Zoeken in collecties

Voorwerpencollectie

Als u op een afbeelding klikt, vind u meer informatie over het voorwerp. U kunt zoeken door: 

 

  • Het intypen van een woord in het zoekveld. U vindt dan resultaten als het woord letterlijk in de catalogus voorkomt.
  • Met behulp van de selectiefilters die onder het zoekveld staan (kloosterorganisatie, trefwoord).

 

 
 

Handig om te weten: als u beschrijvingen wilt zien in plaats van afbeeldingen, klik dan bij 'weergave' op: Tabelweergave. 

 

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z063-039 Habijt
Toelichting:
De wijde mouwen van het habijt (1) werden gedurende de dag breed omgeslagen, maar in de kapel behoorden ze lang te zijn. Daarover kwam het scapulier (2) met de zogenaamde, in koordjes aangebracht, passie. Dan een wit koord (3) met drie knopen - de drie geloften - en een rozenkrans (4) met vijf tientjes van houten kralen. Novicen droegen een rozenkrans van houten kralen, geprofeste zusters een van pitten. De houten kralen werden van tijd tot tijd zwart geverfd omdat de kleur door gebruik sleet. Aan de rozenkrans hangt een medaille met de H. Franciscus en de H. Antonius. Postulanten droegen een gewone jurk met een donkere sluier. Novicen droegen het habijt, zonder het scapulier, met een witte sluier. Het dragen van religieuze kleding werd gezien als een bescherming en een afscheiding van de wereld. Alle zusters droegen dezelfde kleding, ook in Suriname en de Antillen. De zwarte merino-stof verkleurde in de tropen naar groenachtig. Er was een tijd dat de verkleurde habijten uit elkaar getornd werden om ze te verven. Dat gebeurde met sap gekookt uit inheemse planten, waarmee ook inkt gemaakt werd. Enkele jaren na de Tweede Wereldoorlog kregen de zusters in de tropen toestemming om de kleding in het wit te dragen. Bij het aantrekken van enkele kledingstukken werden gebeden opgezegd. Bij het scapulier: Heer, geef mij de genade Uw H. Juk met blijdschap te dragen, met liefde mijn plichten te volbrengen en de kruisen en het lijden, dat Gij me vandaag zult overzenden, in vereniging met Uw Smarten gaarne te omhelzen. Koord: Heer, bind mij door de banden van Uw Liefde zo vast aan U dat ik nimmer van U gescheiden worde. Rozenkrans: Heer, geef mij de genade Uw Heilige Moeder vurig te beminnen en al mijn gebeden goed te verrichten (daarbij wordt het kruis van de rozenkrans eerbiedig gekust). Habijt: eerst kust de zuster het en bidt dan: Heer, ik bedank U dit arm en eenvoudig kleed te mogen dragen. Schenk mij de ware, religieuze geest en de onthechting van alle aardse zaken.
Datering:
1920-1960
Deelcollectie:
Franciscanessen van Mariadal
Materiaal/techniek:
Katoen, wol, hout en metaal
Lengte in cm:
145 (1,2); 200 (3, enkel touw); 106 (4)
Breedte in cm:
28 (2)
Organisatietrefwoorden:
Erfgoedstuk
Erfgoedstuk
Erfgoedstuk
Erfgoedstuk
Erfgoedstuk