Zoeken in collecties

Uw zoekacties: Voorwerpencollectie

Voorwerpencollectie

Als u op een afbeelding klikt, vind u meer informatie over het voorwerp. U kunt zoeken door: 

 

  • Het intypen van een woord in het zoekveld. U vindt dan resultaten als het woord letterlijk in de catalogus voorkomt.
  • Met behulp van de selectiefilters die onder het zoekveld staan (kloosterorganisatie, trefwoord).

 

 
 

Handig om te weten: als u beschrijvingen wilt zien in plaats van afbeeldingen, klik dan bij 'weergave' op: Tabelweergave. 

 

beacon
87  voorwerpen
gesorteerd op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0234 Lunuladoos
Toelichting:
Merken: op buitenzijde dekselrand: C.V.G. boven 79, in vierkant op binnenkant bodem: (= meesterteken Chr. van Gemert te 's-Hertogenbosch, 1854-1897); D (gotische kapitaalletter) (= jaarletter 1888); lopende leeuw + 2 (= tweede gehalteteken); op binnenkant deksel: Minervakopje met afgesleten (= stempel waarborgkantoor ('s-Hertogenbosch) letter [K]; op kruisje: zwaardje (= gehalteteken kleine voorwerpen)
Datering:
1888
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Chr. van Gemert
Plaats vervaardiging:
's-Hertogenbosch
Materiaal/techniek:
Zilver
Breedte in cm:
13,3
Hoogte in cm:
7,4
Opmerkingen:
Op de foto is de lunula te zien die beschreven is onder nummer Ag0238
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 234
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P001-016 Monstrans
Toelichting:
De monstrans is door de lezers van het blad 'Assumptie' aangeboden aan de paters Assumptionsiten bij gelegenheid van de inwijding van de nieuwe kloosterkapel in Boxtel op 28 november 1959. Bij de monstrans hoorde een expositietroon die niet bewaard is gebleven.
Datering:
1959
Deelcollectie:
Assumptionisten
Vervaardiger:
J. v.d. Biggelaar naar ontwerp van Jos van Heeswijk
Plaats vervaardiging:
Tilburg
Materiaal/techniek:
Verguld zilver versierd met emaille in verschillende kleuren en ivoor(?)
Lengte in cm:
65
Diameter in cm:
21 (voet)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z152-010 Monstrans
Toelichting:
Stralenmonstrans gemaakt voor het klooster in Eersel. De voet is voorzien van twee gedreven voorstellingen: aan de voorzijde voorstelling van het Laatste Avondmaal, met de tekst 'Accipite et comedite hoc est corpus meum' (Neemt en eet, dit is mijn lichaam); aan de achterzijde de H. Vincentius en zusters bezig met hun liefdewerken, met de tekst 'Beati misericordes' (Gelukkig de barmhartigen). De theca (hostiehouder) is omgeven door beeltenissen van heiligen en engelen met tekst, sierranden, christelijke symbolen, medaillons en (natuur)steentjes.
Datering:
1916
Deelcollectie:
Zusters van Liefde (Schijndel)
Vervaardiger:
Henri van Gardinge
Plaats vervaardiging:
Eindhoven
Materiaal/techniek:
Verguld zilver met daarop natuursteen, koraal, (gekleurd) glas en emaille
Hoogte in cm:
65
Diameter in cm:
22 (voet); 30 (middenstuk)
Documentatie:
Zie documentatiemap Z152 voor uitgebreidere beschrijving
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z140-070 Monstrans
Toelichting:
Stralenmonstrans in de vorm van een gestileerde brandende braamstruik. Ronde, licht gewelfde voet met de opgelegde tekst van bijbelvers Exodus 3,2: "Apparvitque ei dominus in flamma ignis de medio rubi et videbat quod rubus arderet et non combureretur" (Hem [= Mozes] verscheen de Heer in een vlammend vuur midden in een braambos. En hij zag op, en ofschoon het braambos in lichter laaie stond, werd het niet verteerd). De stam van de monstrans is omgeven door wortels, die uitlopen in vier takken, twee aan twee aan iedere zijde, in elkaar verstrengeld en brandend. Het vuur wordt gesuggereerd door rood emaille 'vlammetjes'. De in een mandorla gevormde takken met bessen en zes druppelvormige hangende decoraties worden bekroond met een edelsteentje met daarop een eenvoudig kruis. De stralen vanuit de ronde lunula (hostiehouder) zijn alternerend voor en achter de takkenkrans aangebracht en versierd met stenen in een zilverkleurige zetting. De monstrans was aan de communauteit van de Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid (Tegelen) in Arnhem (Huize De Raaphorst) geschonken door de dames Warren. In de monstrans lieten zij hun sieraden verwerken. Toen de zusters in 1947 Arnhem verlieten en naar Steyl kwamen, werd de monstrans geschonken aan het moederhuis in Steyl.
Datering:
1938
Deelcollectie:
Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid (Steyl)
Vervaardiger:
Jan Eloy en Leo Brom
Plaats vervaardiging:
Utrecht
Materiaal/techniek:
Zilver, verguld zilver, geslepen glas
Breedte in cm:
28; 36 (koffer)
Hoogte in cm:
72; 78 (koffer)
Diepte in cm:
26 (koffer)
Diameter in cm:
23,7 (voet)
Opmerkingen:
Aan binnenzijde van de bijpassende doos is vermeld: "J. Eloy en Leo Brom".
Documentatie:
Beschrijving in SKKN-rapport, nr. 23
Trefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Le0141 Monstrans
Toelichting:
Stralenmonstrans. Rondom het toonglas staat de tekst: "Tantum ergo sacramentum veneremur cernui"
Datering:
1950-1975
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Verguld koper
Breedte in cm:
27
Hoogte in cm:
48
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-B017-022 Monstrans uit Huize Padua
Toelichting:
De monstrans is gebruikt in Huize Padua te Boekel.
Datering:
1900-1950
Deelcollectie:
Broeders Penitenten
Materiaal/techniek:
Verguld zilver
Lengte in cm:
60
Breedte in cm:
27
Diepte in cm:
18
Opmerkingen:
Met bijbehorende beschermhoes.
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0231 Monstrans, torenmonstrans
Toelichting:
Zeslobbige, geprofileerde voet met kabel- en ajourrand van ajour traceerwerk. Op de lobben massieve beeldjes onder ajour baldakijnen 1. Salvator Mundi, 2. Agatha, 3. Johannes de Doper, 4. Maagd Maria, 5. Henricus, 6. Odilia. Tussen de lobben getordeerde, geornamenteerde zuiltjes; boven de zuiltjes en de beeldjes pinakeltjes. Zeszijdige stam met achtzijdige nodus, gedecoreerd met gotische motieven. De stam loopt kelkvormig uit en draagt een met maaswerk versierd basement voor het cilindrische ostensorium en voor de door contreforten versterkte nissen met over twee verdiepingen verdeelde baldakijntjes, pinakels en andere gotische ornamenten. Hierin en in de ajour vleugelstukken zijn veertien beeldjes geplaatst. Aan weerszijden van het cilinderglas: linksvoor 1. Quiriacus, 2. heilige met kelk [Johannes Evangelist], 3. geharnaste heilige met boog en schild: gevierendeeld, in a,b,c en d een gelijkarmig kruis [Koning Lodewijk de Heilige]; rechtsvoor 4. Odilia met pijl en palmtak, 5. Johannes de Doper, 6. bisschop met staf en zwaard (Dionysius?); linksachter 7. Nicolaas, 8. Petrus, 9. Catharina; rechtsachter 10. Augustinus, 11. Paulus, 12. Barbara. Voorts aan de linkerzijkant een beeldje van Laurentius, rechts een van Stephanus of Matthias. Onder draagvlak twee gedreven medaillons met de vier evangelistensymbolen: de leeuw (Marcus), de mens (Mattheus), het rund (Lucas), de adelaar (Johannes). In het cilinderglas drie vergulde aren tussen een zilveren rand van ranken. Aan de bovenzijde van de cilinder de Geestesduif waarboven een cherub, temidden van een rand van ranken. Het geheel wordt afgesloten met een koepel met geornamenteerde ajourrand
Een rijke gotische toren, welke wordt afgesloten met een bol met opgelegd filigraan en een klein kruis met aan beide zijden een corpus, bekroont het geheel. Inscriptie onderzijde voetrand "Frater Petrus Dulcken Procurator Incepit Aº 1501 et factum fuit Aº Domini 1523. Renovatum vero Aº 1887 Sexcentesimo ab Inventione St Odiliae"
Achtergronden:
Na een inzameling van goud en zilver onder de burgers van Venlo in het begin zestiende eeuw lieten de kruisbroeders deze monstrans maken door een bekwaam zilversmid uit de omgeving. Op de lobben van de vernieuwde, neogotische voet zijn beeldjes aangebracht van Salvator Mundi, St. Agatha, Johannes de Doper, de Maagd Maria, H. Henricus en H. Odilia. In de architecturale opbouw ter weerszijden van het ostensorium zijn veertien beeldjes geplaatst van heiligen met hun attributen, waaronder de door de kruisheren bijzonder vereerde Quiriacus, Odilia en Augustinus, en Nicolaas, de patroonheilige van het Venlose klooster. De monstrans is getopt door een klein kruis met aan beide zijden een corpus.
In het ostensorium wordt de ronde lunula, de houder voor de geconsacreerde hostie, ondersteund door twee geknielde engelen. De lunula wordt bewaard in een speciaal vervaardigde doos (zie: VW-P017-Ag0234). De in 1900 geschonken lunuladecoratie (voorzetstuk) in de vorm van een bladertak met bloemen, vervaardigd door Willem Manders uit Eindhoven, zijn voorzien van edelsteentjes. De centrale edelsteen is geplaatst op een veer, zodat deze bij het tonen van Heilig Sacrament aan de gelovigen, door de beweging schitterde in het licht. Na de opheffing van het Venlose klooster in 1797 werd de monstrans meegenomen naar het klooster te Brüggen en na de opheffing van dit convent in 1802 overgebracht naar St. Agatha. De edelsmid H.J. Jonkergouw te 's-Hertogenbosch vervaardigde ca.1906 een monstrans (h.80 cm) naar het voorbeeld van de torenmonstrans van St. Agatha ten behoeve van de toen gebouwde St. Leonarduskerk te 's-Hertogenbosch. Op details na is deze identiek eraan. Na de afbraak van de kerk in bruikleen afgestaan aan het Noordbrabants Museum te Den Bosch
Datering:
1523
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Zilver, verguld zilver, koper, verguld koper, edelsteentjes
Lengte in cm:
10,5 (lunula en -houder)
Breedte in cm:
26 (monstrans); 8 (lunulavoorzetstuk)
Hoogte in cm:
96 (monstrans); 9 (lunulavoorzetstuk)
Diameter in cm:
6,8 (lunula)
Opmerkingen:
Blijkens de inscriptie op de voet werd in 1501 door frater Petrus Dülcken, procurator van de Kruisheren te Venlo, opdracht gegeven tot het vervaardigen van deze monstrans, die in 1523 werd voltooid. In 1887, 600 jaar na het vinden van het gebeente van Odilia, werd hij gerestaureerd. Bij deze gelegenheid werd door restaurateur, Chr. van Gemert, de huidige inscriptie in de vernieuwde voet aangebracht. Zij vervangt de voorafgaande, welke luidde "Frater Petrus Dulcken Procurator Incepit Aº 1501 et factum fuit Aº Domini 1523. Renovatum vero sub R.A.D. Henrico Peterssen, Priore 1748 a Petro F. Reynders". Uit deze inscriptie blijkt dat de monstrans in 1748 werd gerenoveerd door Petrus F. Reynders te Venlo onder prior Henricus Peters(s)en. Volgens de toenmalige prior Godfried van Lit(h) uit ca.1630 werd de vervaardiging van de monstrans mogelijk gemaakt na een inzameling van goud en zilver onder de burgers begin zestiende eeuw. Hij zou zijn gemaakt door de beste goudsmeden. Waarschijnlijk is bedoeld dat meerdere werklieden uit het atelier van één meester eraan hebben gewerkt. De uitvoering nam, blijkens de inscriptie, 22 jaar in beslag. Het jaar 1501 duidt mogelijk op het begin van de inzameling. Misschien zijn de opbrengsten onvoldoende geweest en is de uitvoering daardoor vertraagd. Hermans vermeldt in 1858 dat de monstrans slechts 89 cm hoog is. Mogelijk heeft de oorzaak van het lengteverschil van 6 cm te maken met de vervanging van de barokke voet door de huidige neogotische voet. Een afbeelding van de monstrans van vóór deze laatste restauratie ontbreekt, zodat hierover geen zekerheid is.
Van Willem Manders te Eindhoven (werkzaam 1878-1905) wordt een rekening bewaard, d.d. 6 september 1900, "voor gezette juwelenkrans van lunula", 98,- (dossier Elsen). Deze moet ongetwijfeld op het hier beschreven voorzetstuk betrekking hebben
Documentatie:
Literatuur: M. Beilmann-Schöner, Mieke M. van Zanten e.a., "In Cruce Salus. 800 Jahre Klosterleben. Das Kulturerbe der Kreuzherren in Westeuropa", tentoonstellingscatalogus (D/NL), Bentlage 2010, p. 341; "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 231, 232 en 233;C.R. Hermans, “Annales canonicorum regularium S. Augustini, Ordinis S. Crucis”, Deel I-III (Silvae-ducis 1858), I, deel 2, p. 67, p. 206-207; 'Een Vaderlandsch Kunstwerk' in: "De Katholieke Illustratie" 21 (1887-1888), nr. 44, p. 352 (met afbeelding), (ten onrechte toegeschreven aan "een Kruisheer"); Artikel in Nederlandsche Katholieke Stemmen, 10 (1888) nr.16, 15 april, p. 3-4 (overgenomen uit De Echo van het Land van Cuyk) (over de restauratie van 1887); J.A.O. Kalf, “Catalogus der Nationale Tentoonstelling van oude Kerkelijke Kunst te ’s Hertogenbosch juni - september 1913” ('s-Hertogenbosch 1913), p. 118-119, cat. nr. 471 (abusievelijk Petrus Dulcken vermeld als procurator te St. Agatha); J.A. Frederiks, “De oude kerkelijke kunst in Nederland”. Gedenkboek van de nationale tentoonstelling te 's-Hertogenbosch in 1913, ('s-Hertogenbosch 1914) , Plaat XLVII, figuur 85; Fons Richter osc, artikel in De Echo van het land van Cuyk, 37 (1918) 9 maart, p. 1; "Kunst in dienst der Liturgie", z.j. [19..], tentoonstellingscatalogus Maastricht, cat. nr. 210; “Voorloopige lijst der Nederlandsche Monumenten van Geschiedenis en Kunst”, De Provincie Noordbrabant, Deel X, ('s-Gravenhage 1931), p. 231-233, p. 232; "Het Gildeboek" 18 (1935) p. 73 (afb.), p. 78; Chronista (L. Heere osc), 'De Monstrans van Venlo', in: "Kruistriomf", 17 (1937-1938); meer literatuur in Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0171 Monstransje
Toelichting:
Op de voet c-voluten en rankwerk. Balustervormige stam. Theca met een ajourrand van hoornen van overvloed, waartussen een leliemotief
Datering:
1875-1900
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Zilver
Hoogte in cm:
12,5
Diameter in cm:
6,1 (voet)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P043-012 Neogotische kelk met pateen en lepeltje
Toelichting:
Met bladmotieven. Op de nodus de letters IHESUS. Op de voet zes voorstellingen: scène met gekruisigde Christus, Maria en Johannes; wijnrank; een knielende soldaat voor een gekroond figuur met beker en brood; granen; de H. Nicolaas met drie kinderen in een tobbe; doornenstruik. Op de onderzijde van de voet is in de rand de volgende tekst gegraveerd: "Memento tuorum cum Deo Sacrificium gratissimum offeras." De kelk is op 16 augustus 1987 aan A.J. Pijpers sma geschonken. Pater Pijpers heeft de kelk lange tijd in Ghana gebruikt.
Deelcollectie:
Sociëteit voor Afrikaanse Missiën
Materiaal/techniek:
Verguld zilver
Lengte in cm:
22
Diameter in cm:
11-16,5
Opmerkingen:
Opgeborgen in bijbehorende koffer (Slabbinck).
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0246 Oliebusje
Toelichting:
Ovaal doosje met hol gewelfde bodem. Overschietend, gewelfd deksel. Op de welving een in een cirkel ingeschreven kruis met wijkende armen
Datering:
1900-1925
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
HP, in liggende rechthoek (= niet geïdentificeerd meesterteken); zwaardje (= gehalteteken voor kleine zilveren voorwerpen)
Materiaal/techniek:
Zilver, deels verguld
Breedte in cm:
4,8
Hoogte in cm:
2,5
Documentatie:
Inventarislijst Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN) Kruisherenklooster St. Agatha, Deel 1: Tekst; Deel 2: Foto's
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0242 Oliebusje met drie compartimenten
Toelichting:
Drie, cilindrische, in elkaar te schroeven busjes met licht gewelfd deksel met kabelrandje. Op het deksel een gegraveerd, gearceerd gelijkarmig kruis met armeinden in de vorm van een driepas. Op de lichamen respectievelijk "O.I.", "O.C." en "S.C." (ziekenolie, catechumenenolie, chrisma)
Datering:
1900-1925
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Ongemerkt
Materiaal/techniek:
Zilver, verguld zilver
Hoogte in cm:
5,8
Diameter in cm:
2,4
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 242
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0241 Oliebusje met drie compartimenten
Toelichting:
Drie cilindrische, in elkaar te schroeven busjes met schroefdeksel. Op het deksel een in cirkel ingeschreven gegraveerd en gearceerd kruis. Op de lichamen respectievelijk "S.C.", "O.C." en "O.I." (chrisma, catechumenenolie, ziekenolie)
Datering:
1900-1925
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Zilver, verguld zilver
Hoogte in cm:
8,1
Diameter in cm:
2,9
Documentatie:
Literatuur:"Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 1996, 2 delen: tekst en foto's, inv. nr. 241
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0243 Oliebusje met twee compartimenten
Toelichting:
Twee gekoppelde, cilindrische busjes met scharnierend deksel, waarop gegraveerd en gearceerd respectievelijk "O.CAT." (catechumenenolie) en "S.CH." (chrisma). Op de bodem ingekrast respectievelijk "V" en "VI"
Datering:
1900-1925
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Ongemerkt
Materiaal/techniek:
Metaal (zilver?)
Breedte in cm:
6,8
Hoogte in cm:
4
Documentatie:
Inventarislijst Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN) Kruisherenklooster St. Agatha, Deel 1: Tekst; Deel 2: Foto's
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0247 Oliedoosje
Toelichting:
Cilindrisch, in drie vakjes verdeeld doosje met twee scharnierende dekseltjes. Op het kleine deksel gegraveerd "O I" (ziekenolie), op het grote deksel "O C / O" (catechumenenolie en chrisma)
Datering:
1800-1900
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Zilver, verguld zilver (?)
Hoogte in cm:
2
Diameter in cm:
5,3
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 247
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P041-007 Oliedoosjes
Toelichting:
De oliedoosjes worden gebruikt om heilige olie of in olie gedrenkte watten te vervoeren voor het toedienen van verschillende sacramenten. Op het deksel en voorzijde van het doosje (1) staan de letters O.I.: Oleum Infirmorum, olie voor de ziekenzalving.
Deelcollectie:
Reguliere Kanunniken van Sint Augustinus
Materiaal/techniek:
Koperkleurig metaal (1); zilverkleurig metaal voorzien van laagje goudkleur; verzilverd metaal (3)
Hoogte in cm:
1-5
Diameter in cm:
3,5-4,5
Trefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z079-215 Pateen
Toelichting:
Deze hostieschaal werd iedere morgen door de kosteres vóór de mis in het communieluikje gelegd, boven op de kleedjes. Het afhangende kleedje was aangepast aan de tijd van het kerkelijke jaar en paste dus bij het kazuifel. Gebruikt tot 1967.
Datering:
1935
Deelcollectie:
Ongeschoeide Karmelietessen
Materiaal/techniek:
Verguld zilver, rechthoekig met een golfmotief aan een zijde. Zilvermerk: hermeskop, leeuw, nr. A
Lengte in cm:
21
Breedte in cm:
17
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0224a Pateen, oefenpateen
Toelichting:
Gebruikt bij de 'houten mis'
Datering:
1955-1965
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Koperlegering
Diameter in cm:
12,8
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 224a
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0744 Pyxis in zakhorlogevorm
Toelichting:
Pyxis in de vorm van een zakhorloge. Doosje en deksel aan de buitenzijde gematteerd. Doosje met uitholling in de bodem. Op het scharnierend en van een parelrandje en kabelrand voorzien deksel een gegraveerd Latijns kruisje met stralen vanuit de viering, geplaatst op rotsen. Aan de onderzijde een bladrank. Vierzijdige sluiting met fijn gelobde 'opwind'knop. Gecontourneerde kettingring met kleine gegraveerde ornamentjes. Bewaard in een daartoe vervaardigd doosje met paars gevoerd binnendoosje en koperen scharnieren. Op het deksel een ingelegd koperen blanco wapenschild. In de bodem een blindstempel '21'
Datering:
1875-1900
Deelcollectie:
Kruisheren
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 744
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z101-012 Pyxis met gotisch Christusmonogram IHS
Toelichting:
Gewijd doosje met deksel voor het bewaren van het H. Sacrament. Het heeft drie klauwpootjes met op het lichaam de tekst "Ego sum panis vivus qui de coelo descendit". Op de deksel het Christusmonogram.
Datering:
ca. 1910
Deelcollectie:
Redemptoristinnen
Materiaal/techniek:
Verguld zilver
Diameter in cm:
8
Opmerkingen:
Het voorwerp is niet gemerkt.
Documentatie:
Inventaris SKKN no. 49
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-B021-112 Toebehoren kinderaltaar
Toelichting:
Liturgische kleding en liturgische voorwerpen om 'misje' te spelen. Set liturgische voorwerpen bestaande uit: ciborie, kelk, monstrans, kruisbeeld, wierookscheepje met lepel, wierookvat, ampullenset, drie canonbordjes, missaallezenaar en missaaltje met de titel "Misgebeden naar het Missale Romanum [...]" (omslagtitel: "Officium missae ad usum puerorum") gedrukt bij Linssen & Derkx te Venlo. Daarnaast liturgisch textiel: kazuifel, stola, manipel, koord, kelkvelum en palla.
Datering:
[ca. 1935]
Deelcollectie:
Fraters van Utrecht
Materiaal/techniek:
De voorwerpen zijn vervaardigd van tin met onderdelen in glas, papier en andere metalen; het textiel bestaat uit een katoenachtige rode en gele stof en wit katoen
Lengte in cm:
4-16,5 (tin); 7,5-70 (textiel)
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z101-010 Torenmonstrans
Toelichting:
De monstrans heeft een zeslobbige voet waarop afgebeeld: Franciscus van Sales met brandend hart en boek "Philothea"; Theresia van Avila met ganzenveer en boek; Alfonsus de Liguori; een opgelegd kruisje met diamantjes. Op de overige twee lobben staan bladmotieven en op de hoeken Petrus en Paulus. Boven op de sacramentshouder staat een beeldje van Maria met Kind. Aan de rand van het glas waarachter de hostie geplaatst wordt, staat de tekst "hoc est enim corpus meum". In de houder een uitneembare lunula (cirkelvormige houder waarin de hostie wordt geklemd) met een los verbindingsstuk voor bevestiging in de houder. Beide onderdelen zijn versier met in zilverwerk geplaatste steentjes.
Datering:
1875-1900
Deelcollectie:
Redemptoristinnen
Materiaal/techniek:
Zilver, email. Bezet met diamantjes, hangertjes en een broche
Hoogte in cm:
52
Opmerkingen:
Voet heeft een merk: V in gekroond, gearceerd schild.
Documentatie:
Inventaris SKKN no. 47
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z101-009 Torenmonstrans met opstand
Toelichting:
Een neogotisch monstrans heeft een zeslobbige voet met de afbeelding van Petrus; Johannes Evangelist en Jacobus de Meerdere. Boven de theca (de glazen ruimte voor de hostie) is een beeldje van Maria met Maria Magdalena met schedel en een religieuze met boek en brandend hart. De flanken bevatten beeldjes van Jozef en van een mannelijke heilige met kalot (kruinkapje) en kruis.
Datering:
1884
Deelcollectie:
Redemptoristinnen
Vervaardiger:
Chr. van Gemert
Plaats vervaardiging:
's-Hertogenbosch
Materiaal/techniek:
Zilver, goud, diamantjes, stenen, parels
Hoogte in cm:
68; 10
Opmerkingen:
Bevat verscheidene merktekens.
Documentatie:
Inventaris SKKN no. 46
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-Z101-128 Voorwerpen ten behoeve van ziekenzalving
Toelichting:
Ziekendoosjes (pyxis) voor het bewaren van de communie; klein lepeltje (baculus) voor het toedienen van een stukje hostie bij een ernstig zieke en oliedoos (chrismatorium) voor het bewaren van de heilige oliën. Daarbij een rond draagtasje waarin de priester de benodigdheden om zijn hals kon hangen op weg naar de zieke. Deksel van het platte ziekendoosje (1) is versierd met een gegraveerd Latijns kruis. De baculus heeft een verdikt uiteinde met een platte voet waardoor het mogelijk is dat het lepeltje rechtop wordt gezet. De voet kan los geschroefd worden, aan de voet zit een staafje dat in de steel van de lepel geschoven is. Alles is opgeborgen in een vierkant doosje met daarin nog een extra stoffen zakje.
Deelcollectie:
Redemptoristinnen
Materiaal/techniek:
Zilveren ziekendoosjes met vergulde binnenzijde, zilveren lepeltje en zilveren oliedoosje in wit stoffen tasje
Lengte in cm:
13 (3)
Diameter in cm:
7,5 (1); 5 (2); 3 (4); 14 (5)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ag0256 Wierookvat met scheepje
Toelichting:
Neogotisch wierookvat met zeslobbige, concaaf-konische voet en zeslobbig lichaam. Tegen drie lobben van het lichaam een kop, die als aanhechting voor de kettingen fungeert. Onder de rand twee tekstbanden, gescheiden door een fries met golfrand en stippen, met "Angelus iuxta aram temp habens thuribulum aureum in manu sua + stetit" [ornamentje] en "et data sunt ei incensa multa et ascendit fumus aromatum in conspectu dei alleluja" (Naast het altaar van de tempel stond een engel met een gouden wierookvat in de hand / en hem zijn veel brandoffers gegeven en de rook van geurige elementen stijgt op voor het aanschijn van God, Alleluja). Zeslobbig deksel met zigzagrand en bladrankmotief. Aan de bovenzijde perforaties in de vorm van een vierpas en rondboogjes, omgeven door een dubbele cirkel waarbinnen een bladrankmotief. Als afsluiting een zeszijdige toren waarop gegraveerd imitatiemetselwerk en een spits met leisteenmotief; in de toren spitsboogramen, in de spits vierpassen. In top een uitstaand bladmotief, waarboven een pin met oog. Voet identiek aan die van het vat. Bootvormig lichaam met geprofileerde monding. Onder de monding een gegraveerde zigzagrand en enige lijnen. In het midden scharnierend deksel met graveerwerk. Op het vaste gedeelte het IHS-monogram, waarbij de I tot een kruis is doorgetrokken, binnen vierpas met cirkel en cirkelvormige ornamenten. In de hoeken rankwerk. Op het deksel een identieke ornamentering, de letters echter zijn onleesbaar vanwege de handgreep, die wordt gevormd door een gestileerd driepasbloempje met bladvormig steeltje. Lepeltje met ronde bak en zich verbredende steel, die aan het eind licht is omgebogen. Kettinghouder met gelobde rand, bolvormige knop met ophangring
Datering:
ca. 1880
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
J.A. Boermans
Plaats vervaardiging:
Venlo
Materiaal/techniek:
Zilver
Breedte in cm:
Scheepje: h. 8, deksel 14,2 x 8,5
Hoogte in cm:
32,5
Documentatie:
Literatuur:"Inventarisatie-rapport Klooster St. Agatha", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 1996, 2 delen: tekst en foto's, inv. nr. 256
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0176 Wierookvat met wierookscheepje
Toelichting:
Vat: Ronde voet met vlakke rand waarboven een gewelfde lobbenrand. Komvormig, afwisselend smal en breed gelobd lichaam. Ingsnoerde afsluiting met cilindrische rand. Drie kettingbevestigingen in de vorm van consolen. Gewelfd deksel met concaaf cilindrische hals en klokvormige afsluiting, bestaande uit ajour acanthusblad en voluten. Tussen hals en afsluiting een ring van bloemmotieven in liggende, dubbele ovalen. In top een Kruisherenkruisje. Kettinghouder met knorrenrand en meloenvormige knop met klokvormige acanthusbladafsluiting. Op de welving, tussen rand en knop, een gegraveerde inscriptie "* juffrou : Maria : Clara Aenthooght : A: 1739". Tussen Clara en Aenthooght een wapenschild: maan (eerste kwartier), vergezeld van drie zespuntige sterren (1,2). Aanziende helm met als helmteken een zespuntige ster. Wapen omgeven door dekkleden. Scheepje: Ovale voet met vlakke en gewelfde lobbenrand. Bovenvoet met profielranden. Schelpvormig lichaam op gelobde rand. Op circa eenvierde scharnierend deksel met geschulpte buitenrand en geprofileerde knop als handgreepje. Op het deksel een wapenschild (zie boven) waaronder "* J : M : C : Aenthooght *" Aan de bovenzijde van het wapen "17 / 39", aan de onderzijde een Kruisherenkruis
Datering:
1738/1739
Deelcollectie:
Kruisheren
Hoogte in cm:
Vat 9,6; deksel 16, totale h. 24,8 kettinghouder 7; scheepje: 13 cm, voet 9 x 7
Diameter in cm:
V
Opmerkingen:
Blijkens de inscripties werden wierookvat en scheepje in 1739 geschonken door Juffrouw Maria Clara Aenthooght aan de Kruisheren te Uden, waar toen A. van der Voort prior was. De initialen op het scheepje moeten hoogstwaarschijnlijk worden geïnterpreteerd zoals ze zijn uitgeschreven op het wierookvat, namelijk J[uffrou] M[aria] C[lara], en niet als de initialen van een mannelijk familielid, zoals in de Udense catalogi van 1986 en 1987 staat vermeld. Ook in de cat. tent. 's-Hertogenbosch 1985 wordt gesuggereerd dat beide voorwerpen door het echtpaar Aenthooght zijn geschonken. Het volledig uitschrijven van de voornamen op het scheepje was waarschijnlijk niet mogelijk vanwege de beperkte ruimte. In een tweetal catalogi wordt de maandstand in het wapen abusievelijk als laatste kwartier beschreven (Cat.tent. 's-Hertogenbosch 1965, Cat. tent. 's-Hertogenbosch 1985)
Documentatie:
Literatuur: Voorloopige lijst 1931, p. 337; Cat. tent. Amersfoort 1961, cat. nr. 54; Cat. tent. 's-Hertogenbosch, Centraal Noordbrabants Museum, Brabants Zilver, 's-Hertogenbosch 1965, cat.nr.177-178; Cat. tent. St. Agatha 1971, cat. nr. 113; Cat.tent. 's-Hertogenbosch, Noordbrabants Museum, Zilver uit 's-Hertogenbosch; van bourgondisch tot biedermeier,
's-Hertogenbosch 1985, p. 241, cat. nr.147 (met afb.), p. 62 (G.L.F. van der Sloot); Cat. tent. Uden 1986, p. 103, cat. nr. 9, afb. 16; Cat.tent. Uden 1987, p.157, cat. nr.109, afb. 242; Cat.tent. Ter Apel 1991, p. 44-45, cat. nrs. 38 en 39, p.45 (afb.); Inventarisrapport Klooster St. Agatha 1996, met zwart-wit foto's en literatuurlijst (SKKN)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden