Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Voorwerpencollectie

Voorwerpencollectie

Als u op een afbeelding klikt, vind u meer informatie over het voorwerp. U kunt zoeken door: 

 

  • Het intypen van een woord in het zoekveld. U vindt dan resultaten als het woord letterlijk in de catalogus voorkomt.
  • Met behulp van de selectiefilters die onder het zoekveld staan (kloosterorganisatie, trefwoord).

 

 
 

Handig om te weten: als u beschrijvingen wilt zien in plaats van afbeeldingen, klik dan bij 'weergave' op: Tabelweergave. 

 

beacon
300  voorwerpen
gesorteerd op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-B021-061 Portret frater Silvester (J.W.M. van den Berg, 1907-2004)
Toelichting:
Frater Silvester is afgebeeld als leider jong-verkenners. Hij was jarenlang hoofdleider van de jong-verkenners van leerlingen en oud-leerlingen van de school voor moeilijk-lerende kinderen in Utrecht. Bij gelegenheid van zijn gouden kloosterfeest in 1979 is deze karikaturale afbeelding gemaakt.
Datering:
1979
Deelcollectie:
Fraters van Utrecht
Vervaardiger:
Frater Hilarius de Booy (1929-2020)
Plaats vervaardiging:
Utrecht
Materiaal/techniek:
Geschilderd: olieverf op paneel
Breedte in cm:
46
Hoogte in cm:
125
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-B021-063 Portret frater Theodoor (H.M. Derksen, 1913-1989)
Toelichting:
Het portret werd gemaakt voor zijn gouden kloosterfeest in 1982. Frater Theodoor was jarenlang leraar Nederlands op de Sint-Gregoriusscholengemeenschap en kenner van de middeleeuwse mystici.
Datering:
1982
Deelcollectie:
Fraters van Utrecht
Vervaardiger:
Frater Hilarius de Booy (1929-2020)
Plaats vervaardiging:
Utrecht
Materiaal/techniek:
Geschilderd: olieverf op paneel
Breedte in cm:
39
Hoogte in cm:
55
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-B021-086 Portret frater Vincentius (J. Brosschot, 1841-1927)
Toelichting:
Frater Vincentius is in 1874 ingetreden en later door de bisschop het land ingestuurd om geld in te zamelen voor het voortbestaan van de congregatie.
Datering:
z.j
Deelcollectie:
Fraters van Utrecht
Materiaal/techniek:
Geschilderd: olieverf op paneel en ingelijst
Breedte in cm:
46,5
Hoogte in cm:
53
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-B021-087 Portret frater Vincento (J.A.M. Cox, 1922-1997)
Toelichting:
Frater Vincento was archivaris, hij spaarde munten en postzegels. Geschilderd ter gelegenheid van zijn gouden kloosterfeest.
Datering:
1990
Deelcollectie:
Fraters van Utrecht
Vervaardiger:
Frater Hilarius de Booy (1929-2020)
Plaats vervaardiging:
Utrecht
Materiaal/techniek:
Geschilderd: aquarel- en acrylverf
Diameter in cm:
59,5
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-B021-072 Portret frater Wenceslaus (J.A.B. Wijn, 1923-1992)
Toelichting:
Frater Wenceslaus is afgebeeld in verkennertenue. Hij was jarenlang leider bij de Luchtverkennersgroep van frater M. Benitius (T.J.M. Rijntjes, 1916-2004). Gemaakt ter gelegenheid van zijn gouden kloosterfeest.
Datering:
1992
Deelcollectie:
Fraters van Utrecht
Vervaardiger:
Frater Hilarius de Booy (1929-2020)
Plaats vervaardiging:
Utrecht
Materiaal/techniek:
Tekening: potlood op papier
Breedte in cm:
52
Hoogte in cm:
65,5
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P039-017 Portret kardinaal Willem van Rossum cssr (1854-1932)
Toelichting:
Kniestuk. De kardinaal is afgebeeld gezeten in een armstoel, de toeschouwer aankijkend. Hij gaat gekleed in rochet, rode mantel en schoudermantel. Hij draagt een borstkruis; in zijn rechterhand een bonnet; zijn linkerhand rust op zijn knie. Het borstkruis is samen met andere voorwerpen zoals de kardinaalshoed, de bisschopsstaf, de bisschopsring en de kardinaalsring aanwezig in de collectie van Museum Catharijneconvent. Het schilderij hing in de zitkamer van het Nebo-klooster te Nijmegen.
Datering:
1923
Deelcollectie:
Redemptoristen
Vervaardiger:
E. Heilemann
Plaats vervaardiging:
Rome
Materiaal/techniek:
Olieverf op doek in goudgeverfde houten lijst
Lengte in cm:
123 (excl. lijst); 144 (incl. lijst)
Breedte in cm:
90 (excl. lijst); 111,5 (incl. lijst)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0143 Portret magister-generaal Augustinus Neerius (Nerius) osc
Toelichting:
Augustinus Neerius (Nerius), magister-generaal van 1619 tot 1648, ten halve, nagenoeg frontaal, de beschouwer aanziend. Grijze snor en ringbaard. Gekleed in ordegewaad met donkerrode mozetta, waarover een aan een rood-geel koord hangend borstkruis, in de viering waarvan een Kruisherenkruis. Op het hoofd een zwarte kalot. Zwart gelakte lijst met goudkleurige binnenrand en koperen plaatje waarop naam en ambtsperiode
Datering:
ca. 1640
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Olieverf op linnen
Lengte in cm:
77
Breedte in cm:
64
Opmerkingen:
Renerus Augustinus Neerius, geboren te Luik, waarschijnlijk in 1671 en geprofest te Hoei. Hij werd aanvankelijk naar Namen gezonden en daarna naar Doornik, waar hij in 1617 prior werd. Op 21 januari 1619 gekozen tot magister-generaal. Hij vervulde deze functie tot zijn dood, 6 januari 1648. In 1622 opende hij het reliekschrijn van Odilia, alsook de schrijnen van Imma en Ida, de zogenaamde zusters van Odilia, en plaatste relikwieën in twee met zilveren reliëfs versierde schrijnen op het altaar.
