel. In dit exemplaar is aan de binnenzijde van de nek de naam 'Yvonne' in kruissteek geborduurd.
Datering:
[1965-2009]
Deelcollectie:
Augustinessen van Sint Monica
Vervaardiger:
Trevira
Materiaal/techniek:
Witte stof van polyesther met twee oogjes en haakjes van metaal
Lengte in cm:
136
Breedte in cm:
40-115
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P025-002 Kruis voor op het habijt
Toelichting:
Het kruis werd aan een touw gedragen.
Datering:
z.j
Deelcollectie:
Missionarissen van de H. Familie
Breedte in cm:
11
Hoogte in cm:
23
Diepte in cm:
2,5
Opmerkingen:
Aan de achterzijde van het kruis een medaillon met afbeelding van de H. Familie.
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag1473 Lange schoudermantel
Toelichting:
Deze schoudermantels werden over het habijt gedragen door de broeders in plaats van een jas. Deze schoudermantels worden later vervangen door een lange zwarte jas
Datering:
1945-1960
Deelcollectie:
Kruisheren
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag2064 Manchetknopen en dasspeld met kruisheren kruis
Toelichting:
In doosje
Datering:
ca. 1990
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Zilver
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z020-049 Mantel
Toelichting:
Zwarte mantel met aan de bovenzijde een lus en houten klosje als sluiting. Aan de binnenzijde van de achterzijde van de kraag is een wasetiketje bevestigd met daarop o.a. het nummer 30. Alle zusters binnen de communiteit hadden een eigen nummer dat ze in hun kleding en andere wasbare zaken naaiden ter herkenning. Nummer 30 behoorde toe aan zuster Paula van den Barselaar. Aan de binnenkant van de schoudergedeeltes zijn twee lusjes bevestigd. De mantel werd gedragen als de zusters naar buiten gingen. De wollen stof is dezelfde als in eerdere tijden voor het habijt werd gebruikt. De mantel werd uitgereikt op het moment van de inkleding.
Datering:
1944
Deelcollectie:
Zusters Clarissen-Capucinessen
Materiaal/techniek:
Wol, stof en houten en leren onderdelen
Lengte in cm:
92
Breedte in cm:
18,5-175
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-B017-008 Mutsjes
Toelichting:
Zwarte mutsjes. In de binnenrand van één mutsje is een etiketje bevestigd waarop met zwarte pen het cijfer 51 is geschreven.
Datering:
z.j.
Deelcollectie:
Broeders Penitenten
Materiaal/techniek:
Stof
Diameter in cm:
16
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z013-007 Nachtmuts zoals gebruikt door de Benedictinessen van het H. Sacrament
Datering:
1920-1930
Deelcollectie:
Benedictinessen van het H. Sacrament
Materiaal/techniek:
Genaaid katoen met band
Breedte in cm:
15
Hoogte in cm:
22
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z052-017 Nachtscapulier van de Franciscanessen van Charitas
Toelichting:
Op de voorzijde van een van de lappen is het passiekruis geborduurd. Het bijbehorende koordje dat om het middel gedragen werd ontbreekt, net als het gebed dat werd opgezegd bij het omleggen van het scapulier.
Datering:
1850-1900
Deelcollectie:
Franciscanessen van Charitas
Materiaal/techniek:
Crèmekleurig linnen met borduursel
Lengte in cm:
70
Breedte in cm:
18
Documentatie:
"Lijst van historisch materiaal", p. 10, nr. 12 (AR-Z052-437). In kopie aanwezig in documentatiemap voorwerpen
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z045-016 Nachtschoenen van de Dominicanessen van Mariadal
Toelichting:
De schoenen werden 's nachts gedragen om naar het nachtkoor te gaan. Ze waren warm en maakten niet teveel lawaai.
Datering:
ca. 1950
Deelcollectie:
Dominicanessen van Mariadal
Vervaardiger:
Zuster Jacoba op
Materiaal/techniek:
Stof, kunstleer, plastic
Lengte in cm:
28
Breedte in cm:
10
Hoogte in cm:
9,5
Opmerkingen:
Zuster Jacoba kwam uit Polen.
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden