Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Schilderij met afbeelding van de Genadestoel

Voorwerpencollectie

Als u op een afbeelding klikt, vind u meer informatie over het voorwerp. U kunt zoeken door: 

 

  • Het intypen van een woord in het zoekveld. U vindt dan resultaten als het woord letterlijk in de catalogus voorkomt.
  • Met behulp van de selectiefilters die onder het zoekveld staan (kloosterorganisatie, trefwoord).

 

 
 

Handig om te weten: als u beschrijvingen wilt zien in plaats van afbeeldingen, klik dan bij 'weergave' op: Tabelweergave. 

 

beacon
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0073 Schilderij met afbeelding van de Genadestoel
Toelichting:
Onder een stralenkrans waarin de Geestesduif zweeft, troont God de Vader, gekleed in priesterlijk gewaad en gekroond met een tiara. Hij kijkt met compassie naar het lichaam van de gestorven Christus, zijn Zoon. Engelen flankeren hen, enkele houden de mantel van God de Vader op, anderen ondersteunen Christus, weer anderen dragen de Arma Christi of zijn in aanbidding weergegeven. Het paneeltje werd geschilderd naar het voorbeeld van een houtsnede van Albrecht Dürer uit 1511.
Het woord ‘genadestoel’ stamt uit de bijbelvertaling van Luther en is van toepassing op de uitbeelding van de Drie-eenheid op deze wijze, waarop God zijn gestorven Zoon aan de beschouwer toont. De uitbeelding van de Drie-eenheid als drie afzonderlijke menselijke figuren, ontwikkelde zich uit het oudtestamentische verhaal van de drie mannen die Abraham bezochten, soms weergegeven als drie engelen aan zijn tafel. Zij konden de eucharistieviering verbeelden, het mysterium fidei. De kerk stond echter alleen de uitbeelding van de Drieenheid in drie personen toe op de wijze van de Genadestoel. In het klooster St. Agatha schilderde kruisheer Johannes van Deventer in zijn grote Graduale, die hij voltooide in 1529, de Genadestoel aan het begin van de gezangen van Drievuldigheidszondag. Het is niet onmogelijk dat hij zich daarbij liet inspireren door het hier getoonde paneeltje
Datering:
1550-1600
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Kopie naar Albrecht Dürer
Plaats vervaardiging:
Noordelijke Nederlanden
Materiaal/techniek:
Olieverf op paneel
Lengte in cm:
57
Breedte in cm:
40,5
Hoogte in cm:
Lijst 69,6 x 53,7 cm
Opmerkingen:
Kopie naar een houtsnede van Albrecht Dürer (Neurenberg 1471-1528) uit 1511. Aan de onderzijde van deze houtsnede (39,2 x 28,4 cm) zijn in tegenstelling tot dit paneel vier koppen aanwezig, blazende vanonder een wolkendek (de vier windstreken?). De Geestesduif is op het paneel in een cirkelvormige stralenkrans weergegeven, passend in de getoogde lijst; de prent van Dürer daarentegen is recht afgesneden.
Genoemde houtsnede uit 1511 vormt zowel wat betreft vorm als inhoud een hoogtepunt in het oeuvre van Dürer; deze kan worden beschouwd als de belangrijkste Duitse schilder en graficus (houtsnede, gravure) van de vroege renaissance.
In Rijksmuseum het Catharijneconvent bevindt zich eveneens een kopie van Dürers Genadestoel. Ze is afkomstig uit het Aartsbisschoppelijk Museum en is door een Utrechts meester vervaardigd in de zestiende eeuw (J.J.M. Timmers, Symboliek en Iconographie der Christelijke Kunst, Roermond/Maaseik 1947, afb.1). Ook hier ontbreken de blazende koppen. Evenals de houtsnede is dit schilderij aan de bovenzijde recht afgesneden.
Hermans vermeldt dat het paneel behoort tot de School van de Gebroeders van Eyck. Voorts veronderstelt hij, op grond van de vorm van het paneel, dat het ooit beschilderde zijluiken heeft gehad. Aanzetten voor zijluiken zijn niet aanwezig
Documentatie:
Literatuur: M. Beilmann-Schöner, Mieke M. van Zanten e.a., "In Cruce Salus. 800 Jahre Klosterleben. Das Kulturerbe der Kreuzherren in Westeuropa", tentoonstellingscatalogus (D/NL), Bentlage 2010, p. 303; "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 73; C.R. Hermans, “Annales canonicorum regularium S. Augustini, Ordinis S. Crucis”, Deel I-III (Silvae-ducis 1858) (2), p 203, nr. 21; ] F.G.L. van der Meer, “Kunstschatten uit Kempische abdijen”, tentoonstellingscatalogus Hilvarenbeek 1961, Raadhuis (Hilvarenbeek 1961), cat. nr. 19; "750 jaar Orde van het Heilig Kruis 1211-1961: pretiosa uit haar oude kloosters”, tentoonstellingscatalogus Amersfoort 1961, Museum Flehite, (Amersfoort 1961), cat. nr. 24 (ca.1520); “St. Agatha verwelkomt Gelre”, tentoonstellingscatalogus St. Agatha 1962 (St. Agatha 1962), nr. 28; “Uit Brabant's kerkelijke verzamelingen", tentoonstellingscatalogus ’s-Hertogenbosch 1963, Centraal Noord-Brabants Museum, ( 's-Hertogenbosch 1963), p.16, cat. nr. 24 (ca.1520); L.P.M.J. Heere, “600 jaar Sint Agatha”, tentoonstellingscatalogus Sint Agatha 1971, Gemeentehuis Cuyk (Sint Agatha 1971), cat. nr. 25 (midden XVI); J.C.T.M. van Laarhoven, “Kloosters in Brabant”, tentoonstellingscatalogus ’s-Hertogenbosch 1977, Noordbrabants Museum ( 's-Hertogenbosch 1977), p. 27 (afb.), p. 29, cat. nr. 27 (XVIb); Peter Strieder e.a., "Dürer" (Antwerpen 1982), p. 285, nr. 376, p. 284 (afb.)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Erfgoedstuk