Neerius was de eerste magister-generaal, die begiftigd werd met het recht op de pontificalia. Dit gebeurde in 1630. Met dit feit hangt samen dat hij en de magisters-generaal na hem een eigen wapen voerden. Het wapen van Neerius: gevierendeeld, a en d hoofd met lauwerkrans, b en c gekroond hart. Zijn devies 'Cordetenus'.
Het Kruisherenklooster te Hannut is in het bezit van een schilderij van Sint Augustinus, dat oorspronkelijk aan het klooster Clairlieu heeft toebehoord. Op het voorplan van dit schilderij wordt Neerius afgebeeld op jonge leeftijd, knielend voor de figuur van deze kerkvader. In de hoek linksonder is zijn wapen geschilderd. Hier echter komen in b en c ook het Kruisherenkruis en drie nagels voor.
Op de gravure van het titelblad van het Chronicon van Russelius (1635) staat de kop van Neerius met hoge bonnet op
64-jarige leeftijd afgebeeld. Op het hier weergegeven wapen komen het Kruisherenkruis en de drie nagels niet voor. Dit is ook niet het geval op het glas-in-loodraam in de westelijke pandgang (zie inv.nr.72B).
Het schilderij werd eind augustus 1956 door magister-generaal W. van Hees overgebracht naar het destijds te Amersfoort gevestigde generalaat; op 5 november 1984 kwam het terug in St. Agatha (dossier Elsen)
Documentatie:
Literatuur: R. Janssen osc en P. Winkelmolen osc, "Repertorium Canonicorum Regularium Ordinis Sanctae Crucis 1840-1996", 2 dln, 1999; "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 143; C.R. Hermans, “Annales canonicorum regularium S. Augustini, Ordinis S. Crucis”, Deel I-III (Silvae-ducis 1858), I (2), p. 201, nr. 1.; L.P.M.J. Heere, “600 jaar Sint Agatha”, tentoonstellingscatalogus Sint Agatha 1971, Gemeentehuis Cuyk (Sint Agatha 1971), cat. nr. 58; “Clairlieu”. Tijdschrift gewijd aan de geschiedenis van de Kruisheren, 1 (1943) - heden, 17, (1959), p. 81-82, p. 93 (titelprent Russelius); Idem, 18 (1960) p. 39-41, p. 49 (wapen), p. 53 (portret); A. Ramaekers, 'Renerus Augustinus Neerius Magister Generaal van de Kruisheren, 1619-1648', in "Clairlieu". Tijdschrift gewijd aan de geschiedenis van de Kruisheren, 1, 42 (1984) p. 3-118, p. 52 (schilderij Augustinus met portret van Neerius), tegenover p. 64 (portret te St. Agatha)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag1530 Portret magister-generaal Glen Lewandowski OSC
Toelichting:
De magister-generaal zit in een leunstoel (VW-P017-We0037) voor de Zeeuwse kast (VW-P017-Ag0444). Hij is gekleed in het paars en draagt het borstkruis. Hij kijkt de beschouwer net niet aan. Links een glas-in-loodraam met daarin het gebrandschilderde wapen met wapenspreuk "Etiam profunda Dei"van Lewandowski, zoals dat in een van de glas-in-loodramen die in de pandgang is te vinden (VW-P017-Ag1433). De kast en het glas-in-loodraam verwijzen naar de generaalskamer van het klooster Sint Agatha. Wat door het raam te zien is, klopt niet met de werkelijkheid maar is een dichterlijke vrijheid. Op de vraag van de schilder wat de magister-generaal nog aan 'attributen' op het doek wilde, antwoordde hij: de bijbel en het moederhuis St. Agatha
Datering:
2008
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Gesigneerd aan onderzijde: "Br. Edgard Claes osc" [gevolgd door:] "Magister generaal Glen Lewandowski"
Plaats vervaardiging:
Kruisherenklooster te Denderleeuw
Materiaal/techniek:
Doek, olieverf
Breedte in cm:
100
Hoogte in cm:
120
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0773 Portret magister-generaal Graus osc
Toelichting:
De magister-generaal zit op een stoel met koperen nagels langs de rand. Hij houdt de handen op elkaar. Hij is gekleed in rode schoudermantel over het habijt; hij draagt het borstkruis
Datering:
1984
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Gerard Thijs, gesigneerd Gerard Thijs, 1984
Materiaal/techniek:
Olieverf op linnen
Lengte in cm:
83,3, incl. lijst
Breedte in cm:
64,4, incl. lijst
Documentatie:
Literatuur: R. Janssen osc en P. Winkelmolen osc, "Repertorium Canonicorum Regularium Ordinis Sanctae Crucis 1840-1996" (Maaseik 1999) (L. Graus)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0768 Portret magister-generaal H. Hollmann osc
Toelichting:
Borststuk. De draagt hier waarschijnlijk de cappa magna, waarover wel, volgens voorschriften, een witbonte schoudermantel werd gedragen. Hierover draagt hij het borstkruis
Datering:
1950-1975
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Linnen op multiplex, olieverf
Breedte in cm:
47, incl. lijst
Hoogte in cm:
57, incl. lijst
Opmerkingen:
Aan de voorzijde van de lijst zit het wapen van de magister-generaal. Aan de achterzijde van de lijst is een koperen plaatje bevestigd met de tekst: 1889 H. HOLLMANN 1899. De lijst komt overeen met de portretten inv. nrs. Ag/0766 en Ag/0767
Documentatie:
Literatuur: R. Janssen osc en P. Winkelmolen osc, "Repertorium Canonicorum Regularium Ordinis Sanctae Crucis 1840-1996" (Maaseik 1999) (H. Hollmann)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0151 Portret magister-generaal H. Hollmann osc
Toelichting:
Kniestuk van H. Hollmann, magister-generaal van 1899 tot 1927, staande aan tafel, driekwart naar rechts, de beschouwer aanziend. De rechterhand rust tegen de tafelrand, in de linkerhand een bonnet. Gekleed in ordegewaad met paarse mozetta waarover een borstkruis. Aan de ringvinger van de rechterhand een ring met een Kruisherenkruisje. Op de tafel een boek, op de rug waarvan "STATUA". Linksonder op het tafelkleed zijn wapen: gedeeld, a. Kruisherenkruis op zwart veld, b. burcht op rood veld. Wapen gedekt met mijter en staf, waarboven een hoed met tweemaal zes kwasten. Op een banderol zijn devies "IN CRUCE ROBUR". Van linksboven naar rechtsonder een bruine draperie. Wand van beschilderd goudleer met onder andere bloemmotieven en een vogel.
Zwart gelakte lijst met goudkleurige binnenrand en koperen plaatje waarop naam en ambtsperiode. R.o. gesigneerd en gedateerd "Fr. Grips f. / 1900"
Datering:
1900
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Frits Grips
Plaats vervaardiging:
Vught
Materiaal/techniek:
Olieverf op linnen
Lengte in cm:
124
Breedte in cm:
83
Hoogte in cm:
Lijst 136 x 95 cm
Opmerkingen:
Henricus M.F. Hollmann, geboren te Alkmaar 30 januari 1853 en overleden te St. Agatha 28 mei 1927, werd in 1871 te St. Agatha geprofest. Vier jaar later werd hij priester gewijd. Van 1881 tot 1918 was hij prior te St. Agatha. Tussen 1898 en 1902 was hij ook directeur van het college te Uden. In 1899 werd hij tot magister-generaal gekozen, hetgeen hij bleef tot zijn dood in 1927.
Frédéric Antoine Marie ('Frits') Grips, geboren te Schaerbeek (B.) 1869, overleden te Vught 1961. Zoon van Ch. J. Grips, vader van Ch.J.E.M., L.H.E.M. en P.H.A.M. Grips. Woonde en werkte tot 1881 in Schaerbeek, daarna in Vught. Schilderde en tekende aanvankelijk interieurs en stillevens, later meer landschappen en portretten. Was meer dan 25 jaar als docent verbonden aan de Vughtse Tekenschool.
In het klooster te Uden bevindt zich ook een portret van Hollmann, in 1913 geschilderd door bovenvermelde F. Grips. Hij is hier voorgesteld zittend in een stoel aan tafel, vergezeld van mijter en staf, terwijl ook zijn wapen erop is aangebracht
Documentatie:
Literatuur: R. Janssen osc en P. Winkelmolen osc, "Repertorium Canonicorum Regularium Ordinis Sanctae Crucis 1840-1996" ( Maaseik 2002); "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 151; J. Scheerder, 'Martinus Manders (1819-1899), eenenvijftigste generaal der orde van het H. Kruis', in "Clairlieu" 39 (1981) p. 29-72
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0105 Portret magister-generaal Henricus Hollmann
Toelichting:
Henricus Hollmann was magister-generaal van 1899-1927. Zijn bisschoppelijke waardigheid is af te lezen aan de blauwe schoudermantel over zijn habijt en het borstkruis, aan de mijter op de tafel, de kromstaf daar achter en aan zijn wapenschild op de binnenkant van de kastdeur. Op dit gedeelde wapenschild staat een kruisherenkruis op een bruin veld, en een geopende burcht op een rood veld; het schild is gedekt met mijter en staf, waarboven een hoed met tweemaal zes kwasten. Aan de onderzijde een tekstbanderol met het devies In Cruce Robur, 'In het Kruis is kracht'. Rechtsboven is een gedeelte van een geografische kaart zichtbaar met het middendeel van de Verenigde Staten.Deze verwijst naar een belangrijk punt in de ordegeschiedenis. Na een niet geslaagde poging van de Kruisheren zich in de jaren vijftig en zestig van de negentiende eeuw te vestigen in de Verenigde Staten, lukte dit wel in 1910 onder Hollmanns leiding
Datering:
1913
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Frits Grips
Plaats vervaardiging:
Vught
Materiaal/techniek:
Olieverf op doek
Lengte in cm:
128 x 93 [dagmaat]; 144 x 109 [lijst]
Opmerkingen:
Henricus M.F. Hollmann (Alkmaar 1853-St. Agatha 1927), in 1871 geprofest te St. Agatha, priester gewijd in 1875. Van 1881 tot 1918 was hij prior te St.Agatha. Directeur van het College te Uden van 1898 tot 1902. Vanaf 1899 tot aan zijn dood in 1927 was hij magister-generaal van de orde.
In zijn tijd (1910) hebben de Kruisheren opnieuw -en nu met succes- zich in de Verenigde Staten gevestigd. Zij gingen naar de staat Minnesota (middenboven in de kaart).
Fr. Grips, zie inv. nr. Ud/0104.
In het klooster St. Agatha bevindt zich een eveneens door Fr. Grips geschilderd portret van Hollmann uit 1900, waar hij staande wordt afgebeeld. Voorts is daar een gouache (of ingekleurde foto) van deze magister-generaal, nu als borststuk en waarschijnlijk op ongeveer dezelfde leeftijd - 60 jaa r- als het portret in Uden
Documentatie:
Literatuur: M. Beilmann-Schöner, M.M. van Zanten e.a., "In Cruce Salus. 800 Jahre Klosterleben. Das Kulturerbe der Kreuzherren in Westeuropa", tentoonstellingscatalogus (D/NL), Bentlage 2010, p. 336; "Inventarisatie-rapport Kruisherenklooster te Uden", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 105
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag2067 Portret magister-generaal Henricus Hollmann
Toelichting:
Kniestuk van Henricus Hollmann, magister-generaal van 1899 tot 1927
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Rechtsonder gesigneerd(?)
Materiaal/techniek:
Krijt op papier
Lengte in cm:
104 (excl. lijst); 123 (incl. lijst)
Breedte in cm:
74 (excl. lijst); 92 (incl. lijst)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag1774 Portret magister-generaal Henricus Hollmann
Toelichting:
Pastel, ingekleurde foto
Datering:
1910-1927
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Papier, pastel
Lengte in cm:
73
Breedte in cm:
67
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0102 Portret magister-generaal Henricus van den Wijmelenberg
Toelichting:
Henricus van den Wijmelenberg, magister-generaal (1853-1881). Kniestuk. In ordegewaad met mozetta en borstkruis, zittend in een stoel met gecanneleerde poten en gesneden rozetten. In de linkerhand een bonnet, aan de ringvinger van de rechterhand een ring met stenen, op het hoofd een kalot. Blik gericht op de beschouwer. Achter hem een tafel met rood kleed, waarop een gezegelde akte (oorkonde?). Hierop twee boekdelen. Op de rug van het bovenste staat de titel "ANNALES / ORDINIS / TOM [..]". Een derde boek, getiteld "REGULA / ET / CONSTITUTIONES" ligt geopend op deze beide, ervoor een (zegel?)doosje. Linksboven een draperie waarachter zichtbaar een geornamenteerde staf met in de krul een beeldje, voorzien van staf en mijter. Rechts ervan, tegen de achterwand het wapenschild van de geportretteerde: opkomende zon boven horizon met ordekruis erboven. Gedekt met hoed met tweemaal zes kwasten, mijter en staf. Eronder een tekstbanderol met het devies "IGNEUS HINC VIGOR". Op de achtergrond classicistische architectuur.
Zwart gelakte lijst met hol gewelfde binnen- en geprofileerde buitenrand, goudkleurig binnenlijstje
Datering:
ca.1870
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
C.J. Grips
Plaats vervaardiging:
Vught
Materiaal/techniek:
olieverf op doek
Lengte in cm:
dagmaat 129 x 98 cm, lijst 144,3 x 113
Opmerkingen:
Charles Jozef Grips (Grave 1825-Vught 1920) werkte in Grave en Oss, van 1874 tot 1879 te Brussel, tot 1881 te Schaerbeek (B) en daarna te Vught. Leerling van de Akademie voor Beeldende Kunst te Antwerpen en van J.H. Grootvelt. Schilderde, tekende en lithografeerde genre- en figuurstukken, vooral keukeninterieurs. Hij vervaardigde ook een aantal portretten. Vader en leermeester van F.A.M. Grips en E.M. Grips.In het klooster St. Agatha bevindt zich een nagenoeg identiek, uit 1855 daterend portret, eveneens vervaardigd door C.J. Grips. Van de Wijmelenberg wordt er voorgesteld op 55-jarige leeftijd. Van den Wijmelenberg heeft C.R. Hermans gevraagd de geschiedenis van de herleefde orde te reconstrueren, hetgeen resulteerde in een boekwerk van drie delen, uitgegeven in 1858. Op het hier beschreven portret zijn, evenals op dat te St. Agatha, twee delen afgebeeld. Dat er op het laatst genoemde portret slechts twee delen staan is begrijpelijk aangezien het schilderij werd vervaardigd vóór het werk van Hermans verscheen. Dat op het hier beschreven portret eveneens slechts twee delen voorkomen is ook te verklaren aangezien het een nagenoeg exacte kopie is van het andere
Documentatie:
Literatuur:"Inventarisatie-rapport Kruisherenklooster te Uden", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 102
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0149 Portret magister-generaal Henricus van den Wijmelenberg osc
Toelichting:
Henricus van den Wijmelenberg was magister-generaal van 1853 tot 1881 en prior van klooster St. Agatha. Over zijn paarse schoudermantel hangt het borstkruis, aan de ringvinger van de rechterhand draagt hij de ring die enkele van zijn voorgangers ook droegen. Het zijn de waardigheidstekenen die bij zijn functie hoorden, evenals de mijter en de kromstaf. Op een tafeltje naast de geportretteerde verwijzen twee boeken naar zijn opdracht aan de streekhistoricus C.R. Hermans tot het schrijven van de geschiedenis van de herleefde orde aan de hand van documenten en archiefstukken. Dit resulteerde in 1855 in een boekwerk van drie delen. Hier zijn twee delen afgebeeld, hetgeen kan worden toegeschreven aan het feit dat het schilderij werd vervaardigd vóór het werk van Hermans was gepubliceerd. Bovenop deze boeken ligt de Regel van Augustinus, volgens welke de kruisheren leven. Als een fundament onder dit stapeltje boeken zocht deze pausgezinde magister-generaal in het archief van zijn klooster de enige door een paus zelf gezegelde oorkonde voor de kruisheren op. De inhoud beviel hem ook goed, Paus Paulus II roept daarin op de privileges voor de Orde van het Heilig Kruis na te leven (1495). Ter linkerzijde van de nis met het beeld van Christus aan de geselkolom is het wapen van de geportretteerde te zien: een opkomende zon met daarboven het Kruisherenkruis. Aan de onderzijde is zijn devies te lezen op een banderol Igneus Hinc Vigor, ‘van nu af aan een vurige kracht’. In de Franse periode waren alle kruisherenkloosters opgeheven, op die in Uden en St. Agatha na. In 1838 waren er nog slechts vijf kruisheren, omdat het verbod novicen aan te nemen al sinds 1812 van kracht was. Nadat koning Willem II na zijn troonsbestijging in 1840 de kloosters toestond nieuwe leden aan te nemen, kreeg de geportretteerde de leiding en bracht een nieuwe bloei tot stand. Van den Wijmelenberg wordt algemeen beschouwd als de tweede stichter van de Kruisherenorde
Datering:
1855
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
C.J. Grips, Vught
Materiaal/techniek:
Olieverf op linnen
Lengte in cm:
127,5
Breedte in cm:
97
Opmerkingen:
Henricus van den Wijmelenberg, geboren te Uden 21 november 1800 en overleden te St. Agatha 25 maart 1881. Priester gewijd in Mechelen in 1823. Van 1826 en 1840 was hij conrector van de Latijnse School te Gemert. Trad in bij de Kruisheren te Uden in 1840. Een jaar later werd hij benoemd tot commissaris generaal. In 1844 gingen leden van de orde weer naar België waar te Diest een klooster werd gesticht. Elf jaar later herrees het klooster te Maaseik. Van 1853 tot aan zijn dood in 1881 was Van den Wijmelenberg magister-generaal, de drieëndertigste in opvolging sinds de reformatie van de orde en de eerste na het herstel ervan in 1840. Vanaf 1855 fungeerde hij ook als prior van St. Agatha. Hij wordt algemeen beschouwd als de tweede stichter van de Kruisherenorde.
Op 24 november 1855 werd aan de schilder C.J. Grips voor het hier beschreven schilderij, waaraan hij dertig dagen werkte, een bedrag van ƒ 100,- overgemaakt (dossier Elsen).
Voor C.J. Grips, zie onder inv.nr.148.
Van den Wijmelenberg heeft C.R. Hermans gevraagd de geschiedenis van de herleefde orde te reconstrueren, hetgeen resulteerde in een boekwerk van drie delen, uitgegeven in 1855. Op het hier beschreven portret zijn twee delen afgebeeld. Dat er slechts twee delen op zijn weergegeven kan worden toegeschreven aan het feit dat het schilderij werd vervaardigd vóór het werk van Hermans was gepubliceerd.
In het klooster te Uden bevindt zich een nagenoeg identiek portret van Van den Wijmelenberg eveneens geschilderd door C.J. Grips, maar daterend uit ca.1870
- Voorts bevindt zich in het Udense klooster van de hand van ene J. Maker (?) een portret van Van den Wijmelenberg uit 1851 toen hij nog commisaris generaal was
Documentatie:
Literatuur: M. Beilmann-Schöner, M. M. van Zanten e.a., "In Cruce Salus. 800 Jahre Klosterleben. Das Kulturerbe der Kreuzherren in Westeuropa", tentoonstellingscatalogus (D/NL), Bentlage 2010, p. 336; R. Janssen osc en P. Winkelmolen osc, "Repertorium Canonicorum Regularium Ordinis Sanctae Crucis 1248-1840" ( Maaseik 2002); "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 149; C.R. Hermans, “Annales canonicorum regularium S. Augustini, Ordinis S. Crucis”, Deel I-III (Silvae-ducis 1858), I (2), p. 202, nr. 6, p. 206; L.H.C Schutjes, “Geschiedenis van het Bisdom ’s Hertogenbosch”, Vijfde Deel (St. Michielsgestel 1876), p. 762 en 764; L.P.M.J. Heere, “600 jaar Sint Agatha”, tentoonstellingscatalogus Sint Agatha 1971, Gemeentehuis Cuyk (Sint Agatha 1971), nr. 13; J. Scheerder osc, “Henricus van den Wijmelenberg: een religieus emancipator in Oost-Brabant 1800-1881” (Tilburg 1976), tegenover p.100 (portret); L.P.M.J. Heere, “600 jaar Sint Agatha”, tentoonstellingscatalogus Sint Agatha 1971, Gemeentehuis Cuyk (Sint Agatha 1971), p. 23 (detail portret), p. 38, cat. nr. 25 (gedateerd: 1854)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0096 Portret magister-generaal Jacobus Dubois
Toelichting:
Jacobus G.J. Dubois, magister-generaal (1778-1796). Nagenoeg ten voeten uit, in ordegewaad met rochet en kalot, gezeten in een met rood fluweel beklede, en met acanthusblad en rozetten versierde Lodewijk XV-stoel, driekwart naar links, de beschouwer aanziend. Hij schrijft met een ganzenveer op een blad dat ligt op een tafellezenaar ("de huy / Re¬verendo ab dignissima (?) / domino directori monasterii (?) / expa[...}"), de linkerarm rust op de armlegger van de stoel. Links van de lezenaar een inktstel. Op een van de tafelrand afhangend papier de tekst "electus 17 â februarii / 1778 / ætatis: 47 / professus Leodii 2 â julii / 1752 et prior in Colen / per 15 annos". Aan de bovenzijde een zware, rode draperie; links een doorkijk naar een classicistisch interieur met een zuil op zwaar basement en op de achtergrond ervan rondboogramen met doorkijk naar een tuin. Boven de rondboog van de doorgang het ovale wapenschild van de geportretteerde: drie bomen op een grondje. Schild gedekt met mijter en staf, waarboven een hoed met twee-maal zes kwasten. Aan de onderzijde in trapezoïdevormig cartouche (een deel van) zijn devies "CANDI / DE".
Zwart gelakte lijst met goudkleurige binnen- en buitenrand. In de hoeken gesneden bladranken, in het midden waaiervormige bladvoluten met blanco medaillon. Op de onderrand een metalen plaatje met de naam en de regeerperiode
Datering:
ca. 1780 (of kopie naar Aubée en van later datum ?)
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Gesigneerd op papier middenlinks op tafel (gedeeltelijk achter de lijst) "[...]m.aubée / fecit"
Materiaal/techniek:
Olieverf op doek
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Kruisherenklooster te Uden", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 96; Hermans 1858, I (2), p. 158-168, p. 202, p. 208 (vermelding portret te Uden); Schutjes 1873, p. 426; Voorloopige lijst 1931, p. 336 (drie priorenportretten uit XVIII; een van deze is mogelijk hiermee te identificeren); Emile Fontaine O.S.Cr., 'Mgr. Jacques Dubois' in Clairlieu 4-5 (1946-1947) p. 1-221; L. Heere o.s.c., 'Hoogwaardig Heer Jacques Dubois', in: Clairlieu 7 (1949) p. 3-13; Clairlieu 17 (1959) p. 83; Clairlieu 18 (1960) p. 66-70, p. 58 (afb. portret te Luik)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0146 Portret magister-generaal Joannes Reynders osc
Toelichting:
Joannes Reynders, magister-generaal van 1735 tot 1741, ten halve, met licht naar rechts gewend hoofd, de beschouwer aanziend. Gekleed in zwarte mozetta met rode knoopjes, knoopsgaten en biezen, waarover een aan een rood en geel koord gehangen borstkruis met Kruisherenkruis in de viering. Kalot op het hoofd. Rechtsboven zijn wapen: drie groene korenaren in grondkleurige aardbodem op blauwgroen veld. Wapen gedekt met mijter en staf, waarboven een hoed met tweemaal zes kwasten. Zwart gelakte lijst met goudkleurige binnenrand en koperen plaatje waarop naam en ambtsperiode. Rechtsonder gesigneerd in rood J. Otjen
Datering:
1800-1850 (?)
