Zoeken in collecties

Boetegesel, bestaande uit touwtjes met een handvat aan het ene uiteinde en acht stervormen van metaal aan het andere uiteinde.

Borduurwerk van de zusters. Drie doeken zijn vierkant van vorm en de andere drie langwerpig. Ze werden gebruikt als een zieke of stervende thuis de communie ontving. De vierkante doeken dienden om het tafeltje af te dekken dat bij het ziekbed stond, waarop een kruis, twee kaarsen en wijwater werden geplaatst. De langwerpige doeken werden bij een zieke over het laken gespreid bij het uitreiken van de communie. De doeken hebben verschillende afbeeldingen: geel-witte motieven waaronder een kelk met hostie, bloemen en kruistekens; rood borduurwerk in de vorm van kruisen, kelk met hostie en biddende engelen. Twee doeken zijn voorzien van een kanten sierrand
.

De ciborie werd gekocht t.g.v. het decreet van Pius X over de dagelijkse communie (1905). Het geld werd bijeengebracht door verschillende families van de zusters. In de voet afbeeldingen van de H. Bartholomeus, H. Pancratius, H. Christina, H. Theodorus, H. Vincentius a Paulo en H. Johannes Bergmans Inscriptie op de voet: "Familia sororum dono dedit occasione decreti de communione quotidiana". De cuppa toont het Laatste avondmaal en de inscriptie: "Panum nostrum quotidianum da nobis hodi - ego sum panis vivus, quide coelo descendi". Het sierdeksel is versierd met een toren. Tegen de zes bogen staan zes engelen met relieken in hun handen. Onder de boogspanne een tronende Maria met Kind. Daarboven in de toren Petrus en op de spits een kruis met corpus.

Gecalligrafeerde canonborden met de vaste gebedsteksten van de eucharistie. De teksten zijn voorzien van gekleurde florale en dierlijke sierranden. Er was een schrijffout in de tekst gemaakt, en daardoor mochten ze niet meer gebruikt worden.