Zoeken in collecties

Op het bord kan worden aangegeven wie er in de tuin is.

Ingelijst portret van Maria Celeste Crostarosa (1696-1755), die samen met Alfonsus van Liguori de orde van de Redemptoristinnen stichtte (in Scala, Italië). Achterop de lijst is een papiertje geplakt met daarop in inkt geschreven: "Deze ware afbeelding van onze eerbiedw. moeder M. Celesta Crostarosa heeft de zeer eerw. pater Dr. G. Duncker gekregen bij een bezoek te Scala. Zijn eerw. gaf haar aan zijn tante Zr. M. Celesta en deze schonk ze aan 't noviciaat bij de gelegenheid van de naamsdag van de meesteres 13.5.1947".

Portretjes van Redemptoristen in medaillons rondom een kruis en omgeven door wijnranken: het kruishout draagt vrucht in de congregatie van de Redemptoristen. Aan de basis van het kruis staan het embleem van de Redemptoristen en de heiligen Alfonsus de Liguori en Clemens Hofbauer. Naast Alfonsus bevindt zich een steen met een afbeelding van de helft van de aarde: Noord- en Zuid-Amerika. Naast Clemans Hofbauer een steen met de andere helft van de aarde: Europa, Azië, Afrika, Oceanië. Boven het kruis wordt Maria met Kind afgebeeld en staat de tekst: "Copiosa apud eum redemptio 1732-1932". De tekst vóór de jaartallen is de wapenspreuk van de Redemptoristen: bij Hem is verlossing in overvloed. De jaartallen duiden erop dat de prent is gemaakt ter herinnering aan het 200-jarig bestaan van de congregatie van de Redemptoristen.

Stichters van de Orde van de Allerheiligste Verlosser, oftewel de Redemptoristinnen (1731).

Céleste Platton trad in 1845 bij de redemptoristinnen in Wenen in en kreeg als kloosternaam: zuster Maria Chérubine van de Heilige Geest. Zij kwam in 1848 naar het klooster van de redemptoristinnen in Brugge. Tien jaar later, in 1858, werd zij de eerste overste van het nieuwe klooster in Velp bij Grave.

Zij wordt beschouwd als de tweede stichteres (samen met zuster M. Celeste Crostarosa) van de Redemptoristinnen.

Gebruikt in de huisapotheek van de zusters. Bestaande uit een rolboord met respectievelijk 25 en 30 kanalen en daarbijbehorend mes of pillensnijder met evenveel kanalen. De vloeibare pillenmassa werd op de pillenplank in rolletjes uitgerold en met het mes in gelijke partjes gesneden. Daarna werden ze met een pillenronder tot kleine ronde pillen gedraaid. De rolboord met 30 kanalen kan, net als het bijbehorende mes, aan twee zijden gebruikt worden; een zijde met fijnere en een met grovere kanalen. Op de snijders en op de rolboorden staat meerdere keren het cijfer '5'. Op de snijder met 25 kanalen staat op een van de handvatten 'rechts' gedrukt
.

Op iedere kaart staat, behalve het menu, op de achterzijde een stukje uit de kronieken van het klooster, versierd met kleurige tekeningen.

Ovale medaillons met de afbeelding van het H. Hart van Jezus. De medaillons maakten onderdeel uit van de kleding van de Redemptoristinnen. Ze werden op borsthoogte op het scapulier bevestigd.

Het beeld werd vanaf de eeuwige professie op de borst gedragen aan het blauwe scapulier. In 1968 is het vervangen door een wapenkruisje: zie VW/Z101/098.

In klein formaat nagemaakte cel met zuster in kloosterkleding van de congregatie. Gedetailleerd uitgevoerd: naaimand, waterkan, muren met behang, werkschort, prenten, houten vloer, kruis, rozenkrans en deur.

van het klooster in Sambeek.

Pers met lade, bijbehorende tafel met gedraaide poten.

Voorbeeld van kloosterlijke armoede: het kruis is gemaakt van gordijnrails.

Beeld van Christus aan het kruis. Het kruis heeft de vorm van een boom met drie uitlopers, verwijzend naar de 'boom des levens' uit de Hof van Eden (het paradijs). De boom staat boven op een rots waarin aan de voorzijde een opening is met vier (gedeeltelijk zichtbare) beesten (hellehonden?). Daarmee wordt uitgedrukt dat Jezus met zijn dood aan het kruis het kwaad overwint. Hij is de rots (het fundament) waar de christelijke kerk op bouwt.

Restant van altaar en communiebank.

De mantel werd gedragen tijdens het koorgebed in de kerk, over het habijt heen.

Op de rugzijde een voorstelling van de Onbevlekte Ontvangenis, aan de voorzijde symbolen uit de Litanie van Loreto.

Van gele stof met de afbeelding van een pelikaan die zijn jongen voedt.

Met gehaakte rand, en randen voor de mouwen.

Het oorspronkelijke beeld werd in de 16e eeuw aan de karmelietessen in Praag geschonken. Al snel werden er wonderen aan het beeld toegeschreven. De verering van het beeldje kreeg een wereldwijde verspreiding. Elke 25e van de maand krijgt het kindje Jezus bijzondere aandacht in de liturgie. Op 25 maart wordt immers de blijde boodschap aan Maria gevierd en op 25 december de geboorte van Jezus. Zuster Frölich, de eerste overste van Sambeek, heeft dit beeld vermoedelijk meegebracht uit Wenen. In de kloosters van de redemporistinnen werd ook iedere 25e van de maand de geboorte en menswording van Jezus Christus Verlosser herdacht, en gevierd met een recreatiedag. Onder het beeld van het kindje bevindt zich een envelop met relieken en authenticiteitsbewijs. Deze relieken hebben altijd bij het kastje gehoord .

Grijs aardewerk met blauwe beschildering.