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
J. Otjen; kopie naar een 18de-eeuws portret
Materiaal/techniek:
Olieverf op linnen, op board
Lengte in cm:
84,5
Breedte in cm:
62
Opmerkingen:
Johannes Reynders (Reiners) werd op 24 mei 1692 te Maaseik geboren, legde zijn geloften af te Roermond en behaalde het licentiaat theologie te Leuven. Hij doceerde meerdere jaren filosofie en theologie te Roermond en vanaf 1718 te Hoei. Van 1727 tot 1735 was hij prior te Wegberg, maar behield de leiding over de theologiestudie te Hoei. Op 19 juli 1735 werd hij unaniem gekozen tot magister-generaal. Hij bevorderde de theologiestudie in de verschillende kloosters van de orde. Na een ziekte van acht maanden stierf hij op 1 november 1741 als vijftigjarige te Maastricht. Hij werd te Hoei begraven.
Het hier beschreven portret is een kopie van een achttiende eeuws schilderij uit het Kruisherenklooster te Maaseik. Gezien het feit dat Hermans het vermeldt in zijn werk van 1858 moet het vóór dat jaar zijn vervaardigd. De kop lijkt een latere overschildering. Over de schilder J. Otjen (Clairlieu 17 (1959) p.82: J. Otjens) zijn geen gegevens vermeld in de beschikbare literatuur.
Ook in het voormalige Kruisherenklooster te Wegberg bevindt zich een op doek geschilderd portret van Reynders waarop eveneens zijn wapen voorkomt.
Het wapen van Reynders komt overeen met zijn familiewapen. Het is ook afgebeeld op de gedenksteen van zijn ouders, welke is ingemetseld in de vroegere Capucijnenkerk te Maaseik. Voorts is het gegraveerd op de Theologische Thesen van 1735. Eveneens komt het voor op de achttiende eeuwse gravure van R. Le Loup van het klooster Clairlieu te Hoei, waarvan E. Fontaine osc een tweetal tekeningen vervaardigde welke zich in de Kruisherenkloosters te Amersfoort en te Uden bevinden. Zijn devies luidde 'Crescit ut alat', hetgeen overigens niet is weergegeven op het hier beschreven schilderij.
Het portret werd eind augustus 1956 door magister-generaal W. van Hees overgebracht naar het destijds te Amersfoort gevestigde generalaat; op 5 november 1984 is het teruggegaan naar St. Agatha (dossier Elsen)
Documentatie:
Literatuur: R. Janssen osc en P. Winkelmolen osc, "Repertorium Canonicorum Regularium Ordinis Sanctae Crucis 1248-1840" ( Maaseik 2002); "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 146; “Clairlieu”. Tijdschrift gewijd aan de geschiedenis van de Kruisheren, 18 (1960), p. 56 (portret), p. 60 (wapen), p. 62-63; Idem, 17 (1959), p. 82-83; C.R. Hermans, “Annales canonicorum regularium S. Augustini, Ordinis S. Crucis”, Deel I-III (Silvae-ducis 1858), I (2), p. 124 e.v., p. 140, p. 201, nr. 3; III, p. 445-453; N.N.B.W. 1974, 1, 1432
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0144 Portret magister-generaal Johannes Georgius Hachten osc
Toelichting:
Johannes Georgius Hachten, magister-generaal van 1677 tot 1678. Kniestuk, staande aan tafel, driekwart naar links, de beschouwer aanziend. De rechterhand rust op een schedel, die ligt op een tafel met rood kleed. In de linkerhand een kerkboek, de wijsvinger tussen de pagina's. Hij is gekleed in ordegewaad met zwarte kovel, nog niet als magister-generaal. Hij heeft een duidelijk zichtbare tonsuur (corona). Rechtsboven zijn wapenschild in een acanthuscartouche met cherub aan de bovenzijde: rode balk op zilveren veld, in het schildhoofd drie weerhaken. Voorts op de tafel een staand crucifix op hoog, met schildpad belijmd voetstuk, kruistekst in cartouche en schedel met gekruiste beenderen aan de voet van het kruis. Zwart gelakte lijst met goudkleurige binnenrand en koperen plaatje waarop naam en ambtsperiode. R.b. onder het wapen "Ætatis suae 42" en gedateerd "Aº 1667"
Datering:
1667 (1677?)
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Ongesigneerd
Materiaal/techniek:
Olieverf op linnen
Lengte in cm:
87,5
Breedte in cm:
68
Hoogte in cm:
Lijst 102 x 82 cm
Opmerkingen:
Johannes Georgius Hachten werd waarschijnlijk omstreeks 1635 geboren te Gelder. Zijn geloften legde hij af in Roermond. Achtereenvolgens was hij professor in de filosofie en theologie te Namen en te Hoei. In 1677 werd hij gekozen tot magister-generaal. Reeds in de veertiende maand van zijn ambtsperiode stierf hij 21 oktober 1678 op de terugweg van een visitatie te Namen, vierenveertig jaar oud.
Het portret is volgens de erop aangebrachte datering vervaardigd in 1667 en vermeldt dat hij dan tweeënveertig jaar oud is. Klaarblijkelijk is dit een vergissing van de schilder, aangezien Hachten zoals hierboven reeds is aangegeven, in 1678 op vierenveertig jarige leeftijd is gestorven. Het schilderij zal kort na zijn verkiezing in 1677 zijn vervaardigd. Mogelijk verklaart dit het feit dat hij nog niet als magister-generaal is gekleed.
Opmerkelijk is dat Hermans (1858) dit portret, in tegenstelling tot dat van de andere magisters-generaal, niet vermeldt.
Het schilderij werd eind augustus 1956 door magister-generaal W. van Hees overgebracht naar het destijds te Amersfoort gevestigde generalaat. Het hing vóór die tijd in de grote gastenkamer van St. Agatha. Op 5 november 1984 is het naar dit klooster teruggegaan (dossier Elsen)
Documentatie:
Literatuur: R. Janssen osc en P. Winkelmolen osc, "Repertorium Canonicorum Regularium Ordinis Sanctae Crucis 1248-1840" ( Maaseik 2002); "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 144; “Clairlieu”. Tijdschrift gewijd aan de geschiedenis van de Kruisheren, 17 (1959) p. 83; Idem, 18 (1960) p. 60 (wapen), p. 66-70; Emile Fontaine O.S.Cr., 'Mgr. Jacques Dubois' in "Clairlieu". Tijdschrift gewijd aan de geschiedenis van de Kruisheren 4-5 (1946-1947), p. 1-221; L. Heere osc, 'Hoogwaardig Heer Jacques Dubois', in "Clairlieu" Tijdschrift gewijd aan de geschiedenis van de Kruisheren, 7 (1949) p. 3-13; C.R. Hermans, “Annales canonicorum regularium S. Augustini, Ordinis S. Crucis”, Deel I-III (Silvae-ducis 1858), I (2), p. 202, nr. 5
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag2004 Portret magister-generaal Lambertus Engelbertus (de) Fisen osc
Toelichting:
Ovaal schilderij op doek met portret van Lambertus Engelbertus (de) Fisen, magister-generaal van 1741 tot 1778, ten halve, licht naar links gewend, de beschouwer aanziend. Hij draagt een blauwe mozetta met rode strepen op de mouwen en rode knopen. Om zijn nek hangt een kruis. Op de achtergrond hangt een rood gordijn. Grijswit krullend haar (pruik?) en kalot.
Achtergronden:
Kopie van Ag-0147
Datering:
ca. 1775
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Ongesigneerd
Materiaal/techniek:
Olieverf op linnen
Lengte in cm:
90
Breedte in cm:
79
Opmerkingen:
Lambertus Engelbertus (de) Fisen werd geboren te Luik in 1697, trad in te Hoei, studeerde te Leuven en was sinds oktober 1728 lector in zijn klooster. Op 4 december 1741 werd hij tot magister-generaal gekozen. Zijn generalaat is niet zonder onenigheden geweest. In de jaren vijftig en zestig gingen deze over de vraag om de hoeveel jaren een generaal kapittel moest worden gehouden, in de jaren zestig over de inhoud van de opnieuw uitgegeven statuten. Op 8 juni 1765 gaf hij aan Rudolf Lefahrt (zie inv.nr.167), die enige jaren tevoren tot prior van Glindfeld was gekozen en door de nuntius was benoemd tot protonotarius apostolicus, verlof om binnen zijn dekanaat Medebach borstkruis en ring te dragen. In St. Agatha heeft hij een conflict helpen oplossen doordat hij in 1758 aan J. Coebergh, de toenmalige prior van dit klooster (zie inv.nr.161) vroeg zich terug te trekken aangezien de prins van Oranje de verhuur van het huis aan deze prior niet langer wilde toestaan. Op 4 januari 1787 stierf hij op de leeftijd van 81 jaar.
In het klooster en de kerk te Hoei hingen negentien schilderijen van de vader van de generaal, Engelbert (de) Fisen.
In het klooster te Uden bevindt zich ook een portret van De Fisen. Hier wordt hij afgebeeld nagenoeg ten voeten uit, zittend bij een tafel. Ook zijn mijter en kromstaf hier toegevoegd, terwijl onder het wapenschild zijn devies 'In cruce fortis' is aangebracht.
Een veel hierop gelijkend portret behoort tot de collectie van M. le Baron van Zuylen in het kasteel Ahin te Ben-Ahin (prov. Luik).
Het portret te St. Agatha werd eind augustus 1956 door magister-generaal W. van Hees overgebracht naar het destijds te Amersfoort gevestigde generalaat; op 5 november 1984 kwam het terug in St. Agatha (dossier Elsen)
Documentatie:
CRKC.0177.0157
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0095 Portret magister-generaal Lambertus Engelbertus de Fisen
Toelichting:
Lambertus Engelbertus de Fisen, magister-generaal (1741-1778). Getoogd schilderij. Nagenoeg ten voeten uit, in ordegewaad met rochet, rijk geornamenteerd borstkruis en pruik, gezeten,
driekwart naar links, in een stoel met gebogen kap en bekleed met rood fluweel met ingeschoren bloemmotieven en afgezet met goudgalon. De blik gericht op de beschouwer. De rechterhand rust op een staand boek op de tafel rechts van hem, de linkerhand op de van rijk snijwerk voorziene armlegger. Op de tafel voorts een wit gekleurde doek met geelrode franje en een met edelstenen versierde mijter. Daarachter een kromstaf. Aan de achterzijde, links van een zuil met zwaar basement, in ovaal rocailleschild het wapen van de geportretteerde: donker kruis, vergezeld rechtsboven van een eikentakje met twee bladeren en een eikel, op wit veld. Schild gedekt met slechts mijter en staf. Aan de onderzijde een tekstbanderol met het devies "IN CRUCE FORTIS". Aan de bovenzijde een zware, bruinrose, naar rechts opgehoude draperie. Zwart gelakte lijst met goudkleurige binnenrand. Op de onderrand een koperen plaatje met de naam en de regeerperiode
Datering:
ca. 1760
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Onbekend
Plaats vervaardiging:
Zuidelijke Nederlanden
Materiaal/techniek:
Olieverf op doek
Lengte in cm:
152,5
Breedte in cm:
152,5
Opmerkingen:
Lambertus Engelbertus de Fisen (Luik 1697-Hoei 1778) werd geprofest te Hoei, maakte studies in Leuven en was vanaf 1728 lector te Hoei. In 1741 werd hij gekozen tot magister-generaal, de eenendertigste in opvolging sinds de reformatie van de orde. Onder zijn bewind werden in 1765 vernieuwde statuten uitgevaardigd. Na een generalaat van 37 jaren overleed hij als 81-jarige op 4 januari 1778. In het klooster en de kerk van Hoei hingen destijds negentien schilderijen van de Luikse schilder Engelbert Fisen, vader van de generaal. Een veel gelijkend portret van L. de Fisen bevindt zich in de collectie van M. le Baron Van Zuylen in het kasteel Ahin te Ben-Ahin (prov. Luik). Ook hier is hij afgebeeld in ordegewaad met rochet en fraai geornamenteerd borstkruis, geze¬ten in een rijk gesneden stoel aan een tafel. Hier echter driekwart naar rechts. In de linkerhand een blad papier. In het klooster St. Agatha bevindt zich nog een portret van L. de Fisen, hier afgebeeld ten halve, de rechterhand op een boek, de linkerhand niet zichtbaar. Dit schilderij is van een mindere kwaliteit dan de hierboven vermelde exemplaren. Het Kruisherenklooster te Diest is eveneens in het bezit van een op doek geschilderd portret van deze magister-generaal
