DOC-MON Kloosters in Nederland
Vestigingsplaats: 's-Gravenzande
Datering:
1427 - 1572
Orde of congregatie:
Reguliere Kanunniken van Sint Augustinus
Naam van het klooster:
Bethanië
Patroonheilige:
Sint Maria Magdalena
Plaatsnaam:
's-Gravenzande
Provincie:
Zuid-Holland
Parochie:
's-Gravenzande
Destijds gewest:
Holland
Bisdom:
Utrecht
Stichting/eerste vermelding:
1427
Opheffing/laatste vermelding:
1572
Type:
Klooster, m
Geschiedenis:
Door de graven van Holland werd in de eerste helft van 13e eeuw in 's-Gravenzande een gasthuis gesticht om te dienen als logement voor zwervers. In 1427 droeg Philips van Bourgondië dit gasthuis over aan de regulieren van Sint Hieronymusdal te Delft. Dit echter onder de voorwaarde dat zij de acht beschikbare bedden van het gasthuis in stand zouden houden. Met goedkeuring van het stadbestuur stichtten zij buiten de bebouwde kom ten oosten van het gasthuis, dat ten noorden achter de kerk lag, een klooster met de naam Maria Magdalena in Bethanië. De Utrechtse bisschop Zweder van Culemborg verhief de inmiddels door een aantal broeders uit Sint Hieronymusdal gevormde gemeenschap tot convent van de orde van reguliere kanunniken van Sint. Augustinus. Jacoba van Beieren hechtte pas in 1433 haar goedkeuring aan de stichting van het klooster, dat zij onder haar bescherming nam. Het klooster grensde aan het begijnhof, dat de broeders tevergeefs onder hun bewind trachtten te brengen. Om ongewenste contacten tussen de begijnen en de broeders tegen te gaan werden er tal van maatregelen getroffen. Toen de broeders zIch in 1437 van de parochiekerk afscheidden, kregen ze van de pastoor het voorrecht om over een eigen kerk en kerkhof te beschikken. In 1444 schaarde het convent zich onder het Kapittel van Sion. Omstreeks 1460 verzochten de boeders aan Filips II om bij de Paus securalisatie te bewerkstelligen van hun convent, waarvan het aantal broeders vanaf het begin van de 16e eeuw sterk was teruggelopen. Dit verzoek werd echter afgewezen. Om te voorkomen dat Spaanse troepen er zich zouden verschansen, werden de kloostergebouwen in 1572 op last van Willem van Oranje gesloopt. De door de Staten geconfisqueerde bezittingen van het convent werden in 1580 aan de stad toegewezen met de verplichting om aan de overgebleven broeders alimentatie te betalen. Het gasthuis werd in 1806 afgebroken. Tot die tijd werd het onder het beheer van de Heilige Geestmeesters door de stad geëxploiteerd
Gebruikte literatuur:
Monasticon Batavum, Deel II, p. 75; E. Ypma, Proefschrift “Het Generaal Kapittel van Sion zijn oorsprong, ontwikkeling en inrichting” (Universiteit Nijmegen 1949), zie ook: http://repository.ubn.ru.nl/bitstream/handle/2066/107134/mmubn000001_07625660x.pdf?sequence=1 (22-07-2017), p. 40/41/49/96/114/118/119/120; Th. Van Straalen, ‘Het voormalige grafelijke hof en de oude pastorie van ’s-Gravenzande’ in “Bulletin van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond”, 68 (1969), nr 1; J.M. Sernée, S.W.A. Drossaers en W.G. Feith, “Inventaris van het archief van het klooster Maria Magdalena in Bethanië te ’s-Gravenzande” (Den Haag 1920) op Website Nationaal Archief, http://www.gahetna.nl/collectie/archief/pdf/NL-HaNA_3.18.16.ead.pdf (21-07-2017); Wil Bol, Scriptie “’s-Gravenzande Stagnatie in de stedelijke ontwikkeling in de Late Middeleeuwen” (Universiteit Leiden, 2012), p. 51-53
Gebruikte websites:
Website Wikipedia, https://nl.wikipedia.org/wiki/Klooster_Maria_Magdalena_in_Bethani%C3%AB (21-07-2017)
ENK Monasticon nummer:
ME-P041-021
VU Kloosterlijst nummer:
G31
Is onderdeel van:
laatste wijziging 15-08-2023
1 gedigitaliseerd