Zoeken in collecties

Frater Beatus heeft zichzelf afgebeeld met een pijp in de rechtermondhoek. Het jasje dat hij draagt lijkt 'onaf'.

Zwarte wijwaterkruik. Aan de voorzijde voorzien van een kruisje in reliëf. Aan de achterzijde voorzien van een handgreep. De kruik is af te sluiten met een dop met kurk. Gebruikt in het fraterhuis aan de Klingendaalseweg in Arnhem. Er stond een kruik in de bibliotheek en een tweede kruik in de gang bij de slaapkamers. De fraters konden de wijwaterbakjes in hun kamers uit deze kruiken bijvullen.

Gebruikt in het fraterhuis aan de Klingendaalseweg in Arnhem. Er stond een kruik in de bibliotheek en een tweede kruik in de gang bij de slaapkamers. De fraters konden de wijwaterbakjes in hun kamers uit deze kruik bijvullen. De kruik loopt vanaf de smalle hals steeds wijder tot aan het ovale standvlak.

Kubusvormige waxinelichthouder met centraal op de bovenzijde plaats voor een waxinelichtje. Op de hoeken van de bovenzijde zijn vier cijfers gestanst die het jaar "2000" vertegenwoordigen. Op één van de zijdes van de kubus is het logo van de Nederlandse Provincie van de congregatie aangebracht. Op de overige drie zijdes elk een letter: P, B en N (Provinciaal Bestuur Nederland). Vervaardigd ter gelegenheid van een nieuw Provinciaal Bestuur Nederland van de Fraters van Utrecht.

Een drinkglas ter gelegenheid van 75 jaar Klein Borculo in 1973 (1), een drinkglas ter gelegenheid van de overdracht van de Leo Stichting door de Fraters van Utrecht aan een nieuw bestuur in 1982 (2), vier buttons met leuzen tegen de sluiting van het jongensinternaat Klein Borculo (3-6) en een medaille aan lint met datering juli 1954 (7). De medaille is waarschijnlijk vervaardigd als onderscheiding bij behaalde (studie)resultaten van leerlingen van jongensinternaat Klein Borculo. Dit exemplaar is echter nooit voorzien van gravering op de achterzijde.

Een sleutelhanger (1) ter gelegenheid van de inzegening van het nieuwe bestuurshuis van het Algemeen Bestuur van de Fraters van Utrecht te Malang (Java, Indonesië). De sleutelhanger draagt aan één zijde een afbeelding van O.L. Vrouw van het H. Hart. De officiële naam van de congregatie is 'Congregatie van de fraters van O.L. Vrouw van het H. Hart'. Een tas van de scholenstichting Mardi Wiyata te Malang (2) uitgegeven ter gelegenheid van hun 50-jarig bestaan. Aan de voorzijde de tekst "1958-2008, 50th Mardi Wiyata, Ayo libas tantangan!". En een tas ter gelegenheid van het einde aan de werkzaamheden van de Nederlandse fraters te Kenia (3). Het einde van de werkzaamheden te Kenia, gemarkeerd door het afscheid van de laatste Nederlandse frater, werd door de fraters op 23 oktober 2017 in hun huis in De Bilt gevierd. Bij die gelegenheid werd de tas als geschenk aan alle aanwezigen uitgedeeld. Drinkglas (4) met daarop een afbeelding van een gazelle-achtig dier en een Afrikaanse figuur, daaronder de tekst "Afrika fraters v. Utrecht". Het glas werd verkocht om geld op te halen voor de missie.

De St. Jorisgroep was een scoutingsgroep voor lichamelijk gehandicapte en niet-gehandicapte verkenners. De groep werd geleid door frater Simon van Brakel. Het clubhuis was gevestigd in de oude technische school van de Fraters van Utrecht.

Op de achtergrond vier gekleurde banen: groen, geel, rood en blauw. Centraal enkele applicaties: een Christusmonogram, een opgeslagen boek en een bal. De applicaties zijn omgeven door een tekstrol met daarop de tekst: "IJverig, apostolisch, sportief". Aan een van de korte zijde lussen om de vlag op te kunnen hangen. Vermoedelijk komt het vaandel van het Pensionaat St. Jozef te Zeist waar de jongens van de 5e en 6e klas zaten.

Een schilderij van frater Victor voor zijn kippenhok (1), linksonder gesigneerd en gedateerd. En een portret van een man (2), mogelijk frater Victor. Rechtsonder gesigneerd en gedateerd.

Zwarte toog (1) die aan de voorzijde geheel opengemaakt kan worden middels knopen. Voorzien van twee steekzakken op heuphoogte, een opstaand kraagje aan de hals en grote omslagen aan de mouwen. De binnenzijde is tot de middel gevoerd en voorzien van een binnenzakje op de linkerborst. Over de kraag droegen de fraters een witte boord (2). Als schoeisel droegen de fraters in de beginjaren van de congregatie pantoffels met een leren riempje. Rond 1894 kwam de lage schoen in gebruik, deze moest zo eenvoudig mogelijk zijn en mocht vooral geen 'neus' hebben. Als hoofdbedekking gebruikten de fraters een halfhoge 'kachelpijp'. Rond 1930 kwam de slappe zwarte gleufhoed in gebruik. Vanaf oktober 1954 voldeed ook een zwarte baret, die gemakkelijker in de zak gestoken kon worden. Tot ca. 1950 droegen de fraters onder de toog een pofbroek en een onderhemd van baai. Ook droegen ze een zakhorloge. Begin 1954 werden deze dingen vervangen door een polshorloge, overhemd en lange broek. De cingel moest van dezelfde stof zijn als de toog. De rozenkrans werd in de zak bewaard en niet, zoals bij veel kloostergemeenschappen gewoon was, aan de cingel gedragen. Het kruis dat de fraters aan een zwart koordje om de nek droegen werd óf onder de singel gestoken óf in de binnenzak, in het zogenoemde 'H. Hartkappelletje'. Het kruis van fraters in Nederland was koperkleurig (3), het kruis voor de fraters in de missie zilverkleurig (4). Vanaf ca. 1958 mochten de fraters een zwart pak met wit boordje en een zwart overhemd dragen als ze dat wensten. Aan de vooravond van het vertrek naar de eerste missie van de Fraters te Malang (Indonesië) op 6 februari 1928 gaf aartsbisschop Henricus van de Wetering tijdens zijn bezoek aan dat witte kleding in de missie beter zou zijn. In de missie droegen de Fraters van Utrecht een witte toog (5) en witte cingel.

Liturgische kleding en liturgische voorwerpen om 'misje' te spelen. Set liturgische voorwerpen bestaande uit: ciborie, kelk, monstrans, kruisbeeld, wierookscheepje met lepel, wierookvat, ampullenset, drie canonbordjes, missaallezenaar en missaaltje met de titel "Misgebeden naar het Missale Romanum [...]" (omslagtitel: "Officium missae ad usum puerorum") gedrukt bij Linssen & Derkx te Venlo. Daarnaast liturgisch textiel: kazuifel, stola, manipel, koord, kelkvelum en palla.

Vervaardigd door frater Angelico (P.M.) Fennis (1927-2014). Hij was
tekenleraar op de, aan de Leostichting verbonden, LTS in Borculo en was ook als restaurator actief. Onder het paard dat centraal staat op de afbeelding de tekst "Wieske, aug. '54". Vermoedelijk is het huis dat op de achtergrond te zien is het jachthuis van de Leostichting te Borculo.

Van landen waar de Congregatie van O.L. Vrouw van het H. Hart - Fraters van Utrecht - werkzaam zijn: Nederland, Indonesië en Kenia. Daarnaast nog een vlag met een afbeelding van O.L. Vrouw van het H. Hart en de teksten "Kongregasi Frater-Frater Bunda Hati Kudus", "Congregatie van de fraters van Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart" en "Nederland, Indonesia, Kenya". De vier vlaggen zijn in een ronde voet gestoken. De vlaggen werden ter ere van het 125-jarig bestaan door het Algemeen Bestuur aan alle fraters aangeboden. Alle fraters ontvingen de vlag met O.L. Vrouw van het H. Hart en alle communiteiten ontvingen een set van alle vier de vlaggetjes.

Versierd met ruitmotieven in relief, spijkertjes en versierde en onversierde nagels. Centraal op de deur een Christusmonogram met daarboven en daaronder de tekst: "Panis vivus vitam praestans homini" (Levend brood dat mensen leven geeft). Aanwezig zijn ook een hostiedoos en een ablutievat. Het rusttabernakel is gemaakt door frater Leonardus Staarink (1894-1974) die jarenlang de leiding had over de 'oude' smederij van de Leo Stichting te Borculo.

Stilleven met kalebassen, takken van de judaspenning en lampionplant en een blauwe vaas. Rechtsonder gesigneerd.

Met daarop de tekst: "Bestuur Congregatie der fraters van O.L. Vrouw van het H. Hart.

Van frater Gratianus (N.G.E. Greeven, 1913-1996). Hij was leider van het jeugdwerk 'Ahoy' in de St. Clemens parochie te Hilversum. Op het driehoekig speldje onderaan het woord "AHOY". Daarboven op de horizon een opkomende zon met op de voorgrond huizen en kerken. Daarboven een kruis. K.J.C. Ahoy startte als interparochiële jeugdzorg voor "maatschappelijke- of godsdienstig misdeelde jongens van 12 tot 18 jaar". In 1949 had iedere parochiegroep 2 avonden per week een groepsavond en vierden alle groepen op de 3e zondag van de maand samen een H. Mis in de kapel van de kweekschool. Het betrof de parochies St. Vitus, H. Hart en St. Clemens. Vanaf 1952 was de praktische leiding in handen van de aalmoezenier en de fraters. De St. Vincentiusvereniging beheerde de financiën. In het jaarboek van de congregatie van 1958 worden de activiteiten van de vereniging als volgt beschreven: "De clubavonden zijn geheel vrij, ieder kan komen als hij wil en wanneer hij wil [...]. Activiteiten zijn: handenarbeid in de meest uitgebreide zin, judo, radio-, boot-, vliegtuigbouw, instuif en metaalbewerking. Vanaf 1 oktober spelen we in de N.T.T.B. onder de naam J.S.V. met 3 teams. De judosport wordt beoefend in de combinatie met de St. Clemensgroep. De band staat onder de deskundige leiding van H. Booy en begint zijn "Herrico"-karakter te verliezen. Eens per maan is er een gemeenschappelijke H. Mis en een film. In de zomervakantie is er een kamp en voor de liefhebbers boven de 14 een trektocht." Ook in Utrecht bestond een jeugdwerk van de congregatie met de naam 'Ahoy'..

Geschilderde afbeeldingen "Alle ruitens troef" van de ruiten aas, koning, dame en boer uit een kaartspel. Alle figuren hebben het gezicht van frater Leo. Op de aas de domtoren in Utrecht en een kerkgebouw te Hoogkarspel.

De kaart hoort bij de lesmethode voor godsdienstonderwijs "Op weg". De kaart is op linnen bevestigd en aan boven- en onderkant voorzien van stokken. Bij de kaart hoort een boekje "Toelichting bij de Weg door de tijden". Hierin wordt de bedoeling van de kaart uitgelegd: inzicht geven in de chronologie en kinderen besef van tijdsbegrip bijbrengen.

Op een leisteen afkomstig van het torentje van de voormalige kapel van de Leo-Stichting is ter herinnering aan deze kapel een schildering aangebracht van de buitenzijde van de kapel. De kapel werd in 1928 door de Fraters van Utrecht gebouwd. In 1992 werd het hoofdgebouw, waar de kapel aan grensde, gesloopt. Blijkens de datum op de leisteen is de kapel in 1993 gesloopt. Achterop de lei is de tekst "Lei van het torentje. Kapel Leo-Stichting, 1928-1993" gekerfd. De schildering is rechtsonder gesigneerd met "R.S.".

In 1908 nemen de Fraters van Utrecht de leiding van het (Sint) Leogesticht op landgoed de Drietelaar te Borculo over van de Broeders van Amsterdam. In de loop van de tijd (ver)bouwen de fraters verschillende gebouwen op het terrein, zoals een nieuw schoolgebouw en -na de stormramp van 10 augustus 1925- een nieuwe boerderij. Het schilderij met daarop het hoofdgebouw en aangrenzende kapel (1) is geschilderd door frater Henricus (J.C.F. de Koning, 1917-2005). De schilderijen van een boom op de Brink (2), zicht op de kapel van over het water (3) en de oprit van het jachthuis (4) lijken ook van zijn hand. De oudere schilderijen van de boerderij vóór de stormramp (5) en het jachthuis met daarvoor een ijzeren poort (6) behoorden volgens een stempel op de achterzijde tot het archief van de Leo-Stichting. Het schilderij van de boerderij ná de stormramp (7) is rechtsonder gesigneerd en gedateerd met "1955 Bart S." Het jachthuis diende later ook als onderkomen voor leerlingen.

Zoals het onderschrift "O.L. Vrouw v/h Hart zegen ons Noviciaat" reeds duidelijk maakt hing dit schilderij in het noviciaat van de Fraters van Utrecht.

Het Kind Jezus staat voor zijn moeder met zijn rechterarm om haar hals geslagen en in zijn geheven linkerhand twee bloemen. Rechtsonder gesigneerd en gedateerd: "Jan Dekkers 1950". Mogelijk betreft het Johannes Cornelis Josephus Marie Dekkers (1919-1997). Dekkers was begin jaren '60 van de 20e eeuw enkele jaren werkzaam in Utrecht. In hetzelfde jaar dat Jan Dekkers dit schilderij maakte, schilderde hij enkele wandschilderingen in het Sint Gregoriushuis van de fraters te Utrecht.