Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Voorwerpencollectie

Voorwerpencollectie

Als u op een afbeelding klikt, vind u meer informatie over het voorwerp. U kunt zoeken door: 

 

  • Het intypen van een woord in het zoekveld. U vindt dan resultaten als het woord letterlijk in de catalogus voorkomt.
  • Met behulp van de selectiefilters die onder het zoekveld staan (kloosterorganisatie, trefwoord).

 

 
 

Handig om te weten: als u beschrijvingen wilt zien in plaats van afbeeldingen, klik dan bij 'weergave' op: Tabelweergave. 

 

Filter: Kruisherenx
beacon
85  zoekresultaten
gesorteerd op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0142 Schilderij met een allegorie op de schilderkunst
Toelichting:
Een vrouw zittend met de rug naar de beschouwer, driekwart omgewend, houdt de blik gericht op een frontaal staande, gesluierde figuur met een hoog hoofddeksel, geheel links in het beeldvlak. In de linkerhand heeft ze een palet met penselen. Haar rechterhand rust op de schouder van een naakte genius, die pathetisch naar haar opziet. Hij houdt zijn linkerhand op haar linkerarm en gebaart met de andere hand in de richting van de staande figuur. Deze draagt op de rechterhand een bol, op de linkerhand een niet geïdentificeerd voorwerp. Achter de vrouw en de genius staat een schildersezel opgesteld. Zwart gelakt lijstje met tweemaal hol gewelfde rand en een afzonderlijk aangebracht, goudkleurig binnenlijstje
Datering:
1700-1800
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Ongesigneerd
Materiaal/techniek:
Olieverf op koper
Lengte in cm:
10,3, ovaal plaatje
Breedte in cm:
7,7
Opmerkingen:
De voorstelling is geschilderd op de achterkant van een koperplaatje waarop de gegraveerde tekst in spiegelschrift "I.B.T. / THEOSOPHISCHE / Send-Schreibens / Amsterdam / beij / Henrico Betkio / 1658". Voorts staat aan de onderzijde "Nicht im / Alten Wesen des Buchstabens / Sondern im / Neuen Wesen des Geistes / Rom. 7: 5.6". Aan weerszijden van de titel een zuil, op de basementen waarvan respectievelijk de letter 'T' en de 'Y'. De zuil met de letter T is omwonden met een bladertak, die met de letter Y met een tekstbanderol "Geist / nicht den / Dämplet (?)". Op het kapiteel van de eerst genoemde zuil staat een ark (?), op de andere een stad (?). Geheel boven een duif waarvan stralen uitgaan.
De gravure is de titelpagina van een theosofisch geschrift uit 1658. Over de auteur geen gegevens in de beschikbare literatuur aangetroffen.
Voor het schilderen op koper, zie onder inv.nr. Ag/0118
Documentatie:
"Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 142
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0126 Schilderij met de buste van een man
Toelichting:
Buste van man, het hoofd en profil naar links. Baard- en snorloos, rode neus en geopende mond. Gekleed in witte blouse en donkere jas. Op het hoofd een hoed met omgeslagen rand
Datering:
1600-1700
Deelcollectie:
Kruisheren
Lengte in cm:
8,1
Breedte in cm:
7,3
Hoogte in cm:
lijst 10,4 x 10,4 cm
Opmerkingen:
Op de achterzijde van de lijst staat geschreven "Joe[...]nis W(?)illemen"
Documentatie:
"Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 126
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0073 Schilderij met afbeelding van de Genadestoel
Toelichting:
Onder een stralenkrans waarin de Geestesduif zweeft, troont God de Vader, gekleed in priesterlijk gewaad en gekroond met een tiara. Hij kijkt met compassie naar het lichaam van de gestorven Christus, zijn Zoon. Engelen flankeren hen, enkele houden de mantel van God de Vader op, anderen ondersteunen Christus, weer anderen dragen de Arma Christi of zijn in aanbidding weergegeven. Het paneeltje werd geschilderd naar het voorbeeld van een houtsnede van Albrecht Dürer uit 1511.
Het woord ‘genadestoel’ stamt uit de bijbelvertaling van Luther en is van toepassing op de uitbeelding van de Drie-eenheid op deze wijze, waarop God zijn gestorven Zoon aan de beschouwer toont. De uitbeelding van de Drie-eenheid als drie afzonderlijke menselijke figuren, ontwikkelde zich uit het oudtestamentische verhaal van de drie mannen die Abraham bezochten, soms weergegeven als drie engelen aan zijn tafel. Zij konden de eucharistieviering verbeelden, het mysterium fidei. De kerk stond echter alleen de uitbeelding van de Drieenheid in drie personen toe op de wijze van de Genadestoel. In het klooster St. Agatha schilderde kruisheer Johannes van Deventer in zijn grote Graduale, die hij voltooide in 1529, de Genadestoel aan het begin van de gezangen van Drievuldigheidszondag. Het is niet onmogelijk dat hij zich daarbij liet inspireren door het hier getoonde paneeltje
Datering:
1550-1600
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Kopie naar Albrecht Dürer
Plaats vervaardiging:
Noordelijke Nederlanden
Materiaal/techniek:
Olieverf op paneel
Lengte in cm:
57
Breedte in cm:
40,5
Hoogte in cm:
Lijst 69,6 x 53,7 cm
Opmerkingen:
Kopie naar een houtsnede van Albrecht Dürer (Neurenberg 1471-1528) uit 1511. Aan de onderzijde van deze houtsnede (39,2 x 28,4 cm) zijn in tegenstelling tot dit paneel vier koppen aanwezig, blazende vanonder een wolkendek (de vier windstreken?). De Geestesduif is op het paneel in een cirkelvormige stralenkrans weergegeven, passend in de getoogde lijst; de prent van Dürer daarentegen is recht afgesneden.