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Kruisherenklooster te Uden", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 95; Hermans 1858, I (2), p. 132 e.v. (De Fisen), p. 208 (vermelding portret); Clair-Lieu 8 (1950) afb. portret te Ahin t.o. pag. 8; Clairlieu 17 (1959) p. 83; Clairlieu 18 (1960) p. 63-66 (De Fisen), p.57 (afbeelding portret te St. Agatha), p. 60 (wapen)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag2078 Portret magister-generaal Lambertus Graus osc
Toelichting:
Lambertus Graus, magister-generaal van de Orde van het H. Kruis van 1946 tot 1981, is zittend afgebeeld. Op de achtergrond een glas-in-loodraam met daarin zijn wapen zoals dat is aangebracht in de zuidelijke pandgang van het klooster Sint Agatha. Buiten het raam de kerk San Giorgio al Velabro te Rome met daarachter het kruisherenklooster. Tijdens het bestuur van Graus werd het generalaat van de kruisheren verplaatst naar Rome (1980). Graus is afgebeeld met de regel en constituties van de Orde op zijn schoot. Hij was de eerste magister-generaal die, na een herziening van de constituties, niet meer voor het leven werd gekozen, maar voor een bestuursperiode
Datering:
2013
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Gesigneerd linksonder: "Br. Edgard Claes osc"
Plaats vervaardiging:
Sint Agatha
Materiaal/techniek:
Olieverf op doek
Opmerkingen:
Bij het aftreden mocht hij zijn generaalsring behouden. Deze ligt op de tafel: hij droeg hem soms wel, soms niet, en was hem regelmatig kwijt
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0770 Portret magister-generaal Lambertus Graus osc
Toelichting:
De magister-generaal is gekleed in het paars, een schoudermantel met daarop gedragen het borstkruis
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Linnen, olieverf
Lengte in cm:
50,3
Breedte in cm:
40,2
Documentatie:
Literatuur: R. Janssen osc en P. Winkelmolen osc, "Repertorium Canonicorum Regularium Ordinis Sanctae Crucis 1840-1996" (Maaseik 1999) (L. Graus)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0104 Portret magister-generaal Martinus Manders
Toelichting:
Martinus Manders, magister-generaal (1889-1899). Borststuk in stenen of houten ovaal medaillon, driekwart naar rechts. In ordegewaad met mozetta en borstkruis; op het hoofd een bonnet. Medaillon geplaatst binnen een architecturale omlijsting, rustend op het blad van een wandtafel of schouw. Hierop een schaal met glazen inktpot waarin en pen, twee gesloten boeken (op de rug van het onderste "BRöDER") en een staand crucifix met zwart houten kruis op bol, waaronder een cilindrische voet. Onder de schaal en de boeken twee vellen papier. Aan de bovenzijde een draperie, die rechts door een koord wordt opgenomen. Linksonder gesigneerd en gedateerd "F. GRIPS / 1899"
Datering:
1899
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
F. Grips
Plaats vervaardiging:
Vught
Materiaal/techniek:
Olieverf op doek
Lengte in cm:
Dagmaat 113 x 85, lijst 129 x 102
Opmerkingen:
Martinus Manders (Uden 1819-1899), in 1844 ingetreden in de orde van de Kruisheren en twee jaar later priester gewijd. Van 1846 tot 1879 leraar aan de Latijnse School. Vanaf 1886 leraar aan het toen gestichte College. Prior te Uden en als zodanig ook directeur van het College (1889 - januari 1898) en magister-generaal van de Orde vanaf 1889 tot aan zijn dood op 29 februari 1899.
Frédéric Antoine Marie ('Frits') Grips (Schaerbeek (B) 1869 - Vught 1961), zoon van de schilder Ch.J. Grips en vader van Ch.J.E.M., L.H.E.M. en P.H.A.M. Grips. Woonde en werkte tot 1881 in Schaerbeek, daarna te Vught. Schilderde en tekende aanvankelijk interieurs en stillevens, later meer landschappen en portretten. Was ruim vijfentwintig jaar als docent verbonden aan de Vughtse Tekenschool.
In het klooster St. Agatha bevindt zich ook een geschilderd portret van M. Manders, weergegeven ten halve, zittend in een stoel. Het schilderij is niet gesigneerd, noch gedateerd. Opvallend is dat het portret te Uden, dat in het jaar van zijn overlijden is geschilderd, hem jeugdiger voorstelt dan het portret te St. Agatha dat eerder tot stand moet zijn gekomen
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Kruisherenklooster te Uden", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 104
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0767 Portret magister-generaal Martinus Manders osc
Datering:
1950-1975
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Linnen op multiplex, olieverf
Lengte in cm:
57
Breedte in cm:
47
Opmerkingen:
Martinus Manders was magister-generaal van 1889-1899. Hij ligt begraven op het kloosterkerkhof van St. Agatha. Het schilderij is geschilderd naar een foto. Deze foto is aanwezig in het foto-archief te St. Agatha. Aan de voorzijde van de lijst zit het wapen van de MG. Aan de achterzijde van de lijst is een koperen plaatje bevestigd met de tekst: 1889 M. MANDERS 1899
Documentatie:
Literatuur: R. Janssen osc en P. Winkelmolen osc, "Repertorium Canonicorum Regularium Ordinis Sanctae Crucis 1840-1996" (Maaseik 1999) (Martinus Manders)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden