Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Portret magister-generaall Werner d'Audace osc

Voorwerpencollectie

Als u op een afbeelding klikt, vind u meer informatie over het voorwerp. U kunt zoeken door: 

 

  • Het intypen van een woord in het zoekveld. U vindt dan resultaten als het woord letterlijk in de catalogus voorkomt.
  • Met behulp van de selectiefilters die onder het zoekveld staan (kloosterorganisatie, trefwoord).

 

 
 

Handig om te weten: als u beschrijvingen wilt zien in plaats van afbeeldingen, klik dan bij 'weergave' op: Tabelweergave. 

 

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0145 Portret magister-generaall Werner d'Audace osc
Toelichting:
Werner d'Audace, magister-generaal van 1720 tot 1735, ten halve in medaillon, nagenoeg frontaal weergegeven, de blik gericht op de beschouwer. Gekleed in rochet en blauwgroene, rood gevoerde mozetta, waarover een aan een rood-geel koord hangend borstkruis, op de viering waarvan een Kruisherenkruis. Kalot op het hoofd. Links zijn familiewapen in cartouche: doorsneden, boven een zwart veld, onder vier zwarte linkerschuinbalken. Schild gedekt met mijter en staf, waarboven een hoed met tweemaal zes kwasten; aan de onderzijde een tekstbanderol met het devies "IN TEMPORE AUDACE". Zwart gelakte lijst met goudkleurige binnenrand en koperen plaatje waarop naam en ambtsperiode
Datering:
ca. 1725
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Olieverf op linnen
Lengte in cm:
86
Breedte in cm:
62,5
Hoogte in cm:
Lijst 98 x 75 cm
Opmerkingen:
Werner d'Audace werd in de tweede helft van de zeventiende eeuw te Hoei geboren en trad in in het Kruisherenklooster van zijn geboorteplaats. Later werd hij prior te Carignan. Uit een hekeldicht, dat een lid van het convent te Hoei in 1720
schreef bij gelegenheid van de verkiezing van een nieuwe magister-generaal, blijkt dat er spanningen waren tussen de conventualen en de definitoren. Pas bij de vijfde ronde werd d'Audace gekozen. Hij werd een beminnelijke figuur genoemd, die ook door de bewoners van de stad als zodanig werd geprezen. De Kruisheren van Luik waardeerden hem om zijn moed en ondernemimgsgeest. Aan de kerk van Clairlieu, die slechts één zijbeuk met kapellen had, voegde hij een tweede zijbeuk toe terwijl hij ook een toren liet bouwen. Op 17 juni 1735 is hij overleden.
Het schilderij werd eind augustus 1956 door magister-generaal W. van Hees overgebracht naar het destijds te Amersfoort gevestigde generalaat; op 5 november 1984 kwam het terug in St. Agatha (dossier Elsen)
Documentatie:
Literatuur: R. Janssen osc, en P. Winkelmolen osc, "Repertorium Canonicorum Regularium Ordinis Sanctae Crucis 1248-1840" ( Maaseik 2002); "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 145; “Clairlieu”. Tijdschrift gewijd aan de geschiedenis van de Kruisheren, 18 (1960), p. 48, p. 55 (portret), p. 59 (wapen); Idem 17 (1959) p. 82 p. 61-62; C.R. Hermans, “Annales canonicorum regularium S. Augustini, Ordinis S. Crucis”, Deel I-III (Silvae-ducis 1858), 1858, I (2), p. 201, nr. 2
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Erfgoedstuk