Genoemde houtsnede uit 1511 vormt zowel wat betreft vorm als inhoud een hoogtepunt in het oeuvre van Dürer; deze kan worden beschouwd als de belangrijkste Duitse schilder en graficus (houtsnede, gravure) van de vroege renaissance.
In Rijksmuseum het Catharijneconvent bevindt zich eveneens een kopie van Dürers Genadestoel. Ze is afkomstig uit het Aartsbisschoppelijk Museum en is door een Utrechts meester vervaardigd in de zestiende eeuw (J.J.M. Timmers, Symboliek en Iconographie der Christelijke Kunst, Roermond/Maaseik 1947, afb.1). Ook hier ontbreken de blazende koppen. Evenals de houtsnede is dit schilderij aan de bovenzijde recht afgesneden.
Hermans vermeldt dat het paneel behoort tot de School van de Gebroeders van Eyck. Voorts veronderstelt hij, op grond van de vorm van het paneel, dat het ooit beschilderde zijluiken heeft gehad. Aanzetten voor zijluiken zijn niet aanwezig
Documentatie:
Literatuur: M. Beilmann-Schöner, Mieke M. van Zanten e.a., "In Cruce Salus. 800 Jahre Klosterleben. Das Kulturerbe der Kreuzherren in Westeuropa", tentoonstellingscatalogus (D/NL), Bentlage 2010, p. 303; "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 73; C.R. Hermans, “Annales canonicorum regularium S. Augustini, Ordinis S. Crucis”, Deel I-III (Silvae-ducis 1858) (2), p 203, nr. 21; ] F.G.L. van der Meer, “Kunstschatten uit Kempische abdijen”, tentoonstellingscatalogus Hilvarenbeek 1961, Raadhuis (Hilvarenbeek 1961), cat. nr. 19; "750 jaar Orde van het Heilig Kruis 1211-1961: pretiosa uit haar oude kloosters”, tentoonstellingscatalogus Amersfoort 1961, Museum Flehite, (Amersfoort 1961), cat. nr. 24 (ca.1520); “St. Agatha verwelkomt Gelre”, tentoonstellingscatalogus St. Agatha 1962 (St. Agatha 1962), nr. 28; “Uit Brabant's kerkelijke verzamelingen", tentoonstellingscatalogus ’s-Hertogenbosch 1963, Centraal Noord-Brabants Museum, ( 's-Hertogenbosch 1963), p.16, cat. nr. 24 (ca.1520); L.P.M.J. Heere, “600 jaar Sint Agatha”, tentoonstellingscatalogus Sint Agatha 1971, Gemeentehuis Cuyk (Sint Agatha 1971), cat. nr. 25 (midden XVI); J.C.T.M. van Laarhoven, “Kloosters in Brabant”, tentoonstellingscatalogus ’s-Hertogenbosch 1977, Noordbrabants Museum ( 's-Hertogenbosch 1977), p. 27 (afb.), p. 29, cat. nr. 27 (XVIb); Peter Strieder e.a., "Dürer" (Antwerpen 1982), p. 285, nr. 376, p. 284 (afb.)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0075 Schilderij met afbeelding van de Calvariegroep (kruisiging van Christus)
Toelichting:
Christus aan het kruis tussen de twee moordenaars. Maria Magdalena met zalfpot vóór haar op de grond op één knie geknield aan de voet van het kruis. Achter haar Johannes, opkijkend naar Christus. Maria staat met enige vrouwen linksachter het kruis. Achter de vrouwen de hogepriesters en schriftgeleerden. Romeinse soldaten omringen de drie kruisen, drie van hen zitten te paard. Links op de voorgrond is een soldaat bezig met spons en azijn; rechts dobbelen enkele anderen om het kleed van Christus. Op de achtergrond de ommuurde stad Jerusalem met talrijke torenspitsen, twee kastelen met donjons en een wegtrekkend cohort soldaten. Linksboven een verduisterende zon, rechtsboven de bloedrode maan. Achter het hoofd van de slechte moordenaar een duiveltje. Zwart gelakte lijst met goudkleurige binnenrand
Datering:
1580-1620
Deelcollectie:
Kruisheren
Plaats vervaardiging:
Zuidelijke Nederlanden
Materiaal/techniek:
Olieverf op paneel
Lengte in cm:
139
Breedte in cm:
111,5
Opmerkingen:
In een uit 1950 daterend artikel van A. Beekman o.s.b. vermeldt deze dat het schilderij vóór de restauratie in 1949 in zeer ernstige staat van verval verkeerde. Er was letterlijk aan gespijkerd om de vijf uiteengevallen planken bij elkaar te houden en er had een slechte overschildering plaats gevonden. Dit was gebeurd omdat een oplosmiddel voor het verwijderen van een donkerbruine vernislaag de kleuren en de figuren ernstig had aangetast. Beekman beschrijft vervolgens het resultaat van de restauratie en illustreert dit aan de hand van afbeeldingen vóór en na de ingreep van Frère Jean Marie. In bovengenoemd artikel van Beekman wordt het paneel gedateerd XVIB en wordt de vervaardiging ervan toegeschreven aan een onbekend Vlaams schilder, die onder Italiaanse invloed heeft gestaan. Voorts wordt hierin ook de kwaliteit van het werk besproken, zowel wat betreft de inhoud als de compositie.
Hermans vermeldt het paneel niet. Dit zou erop kunnen duiden dat het pas na 1858, het jaar van uitgave van zijn werk, in het bezit van St. Agatha is gekomen
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 75; A. Beekman O.S.B., 'Restauratie van kunstwerken', in: "Egmondiana" 11 (1950) 37-39, afb. bij p. 32 en p. 40 van resp. vóór en na de restauratie); L.P.M.J. Heere, “600 jaar Sint Agatha”, tentoonstellingscatalogus Sint Agatha 1971, Gemeentehuis Cuyk, cat. nr. 70. Documentatie: CD-rom met fotoverslag restauratie 2005 door Cecchi, Nijmegen
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0118a Schilderij met afbeelding van Christus als Salvator Mundi
Toelichting:
Salvator Mundi, ten halve en driekwart naar rechts weergegeven. De linkerhand rust op een wereldbol met kruis waarop zijn blik is gericht, de rechterhand in spreekgebaar. Gekleed in een rood gewaad en blauwgroene mantel, die evenals het kleed met een goudkleurige band is afgezet. Goudkleurige stralenkrans
Datering:
1700-1800
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Olieverf op koper
Lengte in cm:
21
Breedte in cm:
15,5
Opmerkingen:
De oorsprong van het gebruik van koper als drager van olieverfschilderijen moet hoogstwaarschijnlijk in Italië worden gezocht. De bloeiperiode ligt vanaf het midden van de tweede helft van de zestiende tot aan het midden van de zeventiende eeuw. Daarna begon de populariteit van het schilderen op koper af te nemen, maar de methode kwam nog voor tot ver in de zeventiende en zelfs in de achttiende eeuw. Het werd vooral gepraktiseerd door Nederlanders en Duitsers, in geringer mate ook door Italianen. Voor de Nederlanden gold Antwerpen als belangrijkste centrum. Daar ontstond in de eerste helft van de zeventiende eeuw een levendige internationale kunsthandel; koperen schilderijtjes maakten een wezenlijk onderdeel hiervan uit. Naast werken door grote meesters vervaardigd en gesigneerd, zijn er ook vele anonieme 'kopertjes' voor devotionele doeleinden gemaakt. Ze werden vaak in serie vervaardigd en geëxporteerd om te functioneren als huisdevotieobject. De artistieke kwaliteit ervan is meestal niet erg groot. Merendeels betreft het kopieën van schilderijen van Italiaanse en Noord-Europese schilders, die via de prentkunst werden verspreid en daardoor algemene bekendheid kregen.
- Indien de schilderijen, vermeld in de catalogus van de in 1961 te Amersfoort gehouden tentoonstelling slaan op de hier beschreven voorstellingen, zijn beide 'kopertjes' eind augustus 1956 door magister-generaal W. van Hees overgebracht naar het destijds te Amersfoort gevestigde generalaat; op 5 november 1984 zijn ze teruggegaan naar St. Agatha.
- De hier beschreven 'kopertjes' zijn nagenoeg identiek aan de reeds vermelde voorstellingen, beschreven onder inv.nrs.Ag/0103; 104
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 118a; C.R. Hermans, “Annales canonicorum regularium S. Augustini, Ordinis S. Crucis”, Deel I-III (Silvae-ducis 1858), p. 203, nr. 20; "750 jaar Orde van het Heilig Kruis 1211-1961: pretiosa uit haar oude kloosters”, tentoonstellingscatalogus Amersfoort 1961, Museum Flehite, (Amersfoort 1961), cat. nrs. 22 en 23 (gedateerd: eind XV); L.P.M.J. Heere, “600 jaar Sint Agatha”, tentoonstellingscatalogus Sint Agatha 1971, Gemeentehuis Cuyk (Sint Agatha 1971), cat. nrs. 28 en 30 (gedateerd: eind XV); G. Hugen-Franssen, 'Coperen plaetkens'. Een onderzoek naar achttiende-eeuwse olieverfschilderingen op koper in Noord- en Zuidnederlandse collecties, (niet uitgegeven doctoraalscriptie) KUN 1992
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0084a Schilderij met Ecce Homo afbeelding
Toelichting:
Borststuk in ovaal medaillon. Christus met doornenkroon, gedeeltelijk ontbloot, de mantel aan een koord over de rechterschouder, de blik voor zich uit gericht. Zwart geschilderde lijst met goudkleurige binnenrand
Datering:
1700-1800 (naar voorbeeld uit 1500-1600?)
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Olieverf op paneel
Lengte in cm:
12,5
Breedte in cm:
9,7
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 84a
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0112 Schilderij met Abgarportret van Christus
Toelichting:
Christusbuste, het zogenaamde Abgarportret: frontaal weergegeven, het gelaat en de haarval nagenoeg symmetrisch, de blik gericht op de beschouwer. Het haar is in het midden gescheiden en valt in brede lokken tot op de schouders. Gekleed in een gewaad, waarover een over de linkerschouder vallende doek (mantel). Aan de bovenzijde het opschrift "LE VRAIJ PORTRAIT DU SAUVEUR / ENVOIJE AU ROIJ ABAGAR". In overwegend bruine, beige en grijze tinten.
Zwart gelakte, geprofileerde lijst met goudkleurige binnenrand
Datering:
1850-1900
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Olieverf op linnen
Lengte in cm:
44,5
Breedte in cm:
35,7
Opmerkingen:
Blijkens het opschrift is dit schilderij een kopie van het zelfportret dat Christus volgens een legende zou hebben gestuurd naar koning Abgar van Edessa
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 112; J.J.M. Timmers, "Christelijke Symboliek en Iconografie", Houten 1991 (7de druk), p. 32 en 34
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0124c Schilderij Vrouw voedt kind op schoot van man
Toelichting:
Links een vrouw op knopstoel met een papkommetje op haar schoot; zij reikt een lepel naar een kind dat zit op de schoot van een tegenover haar gezeten man. Het kind strekt beide armen uit naar de beschouwer en zijn blik is, evenals van die van de man gericht op de beschouwer
Datering:
1600-1700
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Omgeving Adriaen Brouwer
Materiaal/techniek:
Olieverf op paneel
Lengte in cm:
12,5
Breedte in cm:
9,5
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 124c; F. Thieme; U. Becker, F., “Allgemeines Lexikon der bildenden Künstler von der Antike bis zur Gegenwart” (München 1992) (reprint van de uitgave 1907-1950), Band 5 (nadruk uit 1911), p. 74-75. Documentatie: Op alle vier de paneeltjes, 124a-d, is aan de achterkant een etiket geplakt, waarop geschreven staat: "Kruisheren / S. Agatha"
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0104 Schilderij Maria in ovaal medaillon
Toelichting:
Borststuk van Maria in ovaal medaillon, het gesluierde hoofd driekwart naar links, de handen in gebedshouding voor de borst en de blik neerwaarts gericht. Aan de onderzijde van de voorstelling "MARIA M[ATE]R GR[ATI]AE". Zwart gelakte lijst
Datering:
1700-1800 (waarschijnlijk kopie naar voorbeeld 1500-1600)
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Olieverf op doek op paneel
Lengte in cm:
83
Breedte in cm:
59
Opmerkingen:
Opmerkingen: Zie onder inv.nr. Ag/0103
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 104
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0124b Schilderij Man met vuurtestje en twee companen
Toelichting:
Links een op een halve, omgekeerde rieten mand gezeten man met een vuurtestje in de linkerhand. In de rechterhand houdt hij een pijp, die hij aan de kooltjes in het testje aansteekt. Tegenover hem een man op een bankje, die een kan boven het testje houdt. In het midden achter hen een staande man, die het vuur aanwakkert met een blaasbalg
Datering:
1600-1700
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Omgeving Adriaen Brouwer
Materiaal/techniek:
Olieverf op paneel
Lengte in cm:
12,5
Breedte in cm:
9,5
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 124b; F. Thieme; U. Becker, F., “Allgemeines Lexikon der bildenden Künstler von der Antike bis zur Gegenwart” (München 1992) (reprint van de uitgave 1907-1950), Band 5 (nadruk uit 1911), p. 74-75. Documentatie: Op alle vier de paneeltjes, 124a-d, is aan de achterkant een etiket geplakt, waarop geschreven staat: "Kruisheren / S. Agatha"
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0105 Schilderij Jozef in ovaal medaillon
Toelichting:
Borststuk van Jozef in ovaal medaillon, licht naar links gewend en de beschouwer aanziend. In de linkerhand een bloeiende lelietak. Aan de onderzijde van de voorstelling "S. IOSEPH". Zwart gelakte lijst
Datering:
1700-1800 (waarschijnlijk kopie naar voorbeeld 1500-1600)
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Olieverf op doek op paneel
Lengte in cm:
82,5
Breedte in cm:
59,5
Opmerkingen:
Zie onder inv.nr.Ag/0103. Dat dit schilderij een pendant zou kunnen zijn van dat van Maria (inv.nr. Ag/0104) lijkt minder waarschijnlijk; beide figuren zijn namelijk naar links gewend. Het paneel bestaat, evenals dat van de Salvator Mundi en van Maria, uit drie delen
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr.105
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0114 Schilderij De Bewening
Toelichting:
Het bebloede lichaam van de gestorven Christus ligt met de handen gekruist op de borst op een met de lijkwade bedekte kist. Deze is diagonaal in het beeldvlak geplaatst. Aan zijn voeten de geknielde Maria Magdalena, de handen gevouwen onder de kin. Vóór haar een zalfpot. Links van de kist naast elkaar geknield Maria, de handen gekruist voor de borst en Johannes, de handen in gebed. De drie figuren bewenen de gestorven Christus, die van het kruis is gehaald. Rechts in de benedenhoek een doornenkroon en een schaal met enkele van de Arma Christi: een spons, drie nagels, een hamer en een nijptang. Op de achtergrond een berg- en rotslandschap, in het midden de Calvarieberg met de drie kruisen en een doorkijk met zicht op de stad Jeruzalem. Zwart gelakte lijst met goudkleurige binnenrand
Datering:
1800-1900 (?)
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Olieverf op doek
Breedte in cm:
133,5 (dagmaat)
Hoogte in cm:
118 (dagmaat)
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 114; “Mysterium Crucis. De betekenis van het kruis in het christendom”, tentoonstellingscatalogus Ter Apel 1993, Museum Klooster Ter Apel (Winschoten z.j.) (1993), p. 51, cat. nr. 10, afb. op p. 55 (getiteld: "Graflegging" en gedateerd: XVII)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0124d Schilderij Dansende vrouw en man
Toelichting:
Een dansende vrouw en man: links de vrouw met een brandende pijp in haar linkerhand, de rechterhand, deels onder haar schort, in de zij. Ze draagt een donkere en een lichte kous, deze zakt af. Rechts de man met een bierpul in de rechterhand en viool met strijkstok in de linkerhand
Datering:
1600-1700
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Omgeving Adriaen Brouwer
Materiaal/techniek:
Olieverf op paneel
Lengte in cm:
12,5
Breedte in cm:
9,5
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 124d; F. Thieme; U. Becker, F., “Allgemeines Lexikon der bildenden Künstler von der Antike bis zur Gegenwart” (München 1992) (reprint van de uitgave 1907-1950), Band 5 (nadruk uit 1911), p. 74-75. Documentatie: Op alle vier de paneeltjes, 124a-d, is aan de achterkant een etiket geplakt, waarop geschreven staat: "Kruisheren / S. Agatha"
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0103 Schilderij Christus als Salvator Mundi in ovaal medaillon
Toelichting:
Christus als Salvator Mundi. Borststuk in ovaal medaillon, driekwart naar rechts gericht, de rechterhand in spreekgebaar, de linkerhand rust op een wereldbol met kruis, waarop zijn blik is gericht. Kruis met balusterarmen en eindknoppen, stralen vanuit de viering. Aan de onderzijde van de afbeelding "SALVATOR MUNDI".
Zwart gelakte lijst
Datering:
1700-1800, waarschijnlijk kopie naar voorbeeld XVI
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Olieverf op doek op paneel
Lengte in cm:
83
Breedte in cm:
59
Opmerkingen:
Het paneel bestaat uit drie delen. Het schilderij met de voorstelling van Maria (inv.nr. Ag/0104) zou als pendant van dit doek kunnen fungeren, gezien de afmeting, de opzet en de schilderwijze. De hier beschreven voorstelling, evenals die van Maria (inv.nr. Ag/0104) zijn nagenoeg identiek aan die, welke zijn geschilderd op koper en zijn vermeld onder inv.nr. Ag/0118. Het schilderij met de afbeelding van Jozef (inv.nr. Ag/0105) lijkt van dezelfde hand. Het paneel met de voorstelling van Andreas (inv.nr. Ag/0081) heeft dezelfde afmeting en lijkt tot de serie te behoren. Het is echter in tegenstelling tot de bovengenoemde schilderijen rechtstreeks op het hout geschilderd
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 103
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0124a Schilderij Brieflezende vrouw en drinkende man, genretafereel
Toelichting:
Een vrouw met snor en hoofddoekje zit op een omgekeerde, rieten mand een brief te lezen, die ze met beide handen vasthoudt. Tegenover haar een uit een kruik drinkende man, zijn linkerbeen over het rechterbeen geslagen en gezeten op een met een plank gerepareerde stoel. Hij houdt in de over de leuning hangende linkerhand een pijp. In het midden achter hem een man in korte jas, leunend op een stok. Hij kijkt naar de drinkende man, die op zijn beurt de beschouwer aanziet
Datering:
1600-1700
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Omgeving Adriaen Brouwer
Materiaal/techniek:
Olieverf op paneel
Lengte in cm:
12,5
Breedte in cm:
9,5
Hoogte in cm:
Lijst 16 x 19
Opmerkingen:
De paneeltjes zijn niet gesigneerd. Ze zijn geschilderd in de trant van het werk van Adriaen Brouwer, een Vlaams genre- en landschapsschilder, die werd geboren omstreeks 1606 te Oudenaerde en te Antwerpen overleed in 1638. Hij heeft veel invloed uitgeoefend op de genrekunst van de zeventiende eeuw, met name op het werk van David Teniers in het Zuiden en Adriaan van Ostade in het Noorden. Van 1625 tot 1631 werkte hij bij Frans Hals te Haarlem. In Vlaanderen teruggekeerd kwam hij veelvuldig in contact met P.P. Rubens, die een groot aantal werken van hem bezat
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 124a; F. Thieme; U. Becker, F., “Allgemeines Lexikon der bildenden Künstler von der Antike bis zur Gegenwart” (München 1992) (reprint van de uitgave 1907-1950), Band 5 (nadruk uit 1911), p. 74-75. Documentatie: Op alle vier de paneeltjes, 124a-d, is aan de achterkant een etiket geplakt, waarop geschreven staat: "Kruisheren / S. Agatha"
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-We0043 Schilderij
Toelichting:
Olieverfschilderij van klooster Ehrenstein
Datering:
ca. 1960
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
De zoon van Junior, de organist te Altenberg (Westerwald)
Materiaal/techniek:
Olieverf op doek
Lengte in cm:
60
Breedte in cm:
40
Hoogte in cm:
2
Opmerkingen:
Werd geschonken aan Antoon v.d. Pasch osc bij zijn officiële afscheid van Ehrenstein op 14 april 1969
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0749 Miniatuur, landschap geschilderd op ivoor
Toelichting:
Ivoren plaquette met flauw geaccoleerde en verdikte buitenrand. Op de plaat een geschilderd rivierlandschap met rechts¬voor een burcht op een hoge rots en op de achtergrond een kerkgebouw met twee torens. Linksvoor een tweetal bomen. Op de achterzijde " "Souvenir" / W.L.H. fecit / 1857".
Datering:
1857
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Ivoor, verf
Breedte in cm:
5,5
Hoogte in cm:
6,2
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 749
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0093 Kruiswegstatie (nr. 13) Kruisafneming
Toelichting:
Het lichaam van Christus wordt van het kruis afgenomen door een man met tulband (Jozef van Arimathea ?) en een man die op een ladder staat. Het wordt in handen genomen door de geknielde Maria Magdalena, Maria en een man met een tulband (Nicodemus?), die naast Maria staat. Deze wordt ondersteund door Johannes. Achter Johannes een vrouw met een balsempot. Een tweede balsempot staat op de grond vóór Maria. Op de achtergrond een rots, rechts
Datering:
1600-1650
Deelcollectie:
Kruisheren
Lengte in cm:
33,5
Breedte in cm:
26,5
Opmerkingen:
Opmerkingen: Evenals het doek, vermeld onder inv. nr. Ag/0092, heeft dit schilderij deel uitgemaakt van een serie kruiswegstaties
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 93; C.R. Hermans, “Annales canonicorum regularium S. Augustini, Ordinis S. Crucis”, Deel I-III (Silvae-ducis 1858) I (2) 1858, p. 203, nr. 23; "750 jaar Orde van het Heilig Kruis 1211-1961: pretiosa uit haar oude kloosters”, tentoonstellingscatalogus Amersfoort 1961, Museum Flehite, (Amersfoort 1961), cat. nr. 27; F.G.L. van der Meer, “Kunstschatten uit Kempische abdijen”, tentoonstellingscatalogus Hilvarenbeek 1961, Raadhuis (Hilvarenbeek 1961), cat. nr. 23; L.P.M.J. Heere, “600 jaar Sint Agatha”, tentoonstellingscatalogus Sint Agatha 1971, Gemeentehuis Cuyk (Sint Agatha 1971), nr. 27; J.C.T.M. van Laarhoven, “Kloosters in Brabant”, tentoonstellingscatalogus ’s-Hertogenbosch 1977, Noordbrabants Museum ( 's-Hertogenbosch 1977), p. 29, cat. nr. 28 (begin XVII)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0092 Kruiswegstatie (nr. 12) Christus sterft aan het kruis
Toelichting:
Centraal Christus aan het kruis tussen de twee moordenaars. Maria Magdalena op één knie geknield aan de voet van het kruis, de armen gekruist voor de borst. Ter rechterzijde Johannes die de in zwijm vallende Maria ondersteunt. Links Longinus te paard met lans. Middenachter een wegtrekkende troep soldaten. Op de achtergrond de stad Jeruzalem. Zware, zwart geschilderde, sterk geprofileerde lijst met goudkleurige binnenrand
Datering:
1600-1650
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Olieverf op doek, op paneel
Lengte in cm:
33,5
Breedte in cm:
26,5
Hoogte in cm:
Lijst 56,5 x 49,5 cm
Opmerkingen:
Evenals het schilderij, vermeld onder inv. nr. Ag/0093, heeft dit doek deel uitgemaakt van een serie kruiswegstaties
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 92; C.R. Hermans, “Annales canonicorum regularium S. Augustini, Ordinis S. Crucis”, Deel I-III (Silvae-ducis 1858) I (2) 1858, p. 203, nr. 23; "750 jaar Orde van het Heilig Kruis 1211-1961: pretiosa uit haar oude kloosters”, tentoonstellingscatalogus Amersfoort 1961, Museum Flehite, (Amersfoort 1961), cat. nr. 27; F.G.L. van der Meer, “Kunstschatten uit Kempische abdijen”, tentoonstellingscatalogus Hilvarenbeek 1961, Raadhuis (Hilvarenbeek 1961), cat. nr. 23; L.P.M.J. Heere, “600 jaar Sint Agatha”, tentoonstellingscatalogus Sint Agatha 1971, Gemeentehuis Cuyk (Sint Agatha 1971), nr. 27; J.C.T.M. van Laarhoven, “Kloosters in Brabant”, tentoonstellingscatalogus ’s-Hertogenbosch 1977, Noordbrabants Museum ( 's-Hertogenbosch 1977), p. 29, cat. nr. 28 (begin XVII)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-We0041 Icoon, Maria met Kind
Toelichting:
Icoon met Maria met Kind. De schildering is bedekt met een verguld zilveren afdekplaat, waardoor alleen de gezichten te zien zijn. De icoon is ingelijst in een kastje met glazendeurtje, afsluitbaar aan de linkerzijde met een sleuteltje
Datering:
1875-1925
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Hout, verf, verguld zilver, glas
Lengte in cm:
39,5
Breedte in cm:
35,5
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-We0040 Icoon, Joris doodt de draak
Datering:
1950-1975 (?)
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Hout, verf, zilver
Lengte in cm:
23
Breedte in cm:
18
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-We0034 Icoon Hemelvaart van de profeet Elia
Toelichting:
2 Koningen 2:11
Datering:
1600-1700
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Hout, verf, zilver, verguld zilver
Breedte in cm:
26,7
Hoogte in cm:
31,3
Documentatie:
Echtheidscertificaten en documentatie van de door Jan Leers geschonken iconen (4) in documentatiemap
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0080 Huisaltaar
Toelichting:
Het middenpaneel van dit huisaltaar heeft de Geseling van Christus tot onderwerp. Vanaf een verhoogde tribune kijkt het publiek toe; onder hen bevindt zich Pilatus. Op de binnenzijde van de zijluiken lieten de stichters Gielis Kievits (ca.1530-1582), lakenkoopman te 's-Hertogenbosch en heer van Terborcht, en zijn vrouw Anna van Boort zich portretteren met hun drie zonen en drie dochters, links de mannen, rechts de vrouwen. Over de bidstoel van de vader hangt een lang kleed met het familiewapen van Kievits. Drie mannen zijn gekleed in zwarte tabberds en molensteenkragen. Zoon Jan is gekleed als kanunnik. Hij was een beroemd kanselredenaar. Vanaf 1602 was hij kanunnik in de Sint-Janskathedraal van 's-Hertogenbosch, later werd hij daar tot plebaan benoemd. De vrouwen zijn gekleed in zwarte kledij met brede plooikragen, op het hoofd de zogeheten 'zwarte vlieger'. De vrouw in eenvoudiger kledij met wit mutsje is waarschijnlijk een dienstbode of min. Aan de bidstoel hangt het familiewapen van Van Boort, aan de onderzijde ervan is het jaartal '1605' ('1603'?) aangebracht. Op de achterzijde van de zijluiken staan de patroonheiligen van beide echtelieden: links Egidius, in wit habijt en met een kromstaf in de linkerhand. Vóór zich het familiewapen Kievits. Rechts de heilige Anna, gekleed in een grijsbruin gewaad, een rode mantel en witte sluier. Vóór zich het wapen van Van Boort. Aan de onderzijde van de luiken staan de namen S. Aegidius en S. Anna. De omlijsting van gecanneleerde pilasters is in renaissancestijl. Op de fries boven het middenpaneel staan de vier kwartierwapens van Kievits-Van Boort. Daar boven staat het kruisherenkruis centraal op het fronton. Het middenpaneel past qua schilderstijl en datering niet bij de zijluiken. Zij kunnen evenwel zijn samengebracht toen dit drieluik werd gemaakt, mogelijk in 1603, het overlijdensjaar van Anna van Boort. Wellicht na het overlijden van plebaan Kievits in 1620 kwam het in het bezit van de Kruisheren van 's-Hertogenbosch
Datering:
1525-1550 [middendeel]; 1603-1605 [zijluiken]
Deelcollectie:
Kruisheren
Plaats vervaardiging:
's-Hertogenbosch
Materiaal/techniek:
Olieverf op paneel
Hoogte in cm:
149
Diepte in cm:
180 [geopend]
Opmerkingen:
De panelen zijn gevat in een renaissance omlijsting van gecanneleerde pilasters met Ioniserende kapitelen. Boven het middenpaneel een fries met trigliefen onder kraagsteentjes, die om en om verschillende geornamenteerd zijn. Hiertussen de vier kwartierwapens van Kievits-Van Boort. Afsluitende kroonlijst waarop een driehoekig fronton met centraal het Kruisherenkruis. De vier wapens: 1. rode roos, geknopt van goud en gepunt van zwart op goud kleurig veld (= Kievits). 2. zwarte, klimmende leeuw op zilverkleurig veld (= Proest). 3. doorsneden, boven: twee rode molenijzers op goudkleurig veld, onder: drie drielingsbalken in zwart veld (= Van Boort). 4. doorsneden, boven: twee rode rozen op zilverkleurig veld, onder: drie palen van zwart op zilverkleurig veld (= Emmen). Middenpaneel en zijpanelen horen om de hierna te vermelden redenen nagenoeg zeker niet bij elkaar. Hermans vermeldt in 1858 dat in die tijd op het middenpaneel een "Jesus crucifixus" was afgebeeld. Volgens Heere (1949) was het huidige middenpaneel tot aan het einde van de vorige eeuw overschilderd met "twee Calvariebergen". Was de door Heere vermelde overschildering datgene wat Hermans heeft gezien? Zo nee, dan mag worden gevraagd wanneer het huidige middenpaneel ingevoegd werd en waar het paneel met de gekruisigde Christus is gebleven. Gezien de bredere omlijsting van het middenpaneel, het gegeven dat het duidelijk van een andere hand is, én het feit dat een gekruisigde Christus traditioneel meer een object van devotie is dan een geseling, zou men kunnen stellen dat het huidige middenpaneel niet het originele is. De door Heere vermelde overschildering is mogelijk bij de restauratie van 1913 verwijderd, zodat de geselingsscène zichtbaar werd. In dat geval rijst de vraag waarom de schilder van de zijluiken destijds de lijstmaten niet in overeenstemming heeft gebracht met die van het middenpaneel. Meer informatie in SKKN-inventarislijst

Documentatie:
Literatuur: M. Beilmann-Schöner, M. M. van Zanten e.a., "In Cruce Salus. 800 Jahre Klosterleben. Das Kulturerbe der Kreuzherren in Westeuropa", tentoonstellingscatalogus Bentlage 2010 (NL/D), (Rheine 2010), p.138, 139, 315; "Inventarisatie-rapport Kruisherenklooster te Uden", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 80; “Oude Kunst in Brabants bezit”, tentoonstellingscatalogus Tilburg, Paleisraadhuis (Jubileum-Tentoonstelling 1898-1948) (Tilburg 1948) , p. 25, cat. nr. 92 (schenking familie Pieck); B.W. van Schijndel, 'Een drieluik betreffende een voornaam Brabants geslacht', in: "Edele Brabant", 28 januari 1949, p. 13 e.v.; L. Heere in de Kroniek van: "Clairlieu", 7 (1949) p. 62-64; "750 jaar Orde van het Heilig Kruis 1211-1961: pretiosa uit haar oude kloosters”, tentoonstellingscatalogus Amersfoort 1961, Museum Flehite, (Amersfoort 1961) , cat. nr. 25, afb. middenpaneel; J. Scheerder osc, “Prior A.G. van Mil” (Diest 1967), p. 176-177, voetnoot 5 (beschrijving triptiek door X. Smits); L.C.B.M. van Liebergen red., “Honderd jaar Udens college. De geschiedenis van het College van het H. Kruis en wat daaraan voorafging”, tentoonstellingscatalogus Uden 1986, Museum voor Religieuze Kunst, (Informatiebulletin no. 11) (Uden 1986), p. 103, cat. nr. 8, afb.14 en 15; L.C.B.M. van Liebergen red., “'waer een paradies": Kloosterleven in Brabant na de Reformatie”, tentoonstellingscatalogus Uden 1987, Museum voor Religieuze Kunst (Uden 1987), p. 157, cat. nr. 108, afb. 240 en 241; A.M. Koldeweij e.a.,"In Buscoducis 1450-1629: Kunst uit de Bourgondische tijd te 's-Hertogenbosch; De cultuur van late middeleeuwen en renaisance", tentoonstellingscatalogus 's-Hertogenbosch 1990, p. 66, cat. nr. 21, p. 67. Meer literatuur in: Inventarisatie-rapport
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0175d Gouache, Kloostercomplex St. Agatha
Toelichting:
Gezicht op de voorzijde van het kloostercomplex van Sint Agatha vanuit het westen vanaf de provinciale weg. De gebouwen zijn door geboomte omringd. Op de voorgrond schoolkinderen, links twee jongens, rechts twee meisjes, daarachter een man met een hondenkar en daarachter een geit of bok. Links binnen de omhaagde tuin een Kruisheer in gesprek met een tuinman
Datering:
ca. 1880
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
A. van (von) Geusau
Lengte in cm:
47,6
Breedte in cm:
30,8
Opmerkingen:
In de bibliotheek van St. Agatha bevindt zich een Duitstalig schetsboekje met 35 tekeningen van Cuijk en omgeving van een volgens Th. van den Elsen osc onbekende hand (Hs-043). Hierin zijn zeven schetsen van dit klooster opgenomen die blijkens het onderschrift vervaardigd zijn op 24 en 25 mei 1851. Door sommigen wordt verondersteld dat zij gemaakt zijn door Van Geusau en voorstudies zijn geweest voor de hier beschreven gouaches. In de catalogus van St. Agatha uit 1971 wordt het boekje zonder meer aan deze persoon toegeschreven. Niettemin zijn er redenen om te twijfelen of hij wel met de vervaardiger van de schetsen kan worden geïdentificeerd. Allereerst is daar het feit van de Duitstaligheid. Waarom zou Van Geusau als Nederlander, al was hij het Duits nog zo goed meester, steeds in het Duits hebben genoteerd wat hij getekend heeft? Voorts was Van Geusau, zoals hieronder nader wordt beschreven, in 1851 nog niet in Cuijk woonachtig en gezien de beperkte reismogelijkheden van die tijd zal hij er toen ook niet vaak zijn geweest, indien hij er al ís geweest. Wat had hij immers in dit toch tamelijk afgelegen en niet zo heel bekende gebied te zoeken? Het is wél heel goed mogelijk dat het betreffende boekje in de jaren vijftig, zestig of zeventig bij de Kruisheren is terecht gekomen en dat Van Geusau het heeft mogen inzien, toen hij zich in 1879 metterwoon te Cuijk vestigde en zich ging bezighouden met het vervaardigen van tekeningen en gouaches van deze plaats en haar omgeving. Daaruit zouden de hier en daar te bespeuren overeenkomsten in opzet en in onderdelen van de schetsen en de gouaches verklaard kunnen worden.
Op tekening D zou rechtsonder een onduidelijke signatuur zijn aangebracht (dossier Elsen, 1971). Tijdens de inventarisatie geen signatuur kunnen ontdekken
[Voor meer opmerkingen, zie SKKN-inventarisrapport]
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 175d; "De Echo van het Land van Cuyk", 22 Maart 1876, 22 Augustus 1979; “Clairlieu”. Tijdschrift gewijd aan de geschiedenis van de Kruisheren, 23-24 (1965-1966), afb. naast p. 48; J. Scheerder osc, “Henricus Martinus Franciscus Hollmann, tweeën-vijftigste magister generaal der orde van het H. Kruis”, 1853-1927 (Diest 1966), nr.C naast p. 48, nr. B naast p .49; L.P.M.J. Heere, “600 jaar Sint Agatha”, tentoonstellingscatalogus Sint Agatha 1971, Gemeentehuis Cuyk (Sint Agatha 1971), cat. nr. 3 (Schetsboekje van A. van Geusau. In de zomer van 1855 (sic) vele tekeningen in en om het klooster), cat. nrs. 12 (A), 14 (B), 15 (C), nr.17 (D); P.M.H. Breukers, 'Biografie van de Cuykse aquarellist Arnold van Geusau (1817-1886)' in: "Merlet" 18 (1982) p. 74-78; L.C.B.M. van Liebergen red, “'waer een para¬dis". Kloosterleven in Brabant na de Reformatie”, tentoonstellingscatalogus Uden 1987, Museum voor Religieuze Kunst (Uden 1987), p. 128, cat. nr. 9 (met afb.132), cat. nr. 10 (met afb.133) (gedateerd 1855)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0175c Gouache, Kloostercomplex St. Agatha
Toelichting:
Gezicht op de voorzijde van het kloostercomplex van Sint Agatha vanuit het noordwesten. Rechts op de voorgrond een boerin werkend op het land en een boer met een kar. In de wei drie jagers met twee honden en een konijn. Langs de kloostermuur een wandelende en toeziende Kruisheer
Datering:
ca. 1880
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
A. van (von) Geusau
Lengte in cm:
47,6
Breedte in cm:
30,8
Opmerkingen:
In de bibliotheek van St. Agatha bevindt zich een Duitstalig schetsboekje met 35 tekeningen van Cuyk en omgeving van een volgens Th. van den Elsen osc onbekende hand (Hs-043). Hierin zijn zeven schetsen van dit klooster opgenomen die blijkens het onderschrift vervaardigd zijn op 24 en 25 mei 1851. Door sommigen wordt verondersteld dat zij gemaakt zijn door Van Geusau en voorstudies zijn geweest voor de hier beschreven gouaches. In de catalogus van St. Agatha uit 1971 wordt het boekje zonder meer aan deze persoon toegeschreven. Niettemin zijn er redenen om te twijfelen of hij wel met de vervaardiger van de schetsen kan worden geïdentificeerd. Allereerst is daar het feit van de Duitstaligheid. Waarom zou Van Geusau als Nederlander, al was hij het Duits nog zo goed meester, steeds in het Duits hebben genoteerd wat hij getekend heeft? Voorts was Van Geusau, zoals hieronder nader wordt beschreven, in 1851 nog niet in Cuyk woonachtig en gezien de beperkte reismogelijkheden van die tijd zal hij er toen ook niet vaak zijn geweest, indien hij er al ís geweest. Wat had hij immers in dit toch tamelijk afgelegen en niet zo heel bekende gebied te zoeken? Het is wél heel goed mogelijk dat het betreffende boekje in de jaren vijftig, zestig of zeventig bij de Kruisheren is terecht gekomen en dat Van Geusau het heeft mogen inzien, toen hij zich in 1879 metterwoon te Cuijk vestigde en zich ging bezighouden met het vervaardigen van tekeningen en gouaches van deze plaats en haar omgeving. Daaruit zouden de hier en daar te bespeuren overeenkomsten in opzet en in onderdelen van de schetsen en de gouaches verklaard kunnen worden.
[Voor meer opmerkingen, zie SKKN-inventarisrapport]
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 175c; "De Echo van het Land van Cuyk", 22 Maart 1876, 22 Augustus 1979; “Clairlieu”. Tijdschrift gewijd aan de geschiedenis van de Kruisheren, 23-24 (1965-1966), afb. naast p. 48; J. Scheerder osc, “Henricus Martinus Franciscus Hollmann, tweeën-vijftigste magister generaal der orde van het H. Kruis”, 1853-1927 (Diest 1966), nr.C naast p. 48, nr. B naast p .49; L.P.M.J. Heere, “600 jaar Sint Agatha”, tentoonstellingscatalogus Sint Agatha 1971, Gemeentehuis Cuyk (Sint Agatha 1971), cat. nr. 3 (Schetsboekje van A. van Geusau. In de zomer van 1855 (sic) vele tekeningen in en om het klooster), cat. nrs. 12 (A), 14 (B), 15 (C), nr.17 (D); P.M.H. Breukers, 'Biografie van de Cuykse aquarellist Arnold van Geusau (1817-1886)' in: "Merlet" 18 (1982) p. 74-78; L.C.B.M. van Liebergen red, “'waer een para¬dis". Kloosterleven in Brabant na de Reformatie”, tentoonstellingscatalogus Uden 1987, Museum voor Religieuze Kunst (Uden 1987), p. 128, cat. nr. 9 (met afb.132), cat. nr. 10 (met afb.133) (gedateerd 1855